vandaag is het wonderdag

kalmaandagEen dag als geen ander, en toch weer hetzelfde stramien. Het onlangs hernieuwde ritme baant zich haastig een weg naar een bekend patroon. Alles is anders,  niets is veranderd.  De kop is eraf, het begin is begonnen, kennis gemaakt: rust gestaakt.

De start was vurig, vol passie voorbereid. De weken ervoor hadden tot energie geleid. Het nieuwe wordt nu oud, het oude vertrouwd.

316 nieuwe gezichten. Evenveel namen, verhalen, syndromen en dromen. Nieuwe collegae komen er nog bij, andere methodes sluiten de rij. Allen lijken ze te schreeuwen “Aandacht, Aandacht, denk aan mij!” Mijn hersenpan stoomt op vol vermogen, doet een aanslag op mijn lijf. Rust zoeken is noodzakelijk, dat staat buiten kijf.  Maar buiten kijf staat buitenspel: eerst nog die ouderavond, erna een werkweek met klas 1,  de nieuwe methode kan niet wachten en elke les dient voorbereid… nogal logisch dat ik mijn huishouden mijd.

 

Gister sloeg vermoeidheid als de man met de hamer. Genadeloos veegde ze de vloer met me aan. Afgepeigerd, afgemat en afgedraaid sleepte ik lijf en leden naar de genade van mijn kussens en de  sereniteit van het o zo heerlijke dekbed. Maar vrouwe rust liet, gehinderd door gedachten, eindeloos op zich wachten.  Ik zocht mijn heil bij een neut. Het werden er twee, en nog een geut.

 

Vanmorgen, bij het tergend geluid van ontwaken beloofde ik mezelf een middag van slapen. Ik zag op tegen dat wat komen zou. Waar moest ik de energie gaan halen? Gelukkig een korte dag. Slechts 3 lessen. Slechts 2,5 uur. Slechts 87 leerlingen met bijhorende namen. Slechts 17 collegae. Vandaag zelfs maar 1 methode.  Ik beloofde mezelf “Het is zo voorbij. Dat bed met die kussens is straks helemaal voor mij.”

Dan komen ze binnen, zie je die gezichten, net zo vermoeid om aan deze dag te beginnen. Ik las het in hun ogen:  de moeite met deze zoektocht naar routine, het lastige wennen aan het hernieuwde ritme, het moeilijk accepteren van datzelfde stramien.  Ik kon het niet laten, boorde alle restjes aan. Ook vanmorgen ging ik er vol tegenaan. “Moeite met dit? Ik help je even.” “Hoofdpijn, laat me je een glas water geven.” “Die leraar heeft de pik op jou, leg me uit, hoe kan dat nou?”  De bel klonk maar ik ging door. Een kopietje hier, een mailtje daar, nog even een luisterend oor. Intussen waren ruim 5 uur voorbij gevlogen. Verbazingwekkend. Ben ik misschien bevlogen?

 

Een dag als geen ander en toch hetzelfde stramien. Alles is anders, niets is veranderd. Het nieuwe wordt oud, het oude vertrouwd. Het is maar dat ik van het onderwijs houd.

Help! Is er ook een meldpunt voor ‘normale’ kids?

jongereIk geef godsdienst. Dat wil zeggen dat ik ervoor betaald word om voor de klas te staan, de christelijke identiteit van de instelling moet representeren (zonder te evangeliseren) en geacht word de leerlingen wat kennis over godsdiensten bij te spijkeren.  Maar het vak is zoveel meer. Ik noem het ook liever ‘Levensbeschouwing’ omdat ik mijn ‘pubers’ inzicht wil geven in zichzelf, anderen en in (geloofs)groepen. Ik sta stil bij verschillende levensvragen die zich onverwacht, ongevraagd en vaak ongewild zomaar aan je kunnen opdringen. Er is niet 1 lesmethode die ik werkelijk recht vind doen aan het vak en dus ‘verzin’ ik met regelmaat mijn eigen lessen, wanneer mogelijk afgestemd op de actuele noden van m’n leerlingen.

Zo merk ik nu dat het kiezen van een profiel / vakkenpakket menigeen onzeker maakt en ze daardoor gaan twijfelen aan zichzelf. Ongenoegens komen bovendrijven en bij vlagen uit zich dit in onrust en onvrede.

Deze week heb ik al een aantal keer -zomaar ’tussendoor’ – een stel gesprekjes met  leerlingen gehad. Buiten de lessen om uiteraard. In mijn pauzes of soms blijf ik zelfs een uur of langer ‘wachten’ omdat ze vroegen of ik tijd voor ze kon maken.  De één moet thuis erg veel helpen (ook in de zaak), heeft een zieke oma waarvoor gezorgd moest worden en aangezien ouders de Nederlandse taal niet helemaal machtig zijn maar toch een bedrijf hebben moet zij merendeel van de zakelijke brieven schrijven.  Financieel staan ze er nu niet heel goed voor. Ze sliep slecht. (Goh – hoe zou dat komen). Haar cijfers laten toe dat ze kan kiezen wat ze wil. Voor het bedrijf zou iets wiskundig wel handig zijn – maar daar heeft ze niet zo veel mee. “Wat moet ik doen?” “Hoe weet ik wat ik moet worden?”

Een ander worstelt met trauma’s – waar ik nu maar even niet over zal uitweiden.  Vandaag spendeerde ik mijn pauzes aan een leerling die zich door het thuisfront niet geliefd voelt. En voor wie denkt ‘Daar heeft haast elke tiener wel eens last van.’ – hier betreft het geen puberkwestie, dit speelde vorig jaar (en de jaren daarvoor?) ook al – het gevoel is reëel.  Het is voor niemand leuk om nooit te horen ‘Hé hoe was je dag vandaag.” Of om avond aan avond alleen voor de tv te moeten ‘hangen’. Maar voor een puber is het extra erg: middenin je ‘losmakingsproces’ wanneer je volwassen probeert te worden heb je juist een liefdevolle en betrokken omgeving nodig. De basis van waaruit ze hun vleugels horen uit te slaan moet stabiel zijn willen ze niet struikelen of vallen om al klapwiekend en stuntelend te hoeven starten in het leven wat ‘volwassen’ heet.

Het enige wat ik kan bieden is een luisterend oor – wat mij betreft elke pauze weer. Ik kan verwijzen naar de schoolmaatschappelijk werkster, maar vaak sta ik toch dichterbij. Niet in het minst vanwege mijn vak…

Via via hoor ik dat een eersteklasser het thuis ook niet makkelijk heeft. Weer een ander zit in het zoveelste pleeggezin. Nog een ander is extreem vaak ‘ziek’. Add, Adhd, Pdd, Asperger… wanneer een leerling een sticker heeft (en ook die zijn er voldoende) komt daar altijd moeite en worsteling bij kijken.  Menig leerling voelt zich vaak eenzaam en verdrietig (Ok, iets wat bij de leeftijd hoort maar a) dat weten zij vaak niet en  b) dat maakt het niet minder erg), sommigen zijn ronduit down of depressief.

Op facebook zei iemand dat het leek alsof ik steeds minder toekwam aan lesgeven. (Complimenteus bedoeld) En ja, in verhouding ben ik steeds meer tijd kwijt aan ogenschijnlijk onbelangrijke tussendoor gesprekjes. En dat maakt ook dat ik steeds meer tijd kwijt ben om me in te dekken. Als een leerling mij smst of whapt (ja ze hebben mijn 06 – nee dat was niet de bedoeling maar ging ‘per ongeluk’ – en nee, ze hebben er nog nooit misbruik van gemaakt- maar ja: ik anticipeer op hun wijze van communiceren.) anyway – als ik terug sms of whap ben ik continue aan het bedenken hoe ik iets schrijf, welke emoticons ik erbij kan gebruiken of welke beter niet, hoe het over kan komen, hoe ik dit ga uitleggen als ik ervoor ter verantwoording wordt geroepen. enz enz. Heel vermoeiend.

Na elk ‘gesprekje’ ben ik tijd kwijt aan het overwegen of ik dit moet melden of niet, wat ik dan wél doorvertel en wat niet, of ik het vertrouwen van de leerling niet beschaam, of dat het te onbenullig is om door te geven of juist niet …  En bovenop dit alles heb ik soms echt verdriet. Dan huil ik om de tranen die zij moeten huilen, voel ik de pijn die zij voelen. Ben ik boos op deze onrechtvaardige wereld. Zit ik even zelf heel erg slecht in mijn vel. Vanmiddag had ik zo een moment.

Ooit zong ik het lied “Heer raak mijn hart aan” (Opwekking 471)  “Heer raak mijn hart aan, maak mij bereid uw pijn te voelen, uw tranen te huilen, bewogen te zijn … maak mij bereid.” 

En hoezeer ik ook besef dat mijn pubers een luisterend oor kunnen gebruiken… soms wordt het me teveel en heb ik haast spijt dat ik dit ooit oprecht zong. Ik heb toen nooit geweten wat ik met dit lied vroeg … wat ik werkelijk zong … Wat Zijn pijn voelen, Zijn pijn om de gebrokenheid in deze wereld, om het verdriet van deze jongens en meiden, om al het onrecht wat hen overkomt… Zijn pijn voelen, is absoluut niet leuk.

Omhoog ↑