50 tinten veroordeling

fiftyshadesofgreyZucht. Het gaat op sociale media weer flink tekeer. Wat is christelijk en wat niet? Moet je de boeken van 50 tinten grijs nu ritueel verbranden (nadat je ze stiekem toch gelezen hebt)? Of is de film de grootste heiligschennis (en moet je er dus vooral met ongelovige vriendinnen naartoe)? Zijn christenen zondig als ze zich hiermee inlaten? Zijn mensen zowat verdoemd tot de hel wanneer ze enig seksspeeltje in huis halen?  Moeten wij christenen onze wereldse vrienden en vooral vriendinnen bestoken met commentaar, veroordeling en een heleboel linkjes waarom we vooral gelijk hebben in het verafschuwen van dit soort verderfelijkheden?

 

Nou, ik vond de boeken eerder vermakelijk dan verderfelijk. Ik snap heel goed dat niet iedereen dit type schrijfsels zal waarderen, al was het maar om de stijl, zo niet het onderwerp.  (Zo heb ik een hekel aan Baantjerboeken of politiek getinte verhalen. Jakkes!)  Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik bij de zoveelste seksscène in het 1ste boek ook zoiets had van “Ja, dat weet ik nu wel.”  (of “liever niet”  XP) Maar voor wie de 50 grijstinten NIET gelezen heeft:

De hoofdpersonen zijn beide flink beschadigd door seksueel misbruik tijdens hun jeugd en elk hebben ze hun eigen gebrekkige wijzen ontwikkeld om hiermee om te gaan.  Wanneer ze elkaar ontmoeten – en de vonk springt over – moeten ze een manier zoeken om naar elkaar toe te groeien.  Geld en luxe is er in overvloed maar helpt geen meter in hun zoektocht. Het psychologische ABCtje van geluk (autonomie, betrokkenheid en competentie) komt in allerlei varianten aan de orde terwijl het stel met veel vallen en opstaan zich een weg baant uit eenzaamheid en gebrokenheid.  De dynamiek van elke identiteit speelt en balanceert continue met de maakbaarheid van relaties en geluk. Het hele seks- en bdsmgedoe is veel minder hedonistisch dan in media geschetst al neemt het eerlijkheidshalve wel een  prominente plek in. Enerzijds omdat het verhaal juist gaat om beschadigd (seksueel) vertrouwen en herstellende / groeiende seksualiteit en anderzijds omdat seks gewoon leuk en spannend is en niet zonder liefde kan. Trouwens: de oplettende lezers merken dat de hoeveelheid seks mindert naarmate het verhaal vordert en dat de liefde steeds meer vaste vorm krijgt.  …

 

Ik heb er geen probleem mee wanneer er mensen zijn die vanuit (christelijke geloofs)overtuiging vinden dat seksualiteit niet zo openlijk beschreven of getoond mag worden en dat ze deze boeken en film daarom afkeuren. Dit zijn dan – in mijn verbeelding – vooral de dames en heren die nooit tv kijken en duidelijke kledingnormen en omgangsvormen voor zichzelf hanteren. Deze dames en heren zul je op vakantie waarschijnlijk ook nooit een (historisch) romannetje of chicklit zien lezen (denk ik zo). Want in elke film, serie of roman wordt tegenwoordig gezoend, vreemdgegaan, gevreeën, is er seks buiten het huwelijk om en/of lopen schaars geklede dames rond … en dat kan dan allemaal niet. Maar nogmaals, al deel ik deze visie niet, ik heb respect voor hen die deze keuze maken en de consequentie ervan dragen.

 

 

Waar ik wel een probleem mee heb zijn de 50 tinten veroordeling die de rondte doen, vooral van mensen die zich christen noemen. Christendom komt daarmee, jammer genoeg, in een heel narrow minded hoekje. (Narrow minded = kneuterig, bekrompen, kleinzielig, burgerlijk, benepen.) Terwijl de meeste christenen toch echt wel aan seks doen en ook speeltjes in deze hoek niet iets onbekend is (of hoeft te zijn)…

 

Ow, de film heb ik (nog) niet gezien. Daar kan ik dus weinig over zeggen qua seksdramatiek.

Noot achteraf: ik ben wel van mening dat niet alle typen boeken of films voor iedereen even ‘gezond’ zijn. Een alcoholist serveer je beter geen biertje net zomin als een kind of iemand die de Bob is ofzo. Maar dat wil niet zeggen dat niemand alcohol mag nuttigen of dat het per definitie altijd fout is om ‘iets’ te drinken. Dito voor boeken, films en seks…

Jij lijkt op Mij

Laat t duidelijk zijn; wanneer ik schrijf over wat ik voel of wat me overkomt is dat niet vanuit verwijt naar anderen (ik heb n disclaimer – lees die vooral- maar tis maar dat je t weet) …
Lees in mijn blogs dus vooral geen wijzende vinger naar anderen maar lees iemand die nadenkt over zichzelf en de wereld…

Op Facebook circuleert op dit moment een soort van test waarmee je kan uitvogelen op welk bijbels persoon je t meest lijkt. Ik dacht ‘m ff snel in te vullen maar vond de vragen nogal een behoorlijke uitdaging. “Wat is het meest van toepassing voor jou?” En dan krijg je vier positieve karaktereigenschappen te lezen- “euh- geeneen?” – manlief kon zelfs moeilijk bedenken welke t beste ingevuld kon worden. “Waarover vallen de roddelaars bij je?” … En weer een onmogelijke keuze … Alles valt wel in te vullen en wederom, in discussie, met echtgenoot blijft de keuze lastig…

Elk antwoord is afhankelijk van de vraag met ‘wie’ of in ‘welke situatie’ je eea ziet. Alsof ik een kameleon ben die mn eigen kleur niet meer laat zien.
Eigenlijk ben ik heel outspoken, open, eerlijk, praat ik gemakkelijk… Maar de ‘gebrokenheid’ waar ik het in mn vorige blog over had maakt dat ik tegenwoordig mn mening voor me hou. Ik slik en stik nog liever dan dat ik een discussie ontketen, dan dat ik face to face laat zien wat ik denk of voel. Puur omdat ik geen vertrouwen meer heb. Niet in mezelf en (vooral) niet meer in de ander. Nee, dit is geen verwijt aan iemands adres, noch is het een jammerklacht. Ik benoem gewoon n feit.

1 van de vragen uit de test ging over mn principes. Die heb ik altijd vrij stellig gehad en ik hield me altijd aan de hoge normen die ik waardevol vond. Nu heb ik ze overboord gegooid en pas ik ze aan al naargelang de situatie… Lijkt makkelijk maar t voelt onrustig. Wederom geen jammerklacht maar een constatering.

Uit de test bleek dat ik t meest op Paulus leek. En voor wie dat een compliment lijkt: ik weet niet eens of ik alle vragen wel goed genoeg heb ingevuld maar zelfs dan nog: Paulus was n opvliegend en wisselvallig type. Hij kon voor een Jood een Jood zijn en voor de Griek een Griek: omwille van t evangelie… Ik ben ook dan sus en dan zo maar ik denk eerder voor mn eigen veilige gevoel dan voor t evangelie.
Geruststellend is dat Paulus zijn bediening begon met behoorlijke inschattingsfouten, dat lang niet iedereen hem waardeerde voor zijn outspoken gedrag ondanks de waarheid in zijn boodschap, dat ook hij de stenen van veroordeling te vreten kreeg…
Maar zelfs als de test klopt en ik het als een compliment mag opvatten dat ik het meest op Paulus lijk… Dan nog had ik liever gehad dat de test schreeuwde “Jij mijn kind, lijkt op Mij” …

wie ben ik wanneer niemand kijkt?

blindWie ben ik wanneer niemand kijkt? Wie ben ik wanneer niemand let op wat ik doe?

Bij haast alles wat ik doe hou ik er rekening mee dat er over mijn schouder wordt meegekeken. Dat er mensen zijn die een oordeel over me vormen aan de hand van dat wat ze van me zien.  Helaas heb ik de negatieve kant daarvan dermate intens ervaren dat ik bijna niets meer durf.  Tenminste, dat waarin in mezelf juist kan of ‘moet’ laten zien, dat waarin ik mezelf kan uiten, hetgeen waar ik me met hart en ziel ik kan ‘verliezen’…  daar schrik ik van terug.

Ik zing niet meer (niet dat ik het kon maar op zondag in de kerk genoot ik er eerder wel altijd van… nu mag dat hele blok wat mij betreft overgeslagen worden.).

Ik was graag druk bezig en dacht met plezier overal in mee – geen haar op m’n hoofd die er nog aan denkt me ergens voor in te zetten.

Ik was een mensenmens, sociaal, enthousiast vol passie. Nu is m’n wereldje klein en zit ik het liefste thuis. Vriendschappen (de diepgaande soort) zijn, vrees ik,  niet meer aan mij besteed…

Ik kon mezelf helemaal kwijt in het schilderen – ik hou bijna geen penseel meer vast.

Ik hou van schrijven, mijn gedachten toevertrouwen aan papier (PC / Blog), maar heb continue een writers block omdat ik veel niet meer durf of wil zeggen.

Ik heb me er een poos schuldig onder gevoeld. Maar die fase is gelukkig voorbij. Ik vind het allemaal wel ‘best’. … Alsof ik ipv een Martha nu meer een Maria ben geworden …

En toch blijft ergens die drive… de wens om gehoord te worden. Maar dan gehoord zonder veroordeling die erop volgt en omdat ik niet beter weet dan dat deze altijd wel ergens volgt hou ik liever m’n mond, voer ik liever geen klap meer uit.

Wie ben ik wanneer ik niets meer doe? Wie ben ik wanneer niemand kijkt? Wat blijft er van me over?

Ik denk gelijk aan 1 Petr 2:9 en 10 waarin staat dat we een heilige natie zijn, een koninklijk priesterschap een volk van God … Een tekst die ik altijd heel mooi heb gevonden (blogde er eerder al over) en die iets zegt over de status waarmee je als christen bekleed bent. Een tekst die je eigenlijk leert dat je trots mag zijn op jezelf …. maar het is ook een tekst die me in een groep plaatst…  Wie ben ik zonder die groep?

Ik ben ‘gewoon’ Gods maaksel (Efeze 2:10). Iets wat Hij ooit bedacht heeft, een idee wat in Zijn hoofd ontstond en waarvan Hij vond dat het goed genoeg was om uitgevoerd te worden. Goed genoeg dus, anders had hij het niet gemaakt. Ik hoef niks te doen. Ik ben niet wat ik doe. Ik ben niet waar ik leef, ik ben niet hoe ik denk. Ik ben niet wat anderen van me denken. Ik ben Zijn maaksel. En wanneer anderen me veroordelen, is dat indirect een veroordeling aan Zijn adres…

Ik ben deel van Hem – in Hem geborgen. (Kol 3:3)  Dus ben ik wie ik ben, net als Hem.

Hoe komt het dan dat het zo niet voelt?

(Nav Hartschrift blz 26 van Coby Kremer)

Omhoog ↑