Biblejournaling waarop letten?

Zoals beloofd een blog met hoe je het biblejournalen kan aanpakken. Er zijn haast oneindig veel mogelijkheden maar in deze blog belicht ik vooral de basis.

IMG_7342Wat je nodig hebt? Je kan beginnen met alleen maar een bijbel (of notitieboekje) en een pen of potlood!  Wanneer je een pen kiest let er dan vooral op dat deze niet doordrukt! Bij de Hema heb je al een soort van gelpennetjes van maar 1 Euro maar ik werk het liefst met pennen van Micron die vaak in Zentanglesetjes worden verkocht. Micron drukt niet door al zal het wel doorschijnen, maar dat laatste voorkom je haast niet. Naast de pennetjes kleur ik het liefst met pastelpotloden van Bruynzeel Design. Het nadeel van ‘goedkope’ potloden is dat ze weinig kleurstof in zich hebben en dat je nogal hard moet drukken voor voldoende kleurafgifte. Met de dunne blaadjes van de bijschrijfbijbel is dat niet prettig werken: de blaadjes kreuken of scheuren zelfs makkelijker. Bruynzeel pastels zijn erg zacht, geven een mooie intense kleur en je kan de kleuren mooi in elkaar over laten doezelen of – voor een ander effect- bewerken met penseel en water of met een soort terpentine. Je moet je tekening na afloop wel fixeren anders gaan de kleuren smoezelen (door elkaar lopen) of afgeven op de tegenover liggende bladzijde.  Wanneer je alleen werkt met pennetjes en potloden (met fixative) voorkom je dat je blz. gaan kreukelen. Zodra je werkt met inkt, water of iets wat vochtig is ontkom je niet aan dit kreuken al kan je dat wel beperken door een blad te ‘preppen’ oftewel voor te bereiden. Maar daarover in een andere post meer. Een ideale tip die ik via één van de facebookpagina’s opdeed was het maken van een testblad. Achterin je bijbel heb je altijd wel een paar lege (notitie)blaadjes. In ieder geval in de bijschrijfbijbel wel. Ik heb een paar van deze blaadjes in gebruik om materiaal op uit te testen. Zo kan ik zien wanneer iets wel of niet doordrukt of hoe materialen op elkaar reageren.

  • Kies materiaal wat niet doordrukt!
  • Gebruik de laatste paar bladzijden in je bijbel als testblaadjes!
  • Fixeer je bladzijde wanneer je zachte materialen als pastels of potloden hebt gebruikt.

IMG_7037Hoe begin je? Uiteraard lees en overdenk je eerst het uitgekozen tekstgedeelte. Hoe je dat doet is aan jezelf. Sommige mensen vinden het waardevol om de verzen uitgebreid te bestuderen, anderen vinden het ‘simpel’ lezen al voldoende. Doe vooral waar je je prettig bij voelt en wat past bij hoe je in het geloof staat.

Soms lees ik een gedeelte wel 3 of 4 keer over meerdere dagen verspreid voor ik een ‘beeld’ of idee krijg wat ik erbij wil doen. De ene keer is het een heel duidelijk beeld, van bijvoorbeeld een kind, een boom of bloem, de andere keer blijven alleen dezelfde woorden of een bijpassende spreuk hangen. Soms een combi. Soms blader ik door Pinterest of google images op zoek naar ideeën. Het gebeurt ook met regelmaat dat ik het idee van een ander gewoon jat omdat ik het zo mooi vind. Voordeel; binnen de ‘journalingwereld’ word dit jatten vooral als een compliment opgevat.

  • Voor ideeën: zoek naar voorbeelden op Pinterest of Google Images of meld je aan bij de facebookpagina ‘Bijbel journaling groep’. Je mag me ook volgen op instagram.
  • Zoek op termen als drawingcloser, biblejournaling, craftbijbel, bijschrijfbijbel, art journaling.
  • Leuke sites voor zowel tips als ideetjes al aanschaf materialen: Bible art Challenge (Amerikaans), Lucilight (Nederlands)

IMG_7344Wanneer je geen held bent met tekenen is het het gemakkelijkste om met de tekst zelf te werken. Op Pinterest heb ik gezocht naar mooie lettertypes en deze voor mezelf uitgeprint. Op deze manier leerde ik mezelf wat sierletters, want geloof me, mijn handschrift is niet het allermooiste. Je hebt op youtube ook allerlei tutorials hoe je eea mooi kan schrijven. Je hebt er ook heel wat filmpjes over hoe je allerlei creatieve technieken in je bijbel kan toepassen.

