Ik was woest …

Misschien wist je het al, of voelde je het een keer bij een niet zo subtiele opmerking … Creativiteit wordt zwaar onderschat. Op school wordt creativiteit merendeel gezien als een aan te leren vaardigheid waar je punten voor moet scoren. Maar door het resultaat te becijferen ga je voorbij aan het belang van het proces. En dan heeft een kind met volle energie aan een tekening gewerkt … krijgt het een 9 ‘Omdat het nooit perfect is.’ Dat overkwam mij. 

Ik heb ooit voor tekenles een 6 gekregen. En ik was woest. De opdracht was dat we een ontwerp moesten maken voor een behangrand. Iets met een repeterend karakter. Thuis liep ik rond voor inspiratie en zag 2 aardewerken boekensteunen staan. Olifantjes. Mierezoet suikerroze – ik zie ze nog staan in de wit houten vensterbank op de kamer die ik deelde met mijn zusje. Deze twee ondingen werden mijn bron van inspiratie voor een prachtige behangrand voor op een kinderkamer. Ik had er zelfs een perfect kleurpalet voor uitgekozen in pastel; roze, geel en blauw. Nu ben ik altijd een nerd geweest die veel te veel aandacht aan schoolwerk gaf, maar voor deze opdracht ging ik helemaal tot het naadje. Ik vond het heerlijk. Uren was ik bezig met schetsen en verfijnen. Ik was zo trots op mijn ontwerp – ik kan niet omschrijven hoe trots. Want zelfs de kleuren blenden perfect in elkaar…

En toen kwam het cijfer. ‘6’ stond er op mijn ontwerp. Niet eens op de achterkant. Gewoon over de tekening heen geschreven. Woest. Ik was woest. Dit was een van de weinige keren dat ik op hoge poten verhaal ging halen bij de docent.

Ken je dat – dat iets in je leven zo indruk maakt dat je nog precies weet waar je stond, hoe de kamer erbij lag, hoe de lichtinval was … Nou dat. Ik zie haar nog zo zitten – mijn klasgenootje Veronique stond ongemakkelijk naast haar.  Ik was witheet. De uitleg van de docent ‘Dit kan je niet zelf bedacht hebben, dit is veel te goed. Je hebt gewoon een bestaand ontwerp nagetekend.’  Nogmaals. Woest.  De week erna nam ik 1 van die twee olifantjes mee naar de klas. En met grote tegenzin en heel wat gemopper dat ze me nog steeds niet helemaal geloofde werd het cijfer een 9.  En weer was ik woest. ‘Het was toch zo goed? Waarom dan geen 10?’  En toen kwam dat ene zinnetje ‘Omdat het nooit perfect is.’  Dat was de laatste keer dat ik mijn best deed voor deze les.

Erg.  Te erg. Creativiteit wordt zo gesloopt. En daarnaast wordt het ook nog eens zwaar onderschat. Terwijl Creatief bezig zijn een onwijs herstellende en activerende werking heeft op je brein! 

Weet jij wat er gebeurt in je hersenpan wanneer jij creatief bezig bent? Nou, het wordt daarbinnen 1 dikke feestpartij kan ik je vertellen! 



Om mee te beginnen: heb je al ooit gehoord dat je creativiteit vooral in de linkerhelft van je brein zit en logica en wiskundigheid in de linkerhelft? En dat haast iedereen een dominante linker – of rechterhelft heeft?  Fabel. Echt. Ikzelf heb het ook ooit zo geleerd hoor – ben er helaas ook jarenlang in meegegaan (sorry – ik nam het ook klakkeloos over) en ik weet dat heel veel sites en boeken dit net zo klakkeloos hebben overgenomen … maar dat is dus niet zo. Het ligt veel en veel genuanceerder en door deze fabel wordt te vaak gedacht dat je of heel creatief bent of heel analytisch en wiskundig. Maar dat is de grootste onzin. 

Kijk bijvoorbeeld maar naar Edison, die kerel die de gloeilamp uitvond: hartstikke logisch denkende mega slimme uitvinder. Heel wiskundig in zijn denken. Dominante rechterhelft zou je denken. Maar hij was tegelijk ook uiterst creatief! Iedereen kent hem van die gloeilamp – maar weinigen weten dat hij ook fanatiek schilder was. 

Even een uitstapje; hij had een vakantiehuis in Florida, met daarbij een fantastisch laboratorium en een gigantisch arboretum waar hij allerlei testen deed met bomen en planten. Vlak voor de pandemie bezocht ik dit huis wat nu een museum is. Heel interessant! Dat huis, een prachtig optrekje aan het water, stond naast de villa van Henry Ford, yup, de kerel van die auto’s. Ze waren mega goede vrienden – gingen vaak samen kamperen in de Everglades (Wat ik niet snap daar in dat gebied want; muggen!!) En Henry Ford gaf zijn eerste model auto cadeau aan Edison. Die er vervolgens wel allerlei aanpassingen aan uitvoerde. Slimpie dus. 

Maar weer terug: het is dus niet helemaal correct dat als je creatief bent je een dominante rechter hersenhelft hebt en dat het logisch is dat je minder creatief kan zijn als je heel wiskundig en analytisch bent. Het is een fabel die ergens in de 19de eeuw stof deed opwaaien en een eigen leven is gaan leiden. Meer info hierover en serieus goede bronnen vind je in dit boek. Maar laat ik je daarover niet vermoeien. 

Wat creativiteit wel doet? Het zorgt voor te gekke samenwerkingen tussen verschillende delen van je brein. Wanneer je creatief bezig bent worden er namelijk meerdere gebieden in je hersenen tegelijk gestimuleerd. Het zorgt er – heel simpel gezegd- voor dat de neuronen (dat zijn de communicatie-supersterren van je hersenen) met elkaar gaan kletsen en ideeën uitwisselen. Hierdoor ontstaan er nieuwe verbanden en worden bestaande verbindingen sterker. 

Neuropsycholoog Erik Scherder zegt tijdens zijn lezingen wel eens: Een cel die gaat vuren, vertelt het aan zijn buren. In het kort: creatief bezig zijn activeert verschillende cellen in je brein en die activeren op hun beurt weer de cellen verderop waardoor die zich ook weer beter opstellen. Creativiteit kan dus je logisch denken aanvuren en aanwakkeren. Met als gevolg: je brein wordt flexibeler, veerkrachtiger en innovatiever. Je ziet dus waarom de grootste uitvinders (mogelijk onbewust) ook heel creatief waren. Hun creativiteit zorgde ervoor dat ze grootser en wijder konden nadenken! 

Maar waarom is dit belangrijk wanneer je geen grote uitvinder wil worden? Het helpt je met het ‘buiten de box’ leren denken en dingen vanuit een ander perspectief te benaderen. Zie creativiteit als een dagelijkse dosis vitaminen; je merkt er weinig van dat je het slikt maar het geeft je lichaam wel die extra ondersteuning die het nodig heeft. 

Dat is de reden dat ik hou van creatieve verwerkingsopdrachten in de klas. Zo had ik dit schooljaar mijn leerlingen de opdracht gegeven om bepaalde leerstof in de vorm van een gezelschapspel te gieten.  Ze moesten een spel helemaal zelf bedenken, maken en spelen, de enige eis was: wie heel veel van de leerstof weet moet meer kans hebben om te winnen. Enthousiast gingen ze aan de slag. Ze waren een aantal lessen flink zoet met deze opdracht en hadden niet eens het idee dat ze ‘les’ hadden.



Hetzelfde pas ik toe bij teken-cursussen; door bijvoorbeeld rondom een thema te tekenen gaat je brein dat thema anders, en vanuit meerdere perspectieven benaderen. En net als mijn leerlingen heb je dat vaak niet eens door. Daarom teken ik elke zomer weer ‘bikinidames’. Want het heersende mode-ideaal is verre van ideaal. En ook al let ik erop; het doet me nogal eens twijfelen aan mezelf. Ben ik niet te dik, ben ik niet te oud, ben ik niet te. …  En dus teken ik bewust allerlei gekke typetjes in allerlei maten en vormen. Want mijn brein is dan onbewust bezig af te rekenen met dat stomme mode-beeld. 

Maar je ziet het ook in mijn Perfect People cursus; door imperfecte mensen te tekenen – ga je (ik) onbewust anders nadenken over dat wat perfect is. Of wat perfect moet zijn… En ergens, tijdens het tekenen, normaliseer ik dan dat je niet perfect hoeft te zijn. Dat je al goed genoeg bent – zoals je bent. En dan niet perfect juist perfect is. Want boy, wat zou de wereld saai zijn als iedereen perfect was! 

Creativiteit is dus niet alleen geweldig voor het maken van kunstwerken… of enkel een simpel tijdverdrijf … het is zoveel meer!

Dus ga ervoor, wees schaamteloos creatief! Maak er de tijd en ruimte voor. Koop jezelf die cursus of dat materiaal wat je jezelf tot nu toe niet gunde…  Laat je creativiteit de vrije loop en geniet van al die fantastische breinfeestjes die je ermee veroorzaakt. Je brein zal je dankbaar zijn. 


(Op de foto bovenin zie je mij met een vertaal-telefoon bij het huis en laboratorium van Edison.) 
>>> Ben je leerkracht en wil je graag meer weten over hoe je creativiteit kan inzetten in de klas – en wil je ideeën aangereikt krijgen hoe je creativiteit kan beoordelen zonder te becijferen. Huur me in voor een worskhop voor jou en je team! <<<

(Dit is een stukje uit de nieuwsbrief die ik juni 2023 verstuurde aan mijn nieuwsbrieflezers. Wil je deze ook in je inbox ontvangen? Klik dan hier.)

De tranen van 2022; hoe ik wekenlang kotsend en rillend opstond…

Happy New Year! Dat 2023 voor jou gevuld zal zijn met zegen!

Maar let op. Deze eerste weken zijn bezaaid met goede voornemens… en in diverse mails en nieuwsbrieven krijg je de mooiste dingen gepresenteerd. Brieven vol motiverende actieplannen, dingen die eraan komen … En alles wat zo goed ging in 2022 wordt in die brieven nog eens even in de spotlight gezet … glitter and glamour.

Weet je wat dit bij mij doet? Ik krijg er een onrealistisch gevoel van falen van. En fomo… want wat mis ik als ik niet meedoe met de challenge?

Als iedereen alleen maar de mooie en succesvolle dingen post; dan krijg je helemaal geen eerlijk beeld. Dan lijkt het alsof het iedereen zo enorm voor de wind gaat. Niemand ziet de uren van hard werken, doorzetten, de tranen, de obstakels of de momenten van falen die aan dat eventuele succes vooraf gaan.

Aan de andere kant; mensen (dus ook jij en ik) horen en zien ook vooral dat wat ze willen horen en zien. Ze vergeten soms te luisteren naar dat wat niet gezien wordt. Of ze gaan alleen af op dat wat het algoritme hen voorschotelt.

Zo gingen hubby en ik jaren geleden in de zomervakantie heerlijk op pad. Maar we hadden een rotvakantie, echt ronduit vreselijk. We zaten bij vertrek al niet lekker in ons vel, werden onderweg bedreigd door corrupte agenten, kregen tot twee