Een gezegend liefdeloos huwelijk

12032846_10206318898945718_9003962628064943760_oHet zal je maar overkomen; je zusje was helemaal hoteldebotel van die super aantrekkelijke hunk die met zijn plotselinge aanwezigheid het hele dorp op z’n kop zette. Aan de manier waarop hij soms opschrikt of achterom kijkt merk je dat hij wat op zijn kerfstok heeft en je vader weet er duidelijk meer van. Behalve z’n goede looks en de bereidheid te werken bezit hij niets, maar wanneer de maanden verstrijken blijkt hij handig, slim en inventief en weet hij iedereen voor zich te winnen. Vooral je zusje. Een steek gaat door je hart. Het is altijd je zusje die bij de kerels in de smaak valt. Je beseft dat je niet moeders mooiste bent maar toch doet het je verdriet.

En dan, na zeven jaar van knoeterhard werken komt de dag dat de held eindelijk met je zusje mag trouwen. De voorbereidingen zijn al wekenlang aan de gang; de uitnodigingen gingen de deur uit, de nodige dieren werden geslacht, zoete lekkernijen in honing geweekt, heel wat kruiken wijn werden aangevoerd en de kleurrijke bruidsjurk met gouden tierelantijnen is al veel te lang de eyecatcher in het vrouwenverblijf. Je hebt nog nooit zoveel kleuren gezien in 1 kledingstuk. Het gewaad is een koningin waardig. Je vindt het gaaf voor je zusje dat ze eindelijk mag trouwen met de man die maar liefst zeven jaar op haar wilde wachten, maar stiekem had je zelf …

Maar je vader heeft andere plannen. Je zusje wordt met een smoes weggelokt en jij moet in haar plaats met de oudere dames mee. Je wordt gewassen, je lijf ingesmeerd met de geurende oliën die eigenlijk voor je zusje waren besteld en voor je het weet ben je gehuld in al de lagen delicate stof van die mooie jurk en valt de sluier voor je ogen. Met een laatste zet sta je ineens voor de man van je zus haar dromen en wordt de huwelijksceremonie voltrokken. Hoe kan je vader je zus dit aandoen? Hoe kan hij dit jou aandoen? Waar is Elohim? Waarom staat God dit toe? Wat zal er gebeuren wanneer de waarheid boven tafel komt? Wat als hij het ontdekt voor …  je weet zeker dat dit je leven lang als een schandvlek zal zijn.

De wijn vloeit rijkelijk, de nacht valt, hij lacht en liefkoost en de olieën op je huid vermengen zich met zijn zweet. Misschien komt het toch nog goed.

Echter, wanneer de verneveling zich samen met de nacht terugtrekt openen zijn ogen. Zichtbaar ontdaan duwt hij je ruw van zich af en stormt de kamer uit. Woest wanhopig probeert hij verhaal te halen bij je vader, je zus huilt tranen met tuiten en terwijl de nieuwe onderhandelingen beginnen moet jij over tot de orde van de dag. Je huishoudelijke taken roepen. Je hebt je erbij neer te leggen. Je man wil je niet maar het huwelijk is geconsumeerd, je zult het ermee moeten doen. Nog een keer zeven jaar werkt je echtgenoot voor je vader. Hij moest en zou je zus als vrouw hebben. Wanneer hij ’s nachts bij je komt weet je dat zij het is naar wie hij werkelijk verlangt.

12046787_10206318897505682_6667307864322009137_nHet verhaal van Leah en Rachel (Genesis 29) heb ik altijd een vreselijk en dramatisch verhaal gevonden. Blind voor wat God voor hem op het oog had werkte Jakob  14 jaar lang om de mooie Rachel zijn vrouw te kunnen noemen. Wat een drama voor Leah. Je zal maar in een liefdeloos huwelijk zitten. Je zal je man maar moeten delen met je bloedmooie zusje.  …  Maar in een tijd waarin kinderen je status en toekomst vormden bleef Rachel onvruchtbaar en werd Leah gezegend met een heel stel zonen. Rachel mag dan de beauty zijn, maar wat mooi is aan de buitenkant hoeft niet vruchtdragend te zijn aan de binnenkant. Leah mag dan niet de voorkeur van haar man dragen, om haar heen krioelen de handjes en voetjes en kirren de stemmen van haar nageslacht en daarin blijkt de voorkeur van God. Dwars door alle afwijzing heen leert ze dat wat de mens negeert vaak door God wordt geselecteerd. Hij kiest de ongekozene. Hij is het die toekomst en status uitdeelt.