Ben je niet zeker van jezelf en wil je absoluut voorkomen dat je iets in je bijbel ‘verknalt’? Bedenk dan eerst dat het God niet gaat om de uiteindelijke uitwerking van je maaksel maar om het proces en het feit dat je de moeite deed met Zijn Woord aan de gang te gaan. Doe je dan alsnog liever stapje voor stapje 😉 maak dan gebruik van mooi papier. Op de foto rechts zie je dat ik een soort van dun scrappapier heb gebruikt (deze kocht ik bij Walmart maar bij de meeste hobbywinkels hebben ze keuze genoeg!) Ik hou van dun papier, dan ‘bladert’ je bijbel nog makkelijk. De vlinder in de foto en de glitter was allemaal al voorgedrukt. Ik heb er gewoon een randje omheen gedoodled en tekst aan toegevoegd. Ben je handig op de pc kan je ook iets digitaal uitwerken, printen, knippen en plakken.  Ik heb nog steeds het idee om iets met een leuke gezinsfoto te maken en dat dan als een losse tip-in in te voegen. Want je kan iets ‘plakken’ maar je kan ook iets ‘los’ invoegen. Ik maak ook wel eens gebruik van doorzichtig papier en maak dat dan alleen bij de rand vast als een soort extra blaadje (voorbeeld). Voordeel van tip-ins: je hoeft niet te letten op al dan niet doordrukkende materialen.

  • IMG_7106Wanneer je ‘plakt’ gebruik dan ‘collall’. Deze lijm sijpelt niet door je blad heen.
  • Werk je graag groot, donker en/of met doordrukkende materialen: gebruik ’tip-ins’.
  • Met washitape, rub-ons en stickers kan je ook eea versieren of benadrukken.
  • Gebruik carbon- of grafietpapier.

11372258_875133582533892_787154077_nHeb je een bepaald beeld in je hoofd maar kan je niet tekenen? Zoek dan op internet naar een passende tekening of foto en zet deze met carbon-of grafietpapier over in je bijbel. Je kan ook eerst zelf op een los blad wat tekenen en als je er tevreden over bent het dan op deze manier overzetten. Het is heel simpel! Je leg het carbonpapier met de carbonlaag naar beneden op je bijbelblad, je zorgt dat je je eigen afbeelding op de juiste plek potitioneert en dan trek je de afbeelding met een pen of potlood over. Nadeel van carbon: je kan het niet uitgummen. Grafietpapier is wel uitgumbaar.

De laatste tip die ik in deze blog wil meegeven: bescherm tijdens het schrijven en tekenen je onderliggende bladzijden. Leg er een groot vel papier onder – eventueel ook op het naastliggende blad. Dan voorkom je ‘ongelukjes’.

Zo – dit was zo ongeveer de basis wel. Wanneer er animo is voor wat tekst en uitleg over andere materialen of technieken zoals Inkt of werken met terpentine enzo, dan volgt daar nog wel een andere blog over.

Hoop dat er nog meer mensen mee durven te beginnen. Ook al vind je jezelf niet zo creatief: its a matter of HEart, not art! 

Noot achteraf: bij bol.com kan je zowel de zentanglesetjes met micronpennen als goede pastelkleurpotloden als de afwerkende spray (merk Talens) krijgen. 

Bible journaling: a matter of HEart, not art!

IMG_7148Het kan je nog niet ontgaan zijn want of facebook, instagram zowel als hier op m’n blog heb ik het er al meermaals over gehad: ik heb er een hobby bij. Bible Journaling. Sinds juni ben ik ermee begonnen en zelfs tijdens mijn vakantie had ik m’n spullen mee. Bible Journaling is eigenlijk niets meer of minder dan bijbellezen en daarna het gelezene creatief verwerken. Dat verwerken kan in je bijbel zelf maar ook in een notitieboek. Hoe creatief je het maakt ligt aan jezelf. Je kan er hele tekeningen bij maken en deze verven of inkleuren met pastels, krijt of potloden maar je kan het ook houden bij ‘wordart’; een kerntekst overschrijven in mooie letters. Wat je maar leuk lijkt.

Waarom ik begon geen idee maar het journalen op zich ontspant me, en maakt dat ik weer met plezier in de bijbel duik. Teksten ‘spreken’ weer en doordat ik er wat bij kleur, verf, teken of doodle blijven ze langer in mijn hoofd hangen.

Ik denk dat het iets te maken heeft met het feit dat je door het creatieve gebeuren in je hersenpan niet alleen je taalcentrum aanspreekt maar dit combineert met je beeldbrein. Maar hoe dan ook: mijn geest vult zich met mooie woorden en betekenisvolle zinnen die ik dagenlang met me meedraag.

