Pastelpotloden – welke?

(scroll down for English translation) 

Zoals beloofd in de Facebookgroep – ik heb een 7tal merken pastelpotlood uitgetest. Pastelpotloden zijn super zacht, breken snel maar zijn heel goed uit te vegen en te blenden. Ideaal voor op dun bijbelpapier. Ik koos voor 7 merken waarvan ik begreep dat ze van betere kwaliteit waren.  Zie het (korte) filmpje.

Tip: pastelpotloden kan je niet zo puntig slijpen – althans niet in vergelijking met hardere potloden. Je hebt een puntenslijper nodig die een kortere punt slijpt dan standaard.

I prefer to use pastelpencils in my bible. They are very soft and blendable. In the video you see me testing and comparing 7 different brands.  Sorry it is in Dutch. I compare the intensity of the color, how soft they are (I prefer very soft) and the price (in NL). 

I prefer the brand Conté a Paris; the most expensive one. But to be honest: these brands are all good. If you like your pencils a little harder: go for Cretacolor. If you want a good rich color but don’t want to pay too much: go for Koh-I-Noor and just buy the colors you like individual in an outlet-store.  I already had a box of Bruynzeel Design pastelpencils: I really like them – even after this test. 

Tip: pastelpencils need a specific sharpener. You can’t get these pencils as pointy as regular pencils because they crumble way to quick. 

 

 

Follow me on youtube, insta or join our facebookgroup.
Or subscribe to this blog (scroll down and fill in your email) 
or send me your email with the contactform .  
Everything on this blog is my creative proprietorship and  
therefor cannot be used (other than personal) without specific 
permission.  Sharing on social media will be appreciated.

zo moeder zo zoons – zo grootouders??

camera 2012 271Als ik ergens allergisch voor ben dan is het mezelf moeten vergelijken met een ander. Met wie ik mezelf ook vergelijk, ik heb altijd het gevoel er bekaaid vanaf te komen. Met teleurstelling en ontmoediging tot gevolg.  Nu vraagt m’n hartschrift me mezelf te vergelijken met mijn vader en moeder en te zoeken naar een eigenschap die ons verbindt.  Pff – moeilijk zeg. Ik denk dat we geen van allen goed met afwijzing om kunnen gaan. Maar hé,  wie wel?

Ik heb de neiging om negatieve dingen in mezelf te zoeken – en in dit geval geldt het spreekwoord wie zoekt die vindt voor 100%… Maar dat vind ik niet eerlijk tegenover mijn ouders.  Ik wil iets positief zoeken:  creatief. Mijn ouders zijn beide – op geheel eigen wijze – creatief. En dat ben ik zelf ook wel. Tenminste, wanneer ik in de mood ben. Niet zozeer alleen in het maken van dingen, maar ook wel in het bedenken.

Net als m’n vader heb ik altijd de ambitie, hoop en dromen gehad om iets te ‘bereiken’.  Al is aan die gedrevenheid nu wel een einde gekomen. Net als mijn moeder geniet ik nu het meest van mijn kids. Ze zien groeien naar volwassenheid, met alle vallen, nog eens vallen en opstaan, vind ik prachtig. En hoewel ik van mezelf niks meer ‘moet’ (heb er zelfs een aversie tegen) blijf ik bezig op mijn manier. Soms weet ik niet wat ik allemaal gedaan heb maar is de dag weer voorbij zonder dat ik heb stilgezeten – maar veel nuttigs heb ik dan ws. ook niet uitgevoerd…

Lastig, mezelf vergelijken met mijn ouders;  ik vind mezelf gewoon heel anders. Als ik het omdraai, en m’n zoons met mij vergelijk herken ik veel meer. Het teruggetrokken gedrag van Zoon 1, het niet tegen (onduidelijke of onverwachte) veranderingen kunnen maar tegelijk een hekel hebben aan sleur, het hyperactieve (bij mij dan meer occasioneel manisch :B), het niet kunnen stoppen van gedachtestromen, het creatieve in dingen bedenken… Of het attente van Zoon 2, het altijd geaccepteerd willen zijn, niet tegen grenzen kunnen of laat staan tegen afwijzing, het rechtvaardigheidsgevoel, het (extreem) veel tijd nodig hebben om je ergens overheen te kunnen zetten. Maar ook hij is op zijn manier weer creatief en heel inzichtelijk (ik vraag juist hem altijd advies mbt kleding of inrichting) …  Ik kan alleen maar hopen dat ze meer positieve eigenschappen erven dan negatieve…

Grappig, nu ik zo eigenschappen van mijn kids opsom die ik ook in mezelf herken, kan ik deze ook zo toewijzen aan 1 van de vier grootouders … Mezelf zie ik niet als ‘eigendom’ van mijn ouders – maar als losstaand individu (gelukkig maar – anders zou ongezond zijn) terwijl ik mijn kids nog echt als ‘deel / eigendom van mij’ beschouw en dus de vergelijkingen beter zie. Ik moet eens vragen aan mijn moeders of dat gevoel ooit overgaat.  Ik kan het me nl. niet voorstellen. Mijn jongens zijn van mij!

.

 

(nav hartschrift blz 20)

Omhoog ↑