Het schooljaar loopt ten einde… De laatste lesdagen zijn geweest en enkel activiteiten als creatieve workshops, museumbezoek en sportdag stonden deze week nog op t programma voor de leerlingen. Voor ons als docenten is het hyperdruk met alle vergaderingen en het afronden / voorbereiden van eea. Ik draai deze week ruim 12 overuren, zoniet meer…
Het was iig een druk jaar, een jaar waarin ik ingezet werd op een locatie waar ik eigenlijk helemaal niet wilde werken. Mijn voorkeur ging niet uit naar derde klassers maar toch kreeg ik ze allemaal. Ik moest mijn lokaal delen met een leraar die -zacht uitgedrukt- er soms een gore bende van maakt en de plicht van opruimen verzaakt. Maar wat moet, dat moet en dan kan je er maar beter het beste van maken… đ
Dus dan maar lopend naar het werk, nieuwe lesplannen bedenken en wekelijks het lokaal een sopbeurt geven…
In december kreeg ik de zorg voor 30 mentorleerlingen erbij. De wiskunde leraar die deze taak eerst toebedeeld kreeg moest ’t wat rustiger doen. Dus inwerken geblazen, alle notities en gespreksverslagen nalezen, rapporten schrijven, oudergesprekken inhalen… En dan ben ik toch echt weer ik: als het gaat om de zorg voor een puber, dan kan ik niks half doen. Gesprekje hier en daar, bemiddelen sus en zo, advies of sturing waar nodig en alles nog een keer – uiteraard – in een continue bemoedigende sfeer.
“Wat doe je nou het beste met een leerling die een ‘oude’ ziel heeft?” Een vraag van een collega die me bevroeg naar waarom en vooral hoe ik mijn pubers zoveel spreek en hoe het kan dat het zo klikt. “Net als bij de rest …” antwoordde ik “… zoveel liefdevolle aandacht geven als nodig en ze altijd in al hun vragen heel serieus nemen. Bereid zijn je pauzes op te geven om Ă©cht met ze mee-te-leven.”
Kleine kinderen hebben praktische zorg nodig, die moet je bij de hand nemen en alles voorleven. Bij pubers is dat niet meer nodig… Nee, fout, ze kunnen zichzelf dan wel wassen en kleden maar geen enkele puber kan zonder voorbeelden. Pubers blijven het nodig hebben dat er iemand is die ze de hand reikt. Figuurlijk dan. Iemand die ze uitlegt waarom de dingen lopen zoals het loopt. Waarom ze zich voelen zoals ze voelen, hoe iets zit, waarom iets niet gaat. … Veel te veel pubers worden aan hun lot overgelaten. Nee – vrij laten- noemen ze dat tegenwoordig. En ja, ze moeten ruimte krijgen, maar ze verdwalen zonder grenzen, zonder iemand die ze aan de hand neemt en ze dat laatste stukje naar volwassenheid brengt.
Je daarvoor inzetten kost tijd. Heel veel tijd. Soms moet je over ‘grenzen’ – want smsen met je leerlingen… Oei oei – let op met wat je schrijft! … Of ze een knuffel geven: kijk uit want voor je het weet…! Maar ze hebben het nodig dat je echt contact maakt! En bij de ene leerling is een schouderklopje genoeg, een ander is echter ‘lijfelijker’ ingesteld en heeft nood aan een knuffel… Zo liep ik een keer in de supermarkt en voor ik t wist had ik een stel armen om me heen… (Tuurlijk ben ik altijd heel voorzichtig, wik en weeg ik talloze malen alles wat ik sms … En een knuffel: ip alleen als er collega’s in de buurt zijn – eea openlijk gebeurt en liever niet bij de andere sekse… )
Soms werd ik er moe van, van dat uitkijken en afwegen wat gepast is en wat niet. Dat ik me altijd moet indekken want vertrouwen is er in de maatschappij niet… Maar wat je ervoor terug krijgt is meer dan bijzonder. Ik heb nog nooit zulke waardevolle complimenten gehad als van deze pubers. Ik voelde me zelden meer gewaardeerd dan door mijn derde klassers. Ondanks hun soms zo verveelde houding đ werden ze een beetje mijn kindjes… Mijn pubers.
Ze maken fouten bij het leven, maken grapjes op het randje en daar ver voorbij đ
, maar ze zijn zo onwijs innemend!
Het jaar is nog niet voorbij, nog een weekje buffelen voor mij. Dinsdag afscheid van ze nemen – op t strand – en dan draag ik ze met heel veel moeite, over naar een volgende hand.