Wat mij naast het journalen zelf aanspreekt is de online community die erbij hoort. Via facebook en instagram heb ik me bij een aantal groepjes aangemeld. Dagelijks vult mijn newsfeed zich met mooie creaties, (korte) getuigenissen, en bemoedigingen. Het is echt niet zo dat iedereen even creatief is en dat er elkaar de loef afgestoken wordt. Verre van zelfs. Je hoeft zelfs niet echt creatief te zijn. Zoals ze er zeggen “Its a matter of HEart not art.” 

De eerste paar keer journalde (ik moet hier nog een passend nederlands woord voor vinden) ik in m’n jongerenbijbel, gewoon in potlood over de tekst heen, maar al snel kocht ik de bijschrijfbijbel. Al teken ik soms over de tekst heen, ik wil wel dat deze altijd leesbaar blijft. Deze week heb ik een tweede bijbel gekocht, het idee erachter: dan hebben m’n zoons later beide een bijzondere ‘erfenis’ van betekenis …  Ik ben iig ‘hooked’. Ik schreef het al eerder, maar nog steeds vind ik het vreemd dat ik er buiten facebook nog maar zo weinig over gehoord heb. Journalen leent zich bij uitstek om in zowel individueel als in groepsverband te doen. Het is ideaal om in de kerk in meidengroepen te introduceren of om als terugkerende workshops aan te bieden, het is zelfs een aanvulling op bijbelstudies of preken. Wie zijn bijbel liever niet ‘bekladt’ kan werken met inlegvelletjes of in een notitieboekje … er zijn zoveel mogelijkheden!

Omdat verschillende ‘volgers’ me op social media al meermaals vroegen naar tips en trucs of waar je op moet letten met die flinterdunne blaadjes volgt er nog een blog hierover.

Tante Jet 

Zoonlief noemt haar intussen ’tante Jet’ op licht sarcastische toon welliswaar. Het is een vrijgevochten en behoorlijk eigenwijze moeder-met-kind met leenauto en een tochtige tent. Alles weet ze beter en iedereen voedt ze op.  Praat veel, zegt weinig, luistert niet. 


“Ik denk dat het tijd is om de kinderen alvast op bed te doen.” Zegt ze veelbetekenend. Niemand rond het kampvuur reageert echter en een uur later moet haar dochter als enige mopperend op bed.  

Rond datzelfde kampvuur treffen diverse campinggasten elkaar avond aan avond, van vroeg tot laat. Er wordt gesnoept en geborreld, gelachen, gekeuveld en handen gewarmd. Uiteraard komt ook het wel en wee van elkaars kinderen een keer aan bod. “Zo, heeft iemand nog een normaal kind of hebben ze allemaal adhd of iets anders?”  Iedereen valt stil. Ergernis welt op.   


Ze werkt bij het ministerie en mag ‘geld’ uitdelen. Heeft in het hoger onderwijs gewerkt maar “Dat is niet normaal! Docenten zijn echt dom! Je werkt in het onderwijs veel meer dan waar je voor betaald krijgt! Het is gewoon onmogelijk om fulltime te werken! Over de ongemotiveerde stuudjes maar te zwijgen.” … Docenten zijn dom… Ik bijt intussen op mn tong.  


Een andere avond zitten we ons weer te warmen wanneer een wat ouder, Duits-Nederlands camperstel erbij komt. Ze geven een zakje snoepjes door met het verhaal hoe lekker ze deze snoepjes vinden en dat het hun dagelijks toetje is. De zak mag leeg van ze want ze hebben er nog één. Iedereen graait en smult en de zak gaat nog een keertje rond. Tot hij bij Jet komt. “Nu is het wel even genoeg met al dat gesnoep.” En pontificaal zet ze de zak aan de kant.  Niemand durft te reageren. Verbaasde ogen kijken elkaar stiekem aan. Ik kan het niet laten, eet dat snoep niet eens maar nog geen twee tellen later vraag ik heel zoet aan Patrick (die zit naast haar) “Geef je de zak nog even door?” 

 

Hetzelfde bemoeierige gedoe doet ze daarna nog een keer bij het jochie wat in het familiehuis logeert: het ondeugend glimlachende bekkie van het driejarige knulletje plakt van de gesmolten marshmellow en de oogjes stralen van genot. Maar hop de zak snoepgoed wordt voor zijn neus weggegritst met de mededeling “Jij hebt wel even genoeg gehad.”  