De jaren verstrijken en hoewel Rachel duidelijk zijn favoriet blijft, groeit Jakobs liefde voor Leah. Na jaren, wanneer de jonge schoonheid begint de verbleken opent God alsnog Rachel haar schoot en schenkt haar kinderen. Het is Rachels zoon die jaren later het gezin van de hongerdood redt. Het is de bloedlijn via Leah waaruit Jezus wordt geboren.

Wat in de ogen van mensen tot mislukken gedoemd lijkt, wordt bij God tot zegen geleidt, maar je moet wel de bereidheid hebben jaren van ogenschijnlijk onrecht te slikken.

(meer bible journaling: volg me op Instagram of Pinterest)

Werkloosheid in de bijbel

loesje werkloosIn de klas hebben we het nu over de parabel van de werkers in de wijngaard. Voor verstokte christenen een overbekend verhaal.

Jezus vertelt dit verhaal naar aanleiding van de vraag hoe je in de hemel komt. Hij begint met het standaard Joodse riedeltje dat je God moet liefhebben enz enz. Maar wanneer de rijke jongeman aangeeft dat hij al die Joodse regeltjes al zowat zijn hele leven volgt geeft Jezus hem het advies om al zijn bezittingen te verkopen en hem te volgen.

Al je bezittingen … zou jij je huis, je auto, je tv, je bed, je voorraadkast, ALLES verkopen om Hem te volgen? De jongeman kan het in ieder geval niet. Beteuterd druipt hij af. De discipelen zijn hevig ontsteld en vragen zich hardop af of er nog wel iemand is die dan wel gered kan worden…  Maar Jezus maakt het ze glashelder: bij God is alles mogelijk, mits je Hem maar volgt.

 

Zou jij in staat zijn, nu, vandaag, om heel je hebben en houden te verpatsen? Hoe vast zit je aan je spullen? Eigenlijk is het geen eerlijke vraag. Tussen de cultuur van toen en nu heerst een mega-grote kloof. Destijds was het vrij ‘normaal’ om – wanneer een rabbi je ‘wilde’- alles achter te laten om bij hem in de leer te gaan. Het was bijzonder, iets wat maar weinig mensen was weggelegd omdat je bij de slimste slimmeriken moest horen die de heilige boeken door en door moest kennen … pas dan had je ooit, misschien een kans dat een rabbi je goed genoeg vond dat je hem mocht volgen. Wanneer je een rabbi volgde, deed je dat soms jarenlang en gedroeg je je zoals hem, je deed wat hij deed, negeerde wat hij negeerde, leerde wat hij leerde. Copy cat. Leren en groeien door te volgen. Anyway, als je die kans kreeg, deed je dat. Dat deze jongen dit bewust niet wil zegt dus iets over zijn leerbaarheid, over de waarde die hij hecht aan het ‘gemakkelijke’ leventje. De ‘eer’ was ondergeschikt aan zijn rijkdom. Hij was niet bereid om alles los te laten en te leren leven als Jezus.

 

Het volgen van een rabbi was dus sowieso voor bar weinig mensen weggelegd. Hoe kan Jezus dan stellen dat dit een voorwaarde is om in het koninkrijk te komen? Logisch dat de discipelen zowat half in paniek raken… Bij God is alles mogelijk, mits je Hem maar volgt. Hoe dat dan precies werkt legt Jezus uit aan de hand van het verhaal van de werkers in de wijngaard.

