Oorverdovend gefluister 



Ik ben niet vlug boos op leerlingen… Ik doe wel eens boos maar mij er ook zo bij voelen is me in jaren niet overkomen. Maar vandaag was het zover en won eentje de jackpot.  

Dat leerlingen zich een keer storend gedragen is niet raar. Dat doen ze allemaal wel eens. Ze hebben het recht om met vallen en opstaan te leren wat kan en wat niet kan en ook grenzen opzoeken hoort daarbij. 

Wanneer een puber mijn les verstoort toon ik meestal wel geduld maar soms is de maat echt vol, loopt de emmer over, is het genoeg geweest en krijgt de dame of heer in kwestie een standje te verwerken. 

Zo ook vandaag. Minister stoorzender had al een waarschuwing ontvangen en bij het zoveelste gegiebel en gegrap verhef ik enigszins mijn stem en zet hem kordaat op z’n nummer.  

So, bent u ongesteld ofzo?  

Ik wist niet wat ik hoorde… Verbazing, verbijstering en verontwaardiging klonterden samen tot boze proppen die haast oncontroleerbaar door mijn bloedbaan racete.  

Als hij het grappig had bedoeld tot daar aan toe maar zowel de context, als zijn toon en blik  huldden de zinsnede in onbeschofte brutaliteit. 

Mijn wenkbrauwen schoten omhoog, pupillen verwijdden, oogleden knepen lichtjes dicht. Mijn hoofd zette zich in standje hautain en terwijl de klas hoorbaar de adem inhield fluisterde ik dat hij maar beter de klas kon verlaten. 

Blijkbaar communiceerde mijn blik ongekende emoties want met schuldbewust hangende schouders verliet meneer het lokaal. 

Zodra de deur achter zijn gat dichtvalt valt ook mijn boosaardige masker gevolgd door een klassikale zucht van ontlading.

“Mevrouw, ik heb u nog nooit zó boos zien kijken” “Dat u zo rustig bleef?! Die en die had het echt op een schreeuwen gezet.” “U heeft echt zelfbeheersing.” 

Achja…  Zo maak je weer eens wat mee. En voor de ondeugende lezers die zich afvragen of het joch gelijk had; dat wil je niet weten 😉 

Eerst je partner, dan de kinderen …

gezinIk reblogde vanmorgen een post van een Amerikaanse blogger die het lef heeft om de overdreven zorg voor kinderen aan de kaak te stellen. Volgens hem gaan sommige ouders veel te ver in het verafgoden van hun pupillen. Het mag de kroost vooral nergens aan ontbreken, ze doen ‘alles voor de kids’ en daarmee verwaarlozen ze een belangrijk onderdeel van hun opvoeding: hun kind leren dat ze een heel voldaan gevoel krijgt wanneer ze zelf ergens voor gewerkt of gevochten hebt of ze leren omgaan met teleurstellingen. Ik deel zijn mening. Hoezeer ik ook onderschrijf dat je van je kinderen moet houden en je verantwoordelijkheid als ouder moet dragen… je kan hier stevig in overdrijven.

 

Nog vaker dan deze extreme vorm van je kids centraal stellen zie ik dat ouders zichzelf als stel verwaarlozen. “Hij slaapt alleen maar bij ons in bed” , “Nee, ik doe ze niet zomaar naar de oppas.” ,”Het is veel te leuk om de kinderen erbij te hebben”, “De tijd voor elkaar komt wel weer als ze de deur uit zijn.” “Nee, we kunnen het geld nu beter voor de kids gebruiken.” En zo zijn er excuses te over om niet of te weinig in elkaar te investeren. En dat terwijl je als ouder moet voordoen hoe je je eigen relatie onderhoudt en prioriteit geeft. Ouders hebben hierin een voorbeeldfunctie! En nee dat hoeft niet ten koste van je kids te gaan. Sterker nog: doe je het niet, dán gaat het ten koste van je kinderen! Want hoe wil je je kinderen leren hoe ze (later in het leven, uiteraard liefst zo laat mogelijk) een duurzame relatie kunnen opbouwen én onderhouden wanneer je daar zelf jammerlijk in faalt?

 

Ik zie ze zoveel… de ouders die elkaar uit het oog verliezen. Die ‘omwille van de kinderen’ niet meer investeren in zichzelf als koppel. Jonge mensen die het niet eens meer leuk vinden om met z’n twee uit te gaan, omdat ze niet meer weten wat ze tegen elkaar zouden moeten zeggen of omdat ze zich op zo een avond meer zorgen maken om de kinderen dan om zichzelf. En laten we de excuses van oppas en geld even laten voor wat het is: excuses. Want oppas kunnen / willen regelen is meestal een kwestie van prioriteiten stellen en samen iets ondernemen hoeft echt geen geld te kosten.

 

Hoe graag ik ook mét mijn kinderen op vakantie ga, hoezeer ik er ook van geniet om als gezin e.e.a. te ondernemen: even alleen met manlief op pad is iets waar ik behoorlijk veel waarde aan hecht. Al stel ik het lege-nest graag zo lang mogelijk uit: ik kijk stiekem ook al uit naar de dag dat man en ik met z’n twee genieten van lange avondjes voor de open haard, met z’n twee op reis, met z’n twee kokkerellen, met z’n twee …

 

Wat velen vergeten is dat je behalve de mooie dingen ook de vervelende dingen met elkaar moet delen. En delen is heel wat anders dan VERdelen. Natuurlijk ‘verdelen’ wij hier in huis ook de klusjes: ik hoef me totaal geen drukte te maken over de was en kan mijn vuile kleding heerlijk dumpen in de hoek bij de trap, wetende dat manlief het voor me opraapt, wast, uithangt en opgevouwen weer op mijn kant van het bed legt. Hij hoeft zich daarentegen nooit druk te maken over het soppen van de wc of het dweilen van de vloer en het avondeten komt meestal van mijn hand. Maar daar heb ik het niet over. Hoe je als koppel samen omgaat met de minder leuke kanten van het leven zegt alles over de houdbaarheid van je relatie.  Zo peinst manlief er niet over me alleen naar het ziekenhuis te laten gaan voor één of ander vervelend onderzoek.  Ik accepteer zijn teruggetrokken stilzwijgen voor zolang het goed is voor hem en daag hem daarna uit door samen in actie te schieten.  Wanneer moeilijke gesprekken met derden zich aandienen gaan we deze – waar mogelijk- samen aan, of we bereiden ze in ieder geval samen voor.  Waar moeiten ons overkomt nemen we de tijd om er samen even op uit te trekken, samen uit te waaien in het bos of samen een kopje koffie bij een strandtent te drinken…

Het gevolg van dit SAMENleven is dat je elkaar steeds meer begrijpt, steeds meer emotioneel op elkaar ingespeeld raakt en, niet onbelangrijk, anderen geen kans geeft inbreuk te plegen op je relatie.

 

Nu pretendeer ik niet dat wij het perfecte koppel zijn, dat ons nooit wat kan gebeuren. Natuurlijk zijn wij het ook wel eens grondig met elkaar oneens en spat dat er bij tijd en wijle vanaf. Zonder downs geen ups. Maar dat we elkaar na zo een down-fase weer ‘vinden’ heeft alles te maken met de investering die we op andere momenten hebben gedaan.

 

Juist wanneer je kinderen hebt moet je de momenten van investeren vermenigvuldigen. Altijd eerst voor elkaar kiezen (en pas daarna de kids) en in elkaar investeren zorgt ervoor dat je een stabiele basis legt waarop je als gezin kan bouwen. Zonder die basis is de rest slechts een kaartenhuis wat elk moment in elkaar kan storten.  “Alles voor de kids” begint dus met samen-leven in plaats van naast elkaar leven, in mét elkaar praten ipv tegen elkaar, in elkaars leven delen ipv taken verdelen.  Dus: wanneer je je kinderen écht wilt verwennen, verwen dan eerst je partner.

 

 

bron foto: vriendinnenonline heeft mbt dit onderwerp ook een lezenswaardige column: Het mooiste kado voor je kind.

Van Sotsji naar christelijke pornografie

123 dames schaatsenHet dames 1,2,3tje van de 1500 meter is net olympisch ingehuldigd. Het ontroerde me zowat. Ergens kwam er een soort van plaatsvervangende trots bovendrijven. En ik ben niet eens Nederlander – maar met mijn inlevingsvermogen en integratiegehalte is – wat dat betreft – niets mis.

Omdat ik de afgelopen dagen nogal negatief was over het Reformatorisch dagblad dacht ik ff te kijken wat zij online postten over de fantastische prestaties van deze dames. Mogelijk kon ik iets positief bespeuren en daarover bloggen. Maar niets. Nee, echt NIETS. Nu heb ik geen papieren versie en heb ik geen abo maar dan nog … niets? Is het omdat de dames de zondagsrust met de voeten getreden hebben? (De Schrift spreekt overigens over Sabbatsrust wat echt niet op zondag valt – maar das detail – dergelijk foutje vergeven we ze nog wel, toch?)  Anyway, ik dacht dat ze er vandaag wel wat over zouden zeggen maar niet dus. Jammer.

Maar nu ik toch op de site zat gleed mijn blik over een headline – in eerste instantie (vergeef me) las ik ‘Christelijke pornografie’ . Mijn interesse was onmiddellijk gewekt.  Heu – vanuit theologisch perspectief natuurlijk. Maar er stond wat anders. “Christelijke opvoeding wapen tegen strijd pornografie” kopte het stukje.  Het bleek zelfs een redelijk lezenswaardig artikel over de strijd tegen pornografie en hoe je daar al in de opvoeding mee kan beginnen (met de strijd er tégen, niet met de pornografie uiteraard :B). Het zal niemand vreemd in de oren klinken dat ik het er niet helemaal mee eens was; ik zou ik niet zijn als ik geen kritiek had. Maar mijn commentaar is van milde aard deze keer.

Ik ben het in zoverre met de schrijfster eens dat je niet moet dweilen met de kranen open, dat je soms beter de oorzaak kan onderzoeken en aanpakken dan je elke keer weer te richten op individuele gevallen.  Waar ik een beetje voor terugdeins is om het probleem bij een gebrekkige – geloofsarme – opvoeding te leggen. Pornoverslaving is een probleem van zowel  christenen als niet-christenen.  En voor wie denkt dat de christenen in deze problematiek in de minderheid zitten heeft het mis. Opvoeding of geloof is niet de enige ‘bron’ waarnaar gekeken dient te worden.  En je opvoeding kan nog zo goed zijn … een kind gaat uiteindelijk zijn eigen weg.

Het artikel neigt een beetje naar het zoeken van externe motivaties. Er worden,  buiten het kind of de persoon om, redenen gezocht om een bepaald gedachtegoed op te leggen.   Op te leggen. Dat is het gevoel wat ik er een beetje bij krijg, maar dan kan mijn allergie zijn. Als we nou eens beginnen met porno niet als ‘probleem’ te bestempelen maar beginnen met het streven om  ‘gezonde seksualiteit’ te onderwijzen en te promoten. Niet ergens ‘tegen’ maar ergens ‘voor’ zijn is een heel andere houding. (Coming from me, I know. Ik van iedereen ben zo tégen gristenen die overal tégen zijn… :B)

Anyway – van Sotsji naar pornografie lijkt ws. een overdreven grote gedachtesprong. Hoewel: er zijn verschillende sporters die al uit de kleren gingen, plus er zullen vast ook pornoverslaafde atleten tussen zitten en on top of it all  zijn er chevron-types die ik zelf graag uitkleed…  Chevron – ik ben er nog steeds niet overheen. Wat dacht die ontwerper? Nee, het Nederlandse team mag blij zijn met hun stylist! Prachtige outfits; modern, de juiste kleuren, mooie vormgeving en leuke, typerende ‘Neërlandische’ mutsen.  En dan zien we onze dames (ja, nu spreekt de nederlander in mij) op het podium met hun dikke plakken goud, zilver en brons … stralend in hun oranje outfit. Niemand die nog denkt: kleren maken de man en zo weinig mogelijk kleren de vrouw!

Noot: Foto van deze site

Omhoog ↑