Gloeiende… 

 

Wanneer ik met een stel vlotvaarders aan de praat kom en we onze ervaringen uitwisselen zit ze menigmaal te zuchten “Ik kan het dus beter niet met m’n dochtertje gaan doen?” Euh, nee, er zijn toch echt minstens 2 sterke volwassenen voor nodig en het is niks voor basisschoolkids.” Nou, dat was stom en vervolgens liet ze ons dat bij elke zin weten. “Het klinkt steeds minder aantrekkelijk zo een tocht.”  Zucht. 


De eerste paar avonden maakte Jur en onze jongens steevast het kampvuur aan en bracht ik de marshmellows en andere lekkernijen mee. Maakt me niet uit wie of hoeveel men snoept: iedereen kreeg tot de zak leeg was. Een jongedame (onze heertjes noemen haar Piet) trakteerde vervolgens op dat smeuïg spul vanwege haar 15de verjaardag en daarna was ik weer de supermarkt: de op één na laatste zak, maar de winkel is dichtbij dus snoep, worst en ander lekkers is snel gehaald. Ik deel wel uit. (Al waardeer ik wel t principe van geven en nemen.) 

Eindelijk nam tante Jet ook wat mee. Net als alle andere avonden gaat ook deze keer de snoepzak leeg. De avond erna spenderen wij merendeel bij onze ‘buurtjes’ wiens 15jarige puber mij intussen ‘backup mama’ noemt. We zijn lekker aan de borrel en de tetter terwijl onze druktemakers de rivier pogen leeg te vissen. Tante Jet gluurt intussen menigmaal onze kant op terwijl ze diverse pogingen tot een vuur onderneemt. Maar ons zin in vuurtje stoken neemt lichtelijk af door haar aanwezigheid, dus maken wij geen aanstalten die kant op. Dochterlief wordt uiteindelijk onze kant opgestuurd “M’n moeder zegt dat jij marshmellows voor ons hebt.” Even sta ik stomverbaasd – wat een lef. Omdat ik me niet wil laten kennen geef ik ze mijn laatste zak, maar niet zonder te benoemen dat ik deze toch echt zelf gekocht heb en hun zak gister op was. … Verbijsterd over de brutaliteit neem ik weer plaats bij de buurtjes wanneer het dametje opnieuw onze kant wordt opgestuurd. “We hebben jullie hakbijl nodig.” Een dikke rookpluim waait richting Jets tent maar vlammen wil het niet echt. Maar ze bekijkt het maar “Sorry, die bijl is van onze zoon en die is er niet, dus lenen we hem niet uit.”  


Daags erna, tijdens de afwas, komt Jetjes dochter zuchtend de keuken in, mams heeft haar er duidelijk weer opuit gestuurd. “Mama is zo bekaf, ze is veel te moe om vuur te maken. Ze hoopt zo dat Patrick (campingeigenaar) het kampvuur aanmaakt…” De hint druipt ervan af maar mn mannen trappen er niet in. Even later zien we Jet alle campinggasten voor het kampvuur uit te nodigen in de hoop dat iemand de fik erin steekt, ons passeert ze natuurlijk. Eén van de ruige outdoor Belgen offert zich uiteindelijk op, probeert het met wat tondel maar is opgelucht wanneer Jur hem goedschiks een fles brandstof aangeeft. Wanneer de vlammen eindelijk gulzig aan het hout likken laat hij tantje Jet met een dikke kinderschare zitten. Er zijn geen marshmellows. Manlief en ik kijken elkaar even veelbetekenend aan en starten met een spelletje triominos. Wij wachten wel tot ze iedereen naar bed heeft gestuurd. 😜 

  

Vakantiewerk en zalm 

Mn rug is ondanks de pijnstilling niet al te best, veel kunnen we dus niet ondernemen. Het half uurtje bessen plukken een paar dagen geleden deed me niet goed al verlekkeren we ons nu wel om de likeur die in de maak is.  

  

  

  

  

  

We vermaken ons dus vooral op en rond de camping. Patrick organiseerde eerder al een spelmiddag met darts, tafeltennis en hotdogs boven kampvuur grillen. Gister sloot hij met de pubers de deal dat ze, in ruil voor een paar uur werk een rondje op de quad mochten en hij ze ’s avonds op zijn Pontonboot zou meenemen om te vissen. Met een boekje in de zon genoot ik dus van de rust. Kids met elkaar aan de klus: een complete weg aanharken en een berg hout kloven, zagen en van het strandje naar het houthok slepen. 

Van de camping naar t strand is best een klim maar gelukkig mocht ik mee op de quad en zo had ik ondanks mn rug ook mijn uitje van de dag. 

Tussendoor had ik er een weespuber bij. Z’n ouders waren op pad en dus was ik ‘backup-mama’. Dikke lol. 

‘S avonds op tijd de bbq aan want onze heren gingen hun loon innen. Visgerei mee, dikke trui aan en mama met de afwas laten zitten. 😁 

Bij de buren heerlijk koffie gedronken tot de mannen met grote verhalen over zalm en snoek weer terug waren. Daarna vloeide de ‘casis’ rijkelijk en tot laat bij het kampvuur.   

Heerlijk, vakantie. En echt niet dat ik mn rug de pret laat bederven. 

Veilig  als een leeuw in Sousse…  

 

 Kunnen we ons nog ooit ergens veilig wanen? Wanneer je je leven niet zeker bent in een museum, op het strand of zelfs niet in een winkelcentrum?   

Mijn bible art journaling challenge van Rebekah Jones bracht me vanmiddag bij spreuken 28:1 

Een rechtvaardige voelt zich zo veilig als een leeuw.  

Nu weet ik ook wel dat niemand compleet rechtvaardig is van zichzelf, maar dat is nou het mooie aan Jezus’ offer: door ons geloof in Hem zijn we dat wel!  

Hoe rijmt dit dan met Spreuken 28:1 en de vreselijke toestanden in deze wereld? 

Veilig zijn betekent hier niet dat je nooit verdriet zult hebben, nooit het slachtoffer zult zijn van een aanslag of dat lijden en sterven aan je deur voorbij zullen gaan.  

Een leeuw is de koning van de savanne. Hij staat aan de top van de voedselketen, heeft geen werkelijke vijanden, is de koning te rijk. Waar een hinde continue allert moet zijn voor roofdieren, sluimert en doezelt de leeuw uren achter elkaar zonder angst of onrust. Hij voelt zich compleet veilig. Toch kan ook hij aangevallen worden en ontkomt hij niet aan een gewisse dood.  

Veilig als een leeuw zijn betekent dat we deel uitmaken van Zijn plan en daarmee aan de top van de ‘geestelijke’ voedselketen staan. Zelfs al zou er ons fysiek het vreselijkste overkomen; onze ziel is veilig en geborgen in Hem. Niets kan ons scheiden van de Liefde van de Heer, geen kogelregen, geen bomaanslag; NIETS.  

Waar we dit jaar ook op vakantie gaan, op welk strand we ook liggen, we zijn veilig als een leeuw. 

(Stiekem toch blij dat wij in het noorden vakantie vieren 😅) 

Geloven in dankbaarheid 

 

 Het is zo easy om dankbaar te zijn wanneer je ontvangt wat je hebben wilt. Maar kan je God ook vertrouwen én danken wanneer de boel in het honderd loopt? Of wanneer je gebeden niet verhoord worden?  

Sinds december is zoon 1 bezig geweest met zijn toelating voor de opleiding mechatronica bij de marine. Informatiedagen, sporttesten, gesprekken … Overal rolde hij doorheen en zijn enthousiasme voor wat de toekomst bood groeide. 

Wat een teleurstelling was het dan ook toen middenin examentijd bleek dat er een foutje was gemaakt en de weinige plekken reeds vergeven waren. Zoonlief moest een andere opleiding kiezen maar mocht eventueel wel op de wachtlijst. 

 En wat doe je dan? De keuze viel zwaar maar we ‘gokten’ op een afvaller – hoopten en verwachtten dat God wel in een uitkomst zou voorzien. 

Niet zo netjes maar stiekem hoopten we dat iemand niet zou slagen of eea niet zou aankunnen zodat onze kleine grote man toch de opleiding van zijn voorkeur kon doen. En al benoemde ik dit wel -met enig schuldgevoel- naar God, ik kon er niet om bidden, immers dat zou een teleurstelling voor de ander zijn.  Dus maar loslaten en het van Hem verwachten, intussen het beste makend van de situatie. 

Het was mijn moeder die me afgelopen weer erop attendeerde dat ik ook anders kon bidden. Zij bad dat iemand heel bewust zou kiezen voor een andere opleiding of dat God in ieder geval iemand op een andere weg zou leiden. … Mooi hè (ik weet het, mijn moeder is een geweldig mens maar meer dan dat een fantastische bidder in geloof!)  

Door op deze wijze te bidden kreeg ik zelf meer rust in wat zou komen, en al zou er nooite een plekje vrijkomen, God zou zoonlief wel op de juiste plek zetten. 

En dan komt vandaag het bericht dat er een plekje is vrijgekomen en hij gewoon de opleiding van zijn keuze kan doen. … Hoe mooi is dat?  

Biblejournaling 

 

 Voor de enkeling die het op facebook of instagram niet was opgevallen: ik heb weer eens een bevlieging 😝.  Hoe ik er precies bij kwam weet ik niet maar een week of twee geleden begon ik te tekenen in m’n bijbel en op zoek naar inspiratie stuitte ik via Pinterest op het bible journaling.  

Binnen 2 dagen had ik mij nieuwe – veel te dure- softcolour kleurtjes en een craftbijbel aangeschaft en nu zit ik haast elke vrije minuut in mn bijbel te lezen, schrijven en te tekenen. 

Het lijkt wel alsof ik ineens in een oase beland ben terwijl ik toch echt niet het gevoel had in de woestijn te zitten. Maar m’n creatieve geest komt als het ware op spirituele wijze tot leven. Nouja, zoiets 😜

In ieder geval ontdek ik nu een hele nieuwe wereld met bijhorende community, heb ik FBcontact met dames van Zweden tot Zuid-Afrika en all the way to Canada, leer ik over technieken wat voor materialen en pennetjes al dan niet soordrukken of de bladzijden doen kreukelen en geniet ik met alle passerende creaties op vernieuwde wijze van Gods Woord. Inspiratie in de diepste betekenis van het woord.  

Wat ik echter niet begrijp is waarom ik er niet eerder van ‘hoorde’. Ik weet wel dat bij uitgave van de craftbijbel ik gebeld werd met de vraag of ik hier in de buurt een workshop kon geven in hoe je de kaft kon pimpen… ZO blij dat ik toen nee zei! Het ging destijds (en ogenschijnlijk ook op de sestra site??) alleen maar om de buitenkant van deze bijbel. Terwijl de binnenkant zoveel interessanter is!! En wat een beginnersfoutjes heb ik gemaakt…  

Wat mij betreft hebben de uitgever en dames van Sestra of wie dan ook hier in ieder geval een giga-kans laten liggen. Want zelfs al heb je totaal geen tekentalent: met een paar kleine tips en trucs maak je prachtige kunstwerken die je helpen Gods Woord te memoriseren en je eigen te maken. En het levert je behalve een dosis ontspanning ook nog eens een prachtig unieke bijbel op! 

Anyway – ik heb voorlopig weer een bezigheid – voor zolang dat duurt bij mij. 😁 

Zien op Jezus

bijbeljournaal numeriVolgens mij heeft elk gezin wel een rommellade. En herken je dit: je moet wat hebben, kijkt in de la maar ziet het niet liggen. Of sterker nog, je weet ineens niet meer wat je hebben moest.  Tussen kijken en zien ligt een hele wereld.

Wanneer Gods volk door de woestijn trekt vergeten ze al snel hoe wonderlijk hun God is en hoe spectaculair hij hen redde uit Egypte. Ze gaan allemaal hun eigen gang en misdragen zich stuk voor stuk. Lijkt mij stug dat ze dit gedrag van zichzelf niet door hebben gehad…  Maar hoe vaak ‘weet’ je wel dat je iets anders zou moeten doen maar doe je het niet? (Hoeveel snoepjes eet ik wél terwijl mijn lijn het eigenlijk niet kan hebben? En natuurlijk liggen de kilo’s niet aan mij maar aan de medicatie en kan ik niet bewegen door m’n rug …)

In ieder geval loopt het de spuigaten uit en God straft ze met een slangenplaag. Bij bosjes vallen ze om. Maar God geeft ze ook een uitweg. Mozes moet een koperen slang op een stok bevestigen en wanneer ze hun blik daarop richten zullen ze niet sterven van de giftige beten. Het was meer dan een oppervlakkig kijken. Want met het oprichten van hun hoofd en het focussen van hun ogen moesten ze wel erkennen dat ze fout waren geweest, gestraft werden maar hun heil bij God konden halen. Ze moesten het verschil zien tussen hun levenshouding zonder God en wat het is om te leven mét Hem.

Zo gaf de slang des doods bij erkenning hun het echte leven.

Wanneer Johannes spreekt over het verhogen van de mensenzoon speelt dit verhaal in zijn achterhoofd. Iedereen maakt fouten, allen hebben gezondigd, maar om ons leven te kunnen behouden moeten we opzien naar Jezus. We kunnen wel kijken naar Hem en weten dat het anders moet of kan, maar opzien … ? Durven we al onze fouten, zonder slappe excuses,  te erkennen en voor Zijn troon te leggen? Durven we onze zondige levensstijl achter ons te laten en te kiezen voor een écht leven met Hem?

Kiezen voor het eeuwige leven is dagelijks opzien naar Hem.

 

 

(Biblejournaling: pennetjes van de Action op doorzichtig tekenpapier en ingekleurd met Bruynzeel Design potloden met doezelaar.)

(On)mogelijk bij God

 

 Wanneer ik ergens stevig van baal moet je niet bij me aankomen met een dooddoener als ‘God heeft vast wat anders op het oog voor je.’ Helemaal kriegel word ik daarvan. Waarom? Omdat daarmee mijn moeite of teleurstelling als een bagatel wordt afgeserveerd en er eigenlijk gezegd wordt ‘Stel je niet aan.’, ‘Ik heb geen zin in sip gedoe dus gedraag je aub weer vrolijk.’ of iets dergelijks. 


Wanneer je iemand wil bemoedigen kan je dat niet even snel snel doen. Bemoedigen en opbeuren doe je door eerst en vooral naast die persoon te gaan staan en hem of haar te laten weten dat je betrokken bent. Wanneer je veel dagdagelijks contact hebt is die betrokkenheid er vaak al sowieso maar wanneer je elkaar alleen maar af en toe op fakebook spreekt kan dat behoorlijk anders liggen. 


Het erkennen van andermans moeite of verdriet is een stap die je, wat mij betreft, nooit mag overslaan. Het toont gevoeligheid en medeleven. Pas wanneer je op dit niveau kan praten met elkaar kan je de ander wijzen op dat wat mooi, waardevol en bemoedigend is. Pas dan heeft het ook echt effect. 


Wanneer God Maria uitkiest om Zijn zoon negen maanden lang bij zich te dragen, te baren en op te voeden, stuurt hij een engel om dat schokkende nieuws op een persoonlijke wijze over te brengen. Ongetrouwd zwanger wezen kon je dood betekenen en anders in ieder geval een leven lang met de nek aangekeken, dus zoiets zet je niet even in een whappje of mail.  Hoe ze dat moet bolwerken in haar eentje?

“Bij God is niets onmogelijk.” Antwoordt de engel haar. 


Maar ze staat er niet alleen voor. Elisabeth ontvangt ook een wonder en daar kan ze voorlopig mee optrekken. God geeft haar iemand die haar begrijpt, iemand die naast haar staat en haar kan bemoedigen met dezelfde woorden als van de Engel. Niet als dooddoener maar als een belofte waar ze op mag vertrouwen.  


Dat vertrouwen wil trouwens niet zeggen dat God altijd in een leuke uitkomst voorziet. Maria moest tussen de beesten bevallen, heeft jarenlang als vluchteling geleefd, werd bij thuiskomst als overspelige aangekeken en ze kon uiteindelijk haar zoon, na een intense lijdensweg, begraven. Vertrouwen betekent dat je je eigen idee van wat goed is leert loslaten en welke uitkomst dan ook accepteert omdat je weet dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn… 




Wanneer jij ergens mee worstelt hoef je dat niet weg te stoppen. Je hoeft het niet te (laten) bagatelliseren. Je mag je twijfel of verdriet hardop erkennen, net als Maria. En daarnaast mag je weten dat bij God niets onmogelijk is en je Hem mag vertrouwen, wat de uitkomst ook zal zijn.  

Martelgrafie – van hel naar hemel

 

 Met 20 mg oxacepam achter de kiezen en gehuld in het lichtblauwe designerpakje van MCH lig ik relatief relaxed in het ziekenhuisbed wat door een zwijgzame broeder door de gangen gehobbeld wordt. Ik ben onderweg naar de afdeling radiologie voor een discografie. Ik heb het koud. Het is een flinterdun dekentje wat mijn zomers geëpileerde benen bedekt. Maar hé, ze zijn glad! En relatief bruin dankzij een stel lampen dus ik hoef me wat dat betreft niet te schamen als ik zo half naakt op een tafel lig. 

“Tot straks” zegt de kerel en hij verlaat me voor de volgende patiënt. Daar lig ik dan. Ik kijk naar de lege rij stoelen rechts van mij en naar de kale muur aan links. Af en toe sloft een verpleger langs en een paar patiënten lopen in en uit de deur waarboven radiologie staat. 

Eindelijk komt een knappe jonge gozer me halen en rijdt me tot naast de CTscan. Voorbereidend praatje, vriendelijke stem, geduldig krijg ik alles nogmaals uitgelegd en de dokter wordt er nog even bijgehaald voor wat vragen van mijn kant. Maar intussen besluiten mijn zenuwen koppig om de oxacepam te negeren en stromen ze met malende gedachten ongegeneerd door mn bloedbaan. Het gaat pijn doen. Dat weet ik, heeft de arts duidelijk genoeg gezegd. En niet zo een beetje pijn ook, verdoven kan niet. 

Hel! Brandende pijn. Een messteek. En weer die vlammen. Ze zouden toch in mn ruggewervel prikken?  En niet met een mes? M’n hoofd in het kussen, m’n handen in mn haar. Letterlijk zowel als figuurlijk. Zoute tranen vermengen zich met m’n mascara en mn tanden bijten zich dwars door het papier vast in de stof eronder. 

Het antwoord komt zonder woorden: ik voel hoe de niet zo dunne naald zich door mijn vlees een weg baant richting de hoogbejaarde discuswervel L5S1.  Nog meer waterlanders.  De naald trekt zich even terug, een stikkend gevoel tot ik besef dat ik m’n adem inhield. Lucht. 

De plank waarop ik lig schuift dieper de scan in om vrij vlot weer terug te keren. Ik hoor stemmen maar ook weer niet. De naald beweegt weer. En nog een keer. En weer een keer. Gezucht en gesnik; ik weet niet van wie welk geluid komt. Een paar handen planten zich tussen de wervels en daar waar de naald mijn lijf binnendringt en proberen de naald te sturen, dwars door huid- en vetlaag heen.  Pijn!

Gewroet, gerommel, intense druk, brandende steken, het gaat eindeloos door. Ik voel me een kind wat onbehoorlijk gestraft wordt en ergens vaag in mijn achterhoofd hoor ik het kleine meisje in mij vragen waarom ik het toesta.  Ze jammert maar haar verdriet wordt overstemd door het gezoem van de CT-scan en de stemmen achter mij. 

Waar ben ik? Wie staat er achter mij? Ik hoor dat ze wat tegen me zeggen maar versta ze niet. Ze zijn te ver weg. Verdoving? Nog een keer? Die mocht ik toch niet? Maar de pijn is allesoverheersend, ik laat ze doen. Gehoorzaam blijf ik zo stil mogelijk liggen maar wanneer ik in mij het brandende staal tegen mn botten voel schrapen trappelen m’n benen als van een klein onmachtig kind.  Het besef dat de echte pijn nog moet komen doet mij me diep in mezelf begraven. Maar ik moet het doorstaan. Ik knijp mn ogen dicht, bijt me vast in het kussen en trek aan m’n haar. 

Elke vorm van tijdsbesef verloren geven ze het martelen ineens op. Met teleurgestelde blik vertelt de beul zacht dat het ze niet lukt. M’n wervels staan te dicht op elkaar, er kan geen naald meer tussen.  Op het moment dat ik wat tissues en water aangereikt krijg besef ik dat ik schaamteloos aan het huilen ben.  

Het is mislukt. Ik mag even bijkomen en word vervolgens de hel weer uitgerold. “U wordt zo weer opgehaald.”  

Ik wil Jurgen. Hij is maar 8 verdiepingen van mij verwijderd maar de afstand voelt hartverscheurend eenzaam. In een vlaag bedenk ik dat ik hem kan bellen maar ik lig hier, in een een kanten boxer en een lik-me-vessie designerjurk met rode ogen en mascaravegen all over the face. 

 

Ik probeer m’n tranen te bedwingen. Dit was de enige manier om te ontdekken of een operatie kon. Het was een laatste strohalm. Moet ik dan maar leren leven met alle beperkingen en pijn? Ik ben 37 en wil nog zoveel kunnen… Ik wil dat Jur me komt troosten. Maar moet wachten op de broeder die me weer naar boven zal brengen. Intussen borrel ik over van zelfmedelijden en een gevoel van intense verlatenheid.

Maar dan is daar een dame van ergens in de zeventig. Witte broek, blauw jasje, sprankelende lach en lieve meelevende ogen. “Ik zie dat het je niet gaat, slecht nieuws gehad? Huilen mag hoor.” En ik huil. Ik huil terwijl zij mijn hand liefdevol streelt en  me zacht troostend toespreekt tot ik eindelijk bedaar. 

“Hoe heet u?” “Carla, Carla van der Zwan.”  

Al zou ik haar naam niet onthouden, ik zal nooit vergeten dat een engel me kwam troosten.  

Ik zat in de hel maar God gaf me een stukje hemel. 

Omhoog ↑