Samengevat: er is een wijnboer wiens druiven dringend geoogst moeten worden. Zoals gebruikelijk gaat hij naar het arbeidsbureau van die tijd – de markt- om net als andere werkgevers arbeiders in te huren. In die tijd had je vooral dagloners. Mensen die brood op de plank wilden gingen ’s ochtends vroeg naar de markt en hoopten erop dat iemand een baantje voor ze had. Aan het eind van de dag ontvingen ze dan het afgesproken loon om de volgende ochtend hetzelfde ritueel weer te ondergaan. Er was geen sociale zekerheid, geen financieel vangnet, het was een gure en onzekere tijd voor veel werkzoekenden. Enfin, de wijnboer huurt die ochtend een stel kerels in, het aantal wat hij denkt nodig te hebben en spreek een behoorlijk loon met ze af. Echter, na een paar uur ziet hij dat hij toch werknemers tekort heeft en hij haast zich weer naar de markt in de hoop dat er nog mensen zijn… En ja er staan er nog genoeg. Allemaal lui die niet zijn uitgekozen door andere werkgevers en al bijna de hoop op een avondmaaltijd hadden opgegeven.  Weer een paar uur later heeft de wijnboer door dat hij er nog steeds te weinig heeft… en weer gaat hij naar de markt. Het is echt het ‘afval’ wat achterblijft natuurlijk, want de sterke, bekwame arbeiders zijn er door anderen al uitgeplukt. Zo gaat dit een aantal keer. Iedere keer weer kiest de wijnboer weer nieuwe mensen… En met allemaal spreekt hij telkens hetzelfde dagloon af.

Aan het eind van de dag, wanneer hij iedereen uitbetaalt zijn de eerste arbeiders pissed. Ze krijgen ‘maar’ evenveel als die zwakke, zieke en misselijke ouwelui die halverwege of zelfs aan het eind van de dag pas werden ingezet. EVENVEEL! Belachelijk vinden ze het. Maar de wijnboer houdt voet bij stuk: “Ik had dit bedrag met je afgesproken – dit is wat je krijgt – ik doe met MIJN geld wat IK wil.”

 

De meeste leerlingen zijn het met de eerste arbeiders eens. Wie meer werkt moet ook meer krijgen. Maar wanneer ik ze wijs op hun oude opa’s en oma’s, de zieken of gehandicapten, op langdurig werklozen … niemand wil dat wie dan ook sterft van de honger. Voor sommige mensen is een uitkering noodzakelijk om te kunnen leven. .. Natuurlijk kan er stevig misbruik van gemaakt worden, maar in het verhaal las je alleen maar over mensen die wel wilden werken maar de kans niet kregen. Voor hen leek het – naarmate de dag vorderde- steeds onmogelijker om geld in het laatje te krijgen. Misschien konden ze fysiek niet eens de hele dag werken en heeft de wijnboer dat gezien en ze daarom pas later aangenomen… Dan is hij eigenlijk wel heel vrijgevig … Als alle werkgevers zich als deze wijnboer zouden gedragen, dan zouden er in ieder geval veel minder werklozen zijn.

 

Wat Jezus met dit verhaal wil zeggen: bij God is alles mogelijk. Daar waar mensen niet meer kunnen, begint God. Wanneer je hem wel wil volgen, dan tilt God je over je kunnen, over je mogelijkheden, heen. Waar jij onbekwaam bent, geeft God je alsnog kansen. Hij laat je uitblinken op je eigen unieke wijze.  Wanneer jij iets slechts deels kan, vraag God je niet om het geheel. … Als je maar wil volgen.

 

De vraag is dus … wil je wel?

 

 

zucht – onderwijs – wat is van belang?

leraarEr zo één collega die me altijd belachelijk maakt. Mij of mijn vak, dat is hem om het even. Elke keer weer heeft hij wel een denigrerende opmerking. “Ach, het is godsdienst maar.” “Tja, wat moet je met zo een vak.” “Alsof jouw vak van betekenis is.” “Nee, jij stelt veel voor.”  … Hij weet het iedere keer zo te brengen dat het zogenaamd grappig is en als je er wat van zegt heb je geen humor.

Laatst maakte hij weer een brute opmerking – zo bruut dat de enige collega die het hoorde zich verslikte, de wenkbrauwen omhoog trok, “Sooooo” riep, het hoofd iets knikte en me een veel betekenende blik vol medeleven gaf. Á la minute diende ik hem met een poeslief lachje van repliek “Tja en dit is waarom ze jouw contract niet verlengen en het mijne wel.” BAM – Ik wachtte zijn reactie niet af, draaide me om en liep naar mijn lokaal. Achter me hoorde ik de meelevende collega in de lach schieten maar verder bleef het opvallend stil. Mijn vak zo inferieur behandelen… tsss.

 

Soms …

Vanmorgen extra vroeg begonnen om met mn sectiecollega alvast de nodige voorbereidingen voor het volgende jaar te inventariseren. Eindelijk heb ik een collega die net zo enthousiast en vooruitstrevend over het vak denkt. Wilde ideeën als een kloosterweekend, reli-bootcamp en christo-kunstproject passeerden de revue. Natuurlijk moet de directie ook nog zijn zegje doen maar sommige ideetjes zijn best haalbaar, betaalbaar, vakoverstijgend, leuk én leerzaam.  Zo aan het eind van het schooljaar – uitgeblust als een docent dan is – werden we steeds enthousiaster over het komende seizoen.

Mijn enthousiasme werd echter snel de grond in geboord toen ik van de ene naar de andere locatie pendelde. 5 uur lang kreeg ik het ene na het andere probleem over me heen: een dikke mail van ouders (het ging niet over mij maar ik kon er alsnog niets mee), leerlingen die me in de auto al aan het whappen waren wanneer ik tijd had voor ze, een klas die in grootse ontsteltenis mij het allerergste falen van een veel te lieve collega presenteert als een storm in een glas water, een hysterisch huilende dame omdat haar verkering het heeft uitgemaakt, een groep luidruchtig roddelende leerlingen over die dame, een andere leerlinge die er voor de tweede keer uitgestuurd was – natuurlijk volkomen onterecht- en furieus en gefrustreerd haar gelijk bij mij probeerde te halen, de veel te lieve collega die met tranen bij me kwam…

Als ouders bij me in de klas hadden gezeten had mijn vak ze kunnen leren dat veroordeling meestal niet op zijn plek is. Maarja dat ‘kan’ niet en dus maar een überkorte reactie geschreven in de hoop dat hun kind beseft dat ik naar die lessen verwijs. Dat die ene jongen zich prettig genoeg voelde om mij te whappen en om een gesprek vroeg komt niet in het minst door hoe mijn vak je aan het denken kan zetten. We hebben er rustig over gepraat, en ik kon hem verwijzen naar de les over inzicht in jezelf en groepsprocessen en aan het eind van de middagpauze kon hij ietsie wijzer weer verder. De hysterische klas gaf ik in de pauze erna op zijn flikker en verwees ik naar de lessen over respect, groepsdruk en intrinsieke motivatie. Het was niet wat ze hadden verwacht maar ze gaven me wel schoorvoetend gelijk. De gefrustreerde, huilende leerlinge heb ik getroost, gewezen op eigenwaarde en op het ‘geloven in jezelf’. De roddelaars hield ik een spiegel voor en dropen min of meer beschaamd af en voor de veel te lieve collega stapte ik een half uur uit de klas om even naar haar verhaal te luisteren. Met een half oog de orde achter de deur in de gaten houdend probeerde ik haar te bemoedigen en te vertellen hoe ik het heb aangepakt.  Na mijn laatste les nog een uur met een leerling zitten praten die haar verhaal kwijt moest en ook haar weer gewezen op de lessen over kernkwaliteiten, valkuilen en uitdagingen.

Tussendoor had ik natuurlijk ook nog les, met dyslectische leerlingen, adhd-ers, PDD-ers, Aspergers en natuurlijk ook heel veel hormonale pubers. Cijfers dienden gecheckt, vragen beantwoord, orde houdend, hoofdstukken afgerond, planning voor de toetsweek uitdelend, klassenuitje geregeld, sectie-etentje gepland … en ik werk op donderdag in principe maar een halve dag…

 

Bekaf, gesloopt en met een kloppend hoofd kwam ik thuis. Als er nu nog iemand is die durft te beweren dat mijn vak niet van belang is …

 

 

bron foto

 

Omhoog ↑