Gelabeld Onderbuikgevoel

Het onderbuikgevoel van de samenleving zegt dat er steeds meer kinderen een labeltje krijgen ; de haast versleten stempel adhd gaat meestal gevolgd door de pot met pillen.  Nog nooit waren er zoveel kinderen aan de medicatie. 

Op social media worden anti-stempel plaatjes en artikels veelvuldig gedeeld en geroemd. Omdat ‘iedereen’ dat onderbuikgevoel als realiteit herkent. 

Maar is dit wel zo? Wat klopt er (niet) aan dit onderbuikgevoel? 
In vergelijking met 15 jaar geleden heb ik nu meer, veel meer ‘label-kindjes’ in de klas.  Waar. Maar de hoeveelheid adhd-stempels vind ik intussen heel erg meevallen.  En medicatie is een taboe zo lijkt het wel. Waar ik vroeger wel een enkele keer een door Ritalin enigszins afgestompt kind in de klas had, zou ik nu soms wensen dat ouders een pilletje overwegen. (Sorry, niet omdat ze druk zijn maar soms domweg onopgevoed brutaal.) 
Maar draai de boel eens om: als we met elkaar vinden dat er teveel labeltjes uitgedeeld worden… aan wie ligt dat dan? Ligt dat dan niet aan de ouders van nu (hand in eigen boezem)?  We willen niet dat ons kind een stempel krijgt maar we willen wel dat het persé op een bepaald -hoog- niveau kan meedraaien.  We vergeten dat er een groot verschil is tussen ‘kunnen’ en ‘aankunnen’ en als ons kind iets niet aankan (wat overduidelijk niet ligt aan zijn cognitie) ligt het dus maar bij ‘het systeem’. Ons huidige schoolsysteem deugd dan niet. 
Ooit gedacht aan de mogelijkheid dat ouders van nu gewoon teveel eisen van hun kind? Vroeger ging een kind ‘simpelweg’ een niveautje lager of deed er gewoon wat langer over. Wat was daar mis mee?? Naar mijn bescheiden mening zijn er nog nooit zoveel (hoog)begaafde kinderen geweest. Maar het onderontwikkelde EQ en het falende copingmechanisme is vooral de schuld van ‘het systeem’. Docenten en scholen moeten zich aanpassen, niet het kind! 

Kijk vooral niet naar jezelf. Kinderen hebben echt geen last van een tv die altijd aanstaat, ze merken er niks van dat mama niet meer van papa houdt en zich liever een poosje richt op haar eigen ontwikkeling. Wat een onzin dat kinderen er ook maar iets van merken dat er nooit meer goed gepraat wordt. En hoezo is vervelen gezond? Volplannen die handel: voorschoolse opvang, school, bso en dan vooral eerst naar zwemles – op maandag dan want dinsdag is het voetbal, woensdag pianoles, donderdag zijn ze bij oma en opa, vrijdag …. 

En geef je kinderen vooral zoveel mogelijk! Verwennen bestaat niet. Leer ze vooral niet dat je moet werken voor geld en waag het niet ze de broodnodige merkkleding, iphone of al dat speelgoed te ontzeggen. Maak ze vooral heel mondig; brutaal en eigenwijs is immers het nieuwe ‘volhardend’. En leer ze vooral dat de wereld aan hun voeten ligt; aanpassen en doorzetten is niet meer nodig. 
Nope, als ze e.e.a. niet ‘aankunnen’ ligt het aan ‘het schoolsysteem’; dat deugt niet … en als het echt niet aan school ligt, is het toch een label en dus weer een probleem van het onderwijs. Maar, vergeef me, dat is slechts mijn onderbuikgevoel.  
(Ps- lees vooral mijn disclaimer

Ouders van tegenwoordig

 Zucht. Soms vraag ik me af waarom ik nog in het onderwijs sta. Niet omdat ik het lesgeven zat ben hoor. En nee de pubers van tegenwoordig kan ik nog prima handelen. Het zijn de ouders waar ik geregeld hoorndol van word. Wat een zeikerds en betweters is dat ras soms. 

Natuurlijk kennen (de meeste) ouders hun kinderen erg goed. Maar elke ouder heeft 1 of meerdere blinde vlekken als het om zijn of haar kind betreft. Zeker pubers zijn zo aan lichamelijke zowel als sociaal-emotionele veranderingen onderhevig dat je het als pa en moe alleen maar bijhoudt als je er overdreven beschermend bovenop zit en zelfs dan is het plaatje nooit compleet.

*newsflash* ELK kind heeft zo zijn tekortkomingen en ELKE puber zal daar toch echt zelf de veranwoording voor moeten leren dragen.  
Bijna iedereen weet dat er een best grote groep ouwelui bestaat die hun nageslacht qua intellect veel te hoog inschatten. Maar wist je dat de categorie ‘doe mijn kind maar een niveautje lager’ ook ruim is vertegenwoordigd?  

Wij onderwijskrachten worden steeds minder serieus genomen. Maar als een kind op school – door wat voor omstandigheden dan ook- het niveau niet laat zien… Dan is de kans heel groot dat het dat niveau niet heeft! 

(Ik heb het hier even niet over de pubers met een stoornis oid – dat is iets andere koek.)  

Ouders denken zich steeds meer te kunnen bemoeien over wat we onderwijzen en hoe zij vinden dat wij professionelen dat zouden moeten doen. Maar sorry hoor, ik zeg de huisarts toch ook niet hoe hij me moet onderzoeken en wat hij moet denken dat er aan mij mankeert? Wanneer ik mijn auto naar de garage breng ga ik de monteurs toch niet vertellen hoe ze de olie moeten verversen laat staan hoe ze bepaalde onderdelen moeten vervangen!?  
Afgelopen week was het weer raak. Een aantal leerlingen hielden een zwaar belabberde presentatie. Om een lang verhaal kort te maken: het was na een uitgebreid gesprek overduidelijk dat ieder lid flink in gebreke was gebleven en ze kregen een 4,4. Behoorlijk prut dus. Voor de goede orde: ik werk met een uitgebreide lijst van punten waarop gescoord kan worden en de meeste leerlingen scoren in totaal al snel een 7 of hoger en ook een 10 is niet onmogelijk.   Enfin, krijg ik ‘smiddags een mail van moeder X… Toon duidelijk op standje verwijtend. Alles lag aan de andere pubers en niet aan die van haar. 

Uiteraard antwoordde ik keurig en beleefd en geef ik mijn beeld op het geheel.  Nog geen paar uur later vind ik een envelop in mijn postvak. Erin een krantenartikel (foto) met wat zinnetjes onderlijnd waaruit moest blijken dat ik mijn werk niet goed deed. Hoezo passief-agressief.  Werkelijk, van zoiets kan ik witheet worden.  

Bijna had ik de neiging om wat andere zinnetjes in rood te onderstrepen en het bericht mee terug te geven. Daarmee aantonend dat moeders zwaar selectief leest en uiterst subjectief is en mij als pro mijn werk moet laten doen. Maar nee, ik hou me in. (Ik schrijf wel een blog 😜)  


De dag erna heb ik weer een presentatie. Enthousiast als ze zijn maken deze leerlingen al tijdens de pauze het lokaal in orde. Wanneer de bel gaat en ik binnenwandel zit de hele klas al klaar en openen ze hun presi uiterst origineel en weten ze bijna 30 minuten lang de hele klas te boeien. Halverwege moet ik van ze meedoen met een groepsopdracht. En wanneer zij als ware juffen en meesters langslopen steekt 1 van hen zijn duim omhoog en zegt met brede grijns ‘Goed zo Sara’. 
 

Mijn dag kan niet meer stuk. 


(En ja dat laatste groepje kreeg een 10, nee niet omdat ze mij een pluim gaven maar gewoon omdat ze het geweldig hadden voorbereid en uitgevoerd!) 


Ps: lees mijn disclaimer! Eea aan info kan verdraaid zijn om de privacy van ouders zowel als leerlingen te beschermen – hoe irri ze soms ook zijn 😅

Academisch verantwoord wachten …

Soms word je gewoon moe van over hoeveel schijven alles moet gaan. … via de huisarts naar neuroloog 1, naar MRI, naar neuroloog 2, naar pijnpolie die op zich laat wachten, dus dan maar van huisarts naar anesthesist, nog een keer anesthesist en nog een keer en dan toch maar door naar de orthopeed om van daaruit, via het wervelkolomcentrum naar de neurochirurg te gaan om toch nóg een laatste ‘onderzoekje’ te moeten doen voor ik, uiteraard pas na weer een vervolgafspraak, weet of en wat ze aan mijn versleten ruggenwervels kunnen doen. …  7 maanden van wachtlijsten en doorverwijzen en weer wachtlijsten. Het lijkt wel of je niet serieus genomen wordt …

In het onderwijs is het niet beter. Al maanden geef ik aan dat leerling x niet in zijn vel zit, geen aansluiting toont, emotioneel toch echt wel achter loopt op de rest … via de mentor, via de zorgcoördinator naar een extern begeleider die op zijn beurt nooit contact zoekt met de docenten op de werkvloer … Ik heb de puber al een keer bijna zien ontploffen, diverse malen schaamteloos huilend in mijn les gehad. Ik heb al gemeld dat ik, de leek, hem echt het type vind wat een keer doordraait en grensoverschrijdende agressie zou kunnen vertonen. De leerling zelf is daar ook wel bang voor…  Vandaag het nog een keer hardop gemeld “Wanneer de media hier aan de deur staan omdat er een steekpartij is geweest, sta ik niet verbaasd te kijken.” Had ik duidelijker moeten zijn? Maanden van wachtlijsten en doorverwijzen en weer wachtlijsten.  Het lijkt wel of je niet serieus genomen wordt als docent  …

Is het een trend? In dat geval: beste familie, voor uw volgende verjaardag graag maanden vooraf in drievoud melden wanneer je je verjaardag hoopt te vieren, na maanden van academisch verantwoord wachten zal ik dan laten weten hoelang de wachtlijst betreft en wanneer het me wel past. Het lijkt misschien of ik je niet serieus neem… maar dat is maar schijn hoor.

Oorverdovend gefluister 



Ik ben niet vlug boos op leerlingen… Ik doe wel eens boos maar mij er ook zo bij voelen is me in jaren niet overkomen. Maar vandaag was het zover en won eentje de jackpot.  

Dat leerlingen zich een keer storend gedragen is niet raar. Dat doen ze allemaal wel eens. Ze hebben het recht om met vallen en opstaan te leren wat kan en wat niet kan en ook grenzen opzoeken hoort daarbij. 

Wanneer een puber mijn les verstoort toon ik meestal wel geduld maar soms is de maat echt vol, loopt de emmer over, is het genoeg geweest en krijgt de dame of heer in kwestie een standje te verwerken. 

Zo ook vandaag. Minister stoorzender had al een waarschuwing ontvangen en bij het zoveelste gegiebel en gegrap verhef ik enigszins mijn stem en zet hem kordaat op z’n nummer.  

So, bent u ongesteld ofzo?  

Ik wist niet wat ik hoorde… Verbazing, verbijstering en verontwaardiging klonterden samen tot boze proppen die haast oncontroleerbaar door mijn bloedbaan racete.  

Als hij het grappig had bedoeld tot daar aan toe maar zowel de context, als zijn toon en blik  huldden de zinsnede in onbeschofte brutaliteit. 

Mijn wenkbrauwen schoten omhoog, pupillen verwijdden, oogleden knepen lichtjes dicht. Mijn hoofd zette zich in standje hautain en terwijl de klas hoorbaar de adem inhield fluisterde ik dat hij maar beter de klas kon verlaten. 

Blijkbaar communiceerde mijn blik ongekende emoties want met schuldbewust hangende schouders verliet meneer het lokaal. 

Zodra de deur achter zijn gat dichtvalt valt ook mijn boosaardige masker gevolgd door een klassikale zucht van ontlading.

“Mevrouw, ik heb u nog nooit zó boos zien kijken” “Dat u zo rustig bleef?! Die en die had het echt op een schreeuwen gezet.” “U heeft echt zelfbeheersing.” 

Achja…  Zo maak je weer eens wat mee. En voor de ondeugende lezers die zich afvragen of het joch gelijk had; dat wil je niet weten 😉 

Gevalletje ‘ gescheiden ouders’

lvb leerlingBij voorbaat mijn excuus voor deze titel. Maar had ik je aandacht?  Voor je me gelijk afdoet als een ongevoelig en tactloos wezen: Hear me out!

Dat mensen die ooit dolverliefd waren ervoor kiezen te scheiden is ronduit een drama voor ze. De bende van afwijzing, teleurstelling, verwarring, ruzie en frustratie heeft als een kankergezwel de bron van liefde en romantiek geïnfecteerd, beetje bij beetje verdrongen en na een slopende periode het gelukkige huwelijk uitgeschakeld. Dit is vreselijk voor beide partijen. Daar doe ik niets aan af!

Uit elkaar gaan is afschuwelijk, het is een tragedie voor wie eraan ten prooi valt. Maar de échte slachtoffers in het geheel zijn de kinderen. En nee, ik vind niet dat je bij elkaar moet blijven ‘om de kinderen’. Daar doe je niemand een plezier mee en de kinderen nog wel het minst. Ik wil ouders niet beschuldigen, noch het cliché aanboren dat kinderen schuldig denken te zijn, moeten wennen, hun veiligheid kwijt zijn en blablabla. Dat weten we allemaal, toch?  Dat het nageslacht een flinke tik meekrijgt van de echtscheiding is zo een beetje algemeen goed. Niet leuk, maar hé daar groeien ze wel overheen … of niet?

 

Een tijdje geleden besprak ik in havo 4 het thema ‘langdurige relaties’. Alle pubers gaven aan ooit een langdurige relatie te willen. Op 2 na wilden ze allemaal liever trouwen dan ‘blijven samenwonen’.  Maar GEEN van allen had het idee van huis uit mee te krijgen hoe ze aan een langdurige relatie moesten werken.

Trouwen is niet iets wat je 1x doet om je daarna veilig te wanen. Trouwen is een levenslang proces van elke keer weer kiezen voor elkaar. Trouwen is een werkwoord.  Maar wat gebeurt er met de kids als ouders hun ontslag bij elkaar indienen?

 

Beseffen we anno 2015 écht hoe het voor kinderen is? Hebben ouders werkelijk door hoe diep de pijn, afwijzing en verwarring hun kinderen raakt?  Ik vraag het me af. Soms denk ik dat we ons te graag verschuilen achter de façade van de moderne maatschappij, achter de utopie van maakbaarheid.

Al mijn leerlingen (om en bij de 300 stuks op dit moment) houden voor zichzelf een portfolio bij: een levensbeschouwingboek. Aan de hand van allerlei opdrachten leer ik ze stap voor stap naar zichzelf en anderen te kijken, hun gevoelens en gedachten in kaart te brengen, hun eigen denken en doen onder de loep te nemen.  Alles schrijven ze op in hun schrift, wetende dat ik de enige ben die het leest. Het verdriet wat ik zo meekrijg is vaak schrijnend.

 

STOP! Denk nu niet “Ja dat zal vast!” of  “Wat zielig.”  Niet gelijk er overheen lezen en laten passeren!!  Het is méér dan gewoon zielig, sneu of verdrietig. Het is godgeklaagd! Sommige ouders hebben werkelijk geen idee hoe hun kind, zelfs jaren ná de scheiding, nog treurt, zichzelf in slaap huilt, zegt dat het ok is maar ondertussen …

Het ergste is de onderlinge haat en nijd. Opmerkingen over de ‘ex’ die eigenlijk net onder de gordel zijn, het geklaag en gezeur over de ander, de rollende ogen of sprekende blik wanneer het kind iets vertelt over wat de ander zei. Ex-partners blijven hun leven lang (onbewust mag ik hopen) afgeven op de ander en vergeten dat ze daarmee eigenlijk ook afgeven op hun kind.  De kanker van afwijzing ettert door in het hart van het kind. Niet dat deze dat altijd laat merken hoor, daar zijn kinders te loyaal voor. En vraag je het ze: dan zullen ze glashard ontkennen om jouw gevoel te sparen.

  • “Ze hebben niet door dat ik me nog steeds vaak in slaap huil.”
  • “Ik heb een foto van hun trouwdag verstopt en vaak kijk ik daar nog even naar.”
  • “Ik ben blij dat ik haar (nieuwe vriendin van papa) maar 2 weken in het jaar moet dulden. Wat een rotmens.”
  • “Dan zijn ze weer eens boos op elkaar, moet ik alle verwijten aanhoren in de auto, maar tegen elkaar zeggen ze niks. Elke keer weer denk ik dat ik de volgende keer als een bom ontplof maar dat gebeurt nooit.”
  • “De ene week ben ik bij mama en de andere week bij papa, maar mama is altijd boos omdat mijn fiets niet in de auto past. Maar die heb ik wel nodig voor school. Ik kies er toch niet voor om heen en weer te reizen?”
  • “Als papa mij iets wil zeggen mailt hij het. Ik haat dat.”
  • “Als mama iets lelijks zegt over mijn vader heb ik altijd het gevoel dat het over mij gaat. Ik doe alsof het me koud laat maar het maakt me heel somber.”
  • “M’n moeder is ’s avonds helemaal moe van haar werk en gaat na het eten gelijk naar bed. Ik heb nooit iemand om mee te praten of gewoon om samen dom tv te kijken.”

 

In deze samenleving waarin kindjes nogal eens als afgod worden gezien zijn er veel te veel pubers die volwassen geacht aan hun lot worden overgelaten. En dan vinden ouders het raar dat ze geen motivatie hebben om te leren of dat ze zich afreageren in drankmisbruik en/ of wangedrag.

De uitzonderingen daar gelaten: wanneer leerlingen probleemgedrag vertonen, zich brutaal en ongepast gedragen, het ene na het andere onnodig lage cijfer halen,  … ,  dan klinkt ‘gevalletje gescheiden ouders’ vaak eerder realistisch dan ongepast.

Het leed wat ‘seksueel actieve puber’ heet

redenenvoorseksVrolijk om elkaar heen dansend stonden ze daar. Enthousiast alsof ze net een trofee hadden behaald. “Zullen we het haar vertellen” “Nee, joh, nee!” “Waarom niet, kom op?!” Met een smile van oor tot oor laten ze me duidelijk merken een geheim te hebben. Natuurlijk hap ik. “Nou, vertel, wat is er aan de hand?” “Nee, het gaat over X, het is veel te erg om te vertellen!” Het wordt gezegd met een overdreven stuiterende glimlach. Nietsvermoedend zeg  ik ze nogmaals  “Kom op nou, wat mag ik niet weten?” “Nou, als we allemaal 1 zin vertellen, ik ga het niet alleen zeggen…” De 15jarige 3de klasser wipt van het ene been op het andere terwijl hij zijn klasgenoten opjut om samen hun geheim te verklappen.

En dan komt er een verhaal wat me met m’n oren doet klapperen. Slechts  één keer eerder in 12 jaar onderwijs was ik zo van m’n stuk… Destijds was het omdat een 16 jarige dame huppelend m’n lokaal betrad met de enthousiaste mededeling: “Juf, Juf, ik ben dit weekend ontmaagd op de toiletten van Sixflax.” Slik. Daar sta je dan als docent. Al je goed fatsoen, al je normen en waarden, je complete voorbeeldfunctie wordt á la minuut zwaar op de proef gesteld.  “Oh … zo … Euh, tja, wat vond je ervan?” “Helemaal geweldig juf! Ben zo happy!” “Euh, tja, nou, fijn voor je.”

Nee, ik geef dan geen moralistische preek. Nee, ik wijs dan niet op voorbehoedsmiddelen op eigenwaarde of het belang van liefde. Dat zou geen enkel nut hebben.  Liever hou ik de deur van vertrouwen open voor als er iets ergs is …

 

Wat de heertjes me deze week te vertellen hadden was een ware test voor wat betreft mijn psychologisch inzicht,  mijn  reactievermogen en mijn vermogen om zowel empathisch als tactvol als onderwijzend en terechtwijzend te reageren in één. Zucht. A la minute was ik zomaar middenin een mijnenveld beland.

Waar het over ging? Ik zal u de details besparen maar de één had met een grietje gezoend, haar laten vallen, leerling X had haar opgeraapt en ze hadden ergens op een bed van alles uitgevreten…Weer een andere dame had ‘geslikt’ – dat wilden alle meiden toch? En ow ja, leerling X had in de whappgroep van de heren ondoordacht de details van zijn en haar uitvreterij gedeeld. De knullen waren veranderd in hormonaal gefrustreerde haantjes, pikkend op die ene kip…

Even een waas voor m’n ogen. In mijn achterhoofd alarmbellen voor wat betreft de kwetsbaarheid van de dames in kwestie. Voor mij de schaamteloos klikkende pubers. “Waarom vertel je mij dit? Sowieso, dit vertel je toch niet aan een leraar?” “Ja, maar u bent anders. “ “Hoe gaat het nu met meisje Y? Hebben jullie wel door hoe kwetsbaar meiden zijn?” “Ja maar meiden willen dat! Ze willen gewoon slikken” *handgebaar*   … “Sorry hoor, maar weet je hoe dit voor meiden is? Heb je enig idee?” Geen antwoord. “Nou, wanneer je ’s avonds weer bezig bent, hé, vang je kwakje dan eens in een kopje op en slik het zelf door!” –Verbijstering daalt neer – “En dan moet je weten dat je nog niet de smaak van een ongewassen piemel proeft die overdag diverse keren naar wc is geweest  en waarvan de druppels nog tussen het vel plakken.”  – Blikken van afgrijzen –   …

 

Ze zijn 14 en 15 maar seksueel meer dan actief. Ik voel me oud. Toen ik in 6 VWO zat, in een klas met ruim 20 dames en 2 heren, waren er maar 2 dames met ‘het’ bezig … de rest vond dat een schande.  Wat is de tijd veranderd. Ze proberen alles uit, ouders hebben geen idee waar hun kinderen mee bezig zijn. En dat zijn het: kinderen. Kinderen met onvolwassen gedachten, hun sociaal-emotionele ontwikkeling nog verre van voltooid, hun vermogen tot doordacht handelen stuiterend als een ongeleid projectiel tussen de gierende hormonen.

 

En we moeten het allemaal maar normaal vinden … ??

 

 

 

 

Noot: Er volgden uiteraard meer (individuele) gesprekken, er is meer gezegd en gehoord dan hierboven geschreven en ook de meiden ontvingen de nodige zorg.  Vanwege privacy is eea inhoudelijk aangepast.

Bron Foto

Hoop in depressie & onderwijs

hoopAarzelend schuifelt ze naar voor. Tas op de rug, schouders gebogen, ogen gericht op de vloer. Ik zit nog aan m’n bureau m’n spullen op te ruimen en de pc af te sluiten. Dan staat ze daar naast me, onzekerheid straalt van haar gezicht af. Ze redt het niet met haar PTA-opdrachten. Volgende week moeten ze ingeleverd worden maar ze was meer afwezig dan aanwezig … “Heeft u al gehoord over mij?” “Ik heb gehoord dat er wat is, maar niet wat er precies is. Maar je mag het me vertellen als je dat wil.”

Het alom aanwezige gevoel van intense neerslachtigheid. Elke kiempje van potentieel geluk wordt bij pril ontspruiten genadeloos verdelgd door de continue stroom van giftige gedachten. Wie het nooit heeft ervaren heeft werkelijk geen idee van de wanhopige machteloosheid omdat je met geen mogelijkheid kan ontkomen aan het troosteloze verdriet en de eeuwige somberheid. Voor mij staat een puber, een kind van bijna 18 die precies weet hoe het voelt. Op slag huilt mijn hart.

Ik hoor over antidepressiva, antipsychotica en intense behandelingen. Over het soms wel naar school kunnen maar vaker niet. Het drama wat depressie heet houdt haar in zijn macht. Mede-lijden welt in me op. Dit trek ik me aan. Herinneringen aan de perioden dat deze verschrikking mij in zijn greep had borrelen omhoog. Deze intense vorm van somberheid gun je geen enkel kind… “Ik weet wat het is … dit soort innerlijk lijden is erger dan welke fysieke pijn dan ook.”

Instant herkenning. Ik zie het in haar ogen. “Ik weet echt wat het is … zelfs het er niet meer willen zijn … het je afvragen of de wereld niet beter af is zonder je … ik weet het.” Weer een blik van verstandhouding.  “Maar ik weet ook wat het is om eruit te komen. Ik weet ook dat er hoop is. Ik weet dat je eruit kan komen. Er komt een dag dat je geluk het wint van verdriet! Er is altijd hoop!” De woorden stromen als een waterval over mijn lippen terwijl ik me bedenk dat ik al maandenlang met een blaadje rondloop met daarop een oneliner over hoop. Geen idee waarom ik het had geprint en in m’n agenda had gestopt, menigmaal heb ik op het punt gestaan het weg te gooien maar ‘iets’ (God?) hield me tegen. Ik morrel in mijn tas en mompel dat ik haar wat wil geven.  Het groen gelamineerde velletje doemt op en ik herken dat ene enkele zinnetje

‘Hoop is een lichtje in je hart wat vandaag moed geeft en morgen kracht.’ 

“Ik beloof je, er is echt hoop. Ik weet niet of jij gelooft, maar ik wel en ik zal voor je bidden.”  In stilte kijkt ze naar wat ik in haar handen heb geduwd. Na wat een eeuwigheid lijkt kijkt ze op, ik lees ontroering in haar ogen.  “Dit raakt me.” Het komt haast fluisterend over haar lippen. “Dit raakt me.”

 

En terwijl ze de klas uitloopt vinden de tranen van mijn hart een weg naar mijn ogen.

Leerlingen & complimenten

blaadje 1Chaos – iedereen loopt alle kanten op – tassen verstopt onder de tafels – opgewonden gekwetter en geklets – geroezemoes en fluisterend overleg – enthousiaste ‘Oh’s en Ahh’s ‘ : M’n leerlingen zijn bezig met een complimentensafari. Op het programma staat een reeks lessen over het belang van complimenten, het herkennen van kwaliteiten en leren het leven positief te beschouwen. In plaats van kaal de theorie door hun strot te douwen onderwerp ik ze eerst aan een stel oefeningen waarbij emoties als twijfel, verwondering en blijdschap inspelen op hun geluksgevoel. En gelukkig werkt het … Naarmate de les vordert stijgt hun enthousiasme en vrolijkheid.  Een sprankelend geluksgevoel waait door de klas.

 

Complimenten werken verbindend. Iemand een compliment geven is niet alleen goed voor de ontvanger, ook de gever heeft er baat bij. Complimenten, groot en klein spelen een belangrijke rol voor wat betreft de eigenwaarde en (zelf)vertrouwen. Complimenten troosten, bemoedigen, geven hoop, moed en kracht. Complimenteren maakt dat de ander zich gezien en gewaardeerd voelt. Complimenteren maakt dat je je richt op de positieve kanten, op de kwaliteiten, op dat wat je zelf mooi, leuk, lief of bemoedigend vindt. Complimenten doen je positiever in het leven staan.

Daarom deel ik op school graag en veelvuldig complimenten uit… In het begin voelde het onwennig en soms zelfs een tikje nep. Soms moest ik een stukje onzekerheid overwinnen om iets te durven zeggen. Maar ik zag dat het ze goed deed, hoe simpel of klein het compliment ook is, je ziet een leerling toch een beetje groeien wanneer je uitspreekt wat je opvalt, wat je ziet…  “Heey, wat zit je haar leuk!” “Zo, ik kan merken dat je goed geleerd hebt, knap van je!” ” Zo, jij ziet er mooi uit vandaag!” ” Ik ben zo trots op je!” “Hoi knapperd, wat leuk dat jij weer in m’n les bent, kom je gezellig voorin zitten?” “Ik wil je even zeggen dat ik je onwijs lief vind, ik heb gezien wat je voor x gedaan hebt, zo lief! Je bent een mooi mens.”  Mijn pauzes gaan soms helemaal op aan complimenteren (en kletsen met leerlingen :P) maar het geeft me energie, maakt me vrolijk en het creëert ook nog een band tussen mij en de leerlingen.

 

blaadje 2Vandaag zette ik mijn klas dus aan het complimenteren. Elke leerling schreef zijn naam in dikke letters op een blad. Met de pen in de hand kregen ze de opdracht om voor elke klasgenoot een gemeend compliment te bedenken en op diens blad te schrijven. Maar – er mochten op 1 blad geen 2 dezelfde complimenten staan. Aanvankelijk schuifelen ze een beetje nadenkend heen en weer, ontdekken ze dat ze elkaar misschien toch niet zo goed kennen als dat ze dachten. Vervolgens ervaren ze dat het niet zo vanzelfsprekend is om iets positief uit te spreken: er is soms een flinke dosis moed voor nodig.  En dan komt het … bij elk compliment wat ze schrijven ontkiemt een zaadje van geluk en groeit de dosis lef. Steeds enthousiaster bedenken ze nieuwe, onuitgesproken, positieve dingen van elkaar. Het gaat er steeds vrolijker aan toe en met plezier lezen ze elkaars complimenten, er wordt gelachen en gegiecheld, geglimlacht en gegrijnsd.

 

blaadje 3Aan het eind van de les, wanneer alle leerlingen hun blaadje met schrift opruimen en de klas uit verdwijnen, verschijnt er een blaadje op m’n bureau. Ongemerkt heeft 1 van mijn pupillen een a4tje met mijn naam tussen die van de anderen gelegd. Wat een schat.

Op mijn keukenkast prijkt nu dit blaadje vol met woorden die me bemoedigen. Complimenten die mijn hart raken, mij me gewaardeerd doen voelen en mijn geluksgevoel verhogen. Ik wilde m’n leerlingen een belangrijke levensles meegeven en ik kreeg er een bemoediging van jewelste voor terug. Wat een heerlijke baan heb ik toch.

 

vandaag is het wonderdag

kalmaandagEen dag als geen ander, en toch weer hetzelfde stramien. Het onlangs hernieuwde ritme baant zich haastig een weg naar een bekend patroon. Alles is anders,  niets is veranderd.  De kop is eraf, het begin is begonnen, kennis gemaakt: rust gestaakt.

De start was vurig, vol passie voorbereid. De weken ervoor hadden tot energie geleid. Het nieuwe wordt nu oud, het oude vertrouwd.

316 nieuwe gezichten. Evenveel namen, verhalen, syndromen en dromen. Nieuwe collegae komen er nog bij, andere methodes sluiten de rij. Allen lijken ze te schreeuwen “Aandacht, Aandacht, denk aan mij!” Mijn hersenpan stoomt op vol vermogen, doet een aanslag op mijn lijf. Rust zoeken is noodzakelijk, dat staat buiten kijf.  Maar buiten kijf staat buitenspel: eerst nog die ouderavond, erna een werkweek met klas 1,  de nieuwe methode kan niet wachten en elke les dient voorbereid… nogal logisch dat ik mijn huishouden mijd.

 

Gister sloeg vermoeidheid als de man met de hamer. Genadeloos veegde ze de vloer met me aan. Afgepeigerd, afgemat en afgedraaid sleepte ik lijf en leden naar de genade van mijn kussens en de  sereniteit van het o zo heerlijke dekbed. Maar vrouwe rust liet, gehinderd door gedachten, eindeloos op zich wachten.  Ik zocht mijn heil bij een neut. Het werden er twee, en nog een geut.

 

Vanmorgen, bij het tergend geluid van ontwaken beloofde ik mezelf een middag van slapen. Ik zag op tegen dat wat komen zou. Waar moest ik de energie gaan halen? Gelukkig een korte dag. Slechts 3 lessen. Slechts 2,5 uur. Slechts 87 leerlingen met bijhorende namen. Slechts 17 collegae. Vandaag zelfs maar 1 methode.  Ik beloofde mezelf “Het is zo voorbij. Dat bed met die kussens is straks helemaal voor mij.”

Dan komen ze binnen, zie je die gezichten, net zo vermoeid om aan deze dag te beginnen. Ik las het in hun ogen:  de moeite met deze zoektocht naar routine, het lastige wennen aan het hernieuwde ritme, het moeilijk accepteren van datzelfde stramien.  Ik kon het niet laten, boorde alle restjes aan. Ook vanmorgen ging ik er vol tegenaan. “Moeite met dit? Ik help je even.” “Hoofdpijn, laat me je een glas water geven.” “Die leraar heeft de pik op jou, leg me uit, hoe kan dat nou?”  De bel klonk maar ik ging door. Een kopietje hier, een mailtje daar, nog even een luisterend oor. Intussen waren ruim 5 uur voorbij gevlogen. Verbazingwekkend. Ben ik misschien bevlogen?

 

Een dag als geen ander en toch hetzelfde stramien. Alles is anders, niets is veranderd. Het nieuwe wordt oud, het oude vertrouwd. Het is maar dat ik van het onderwijs houd.

Omhoog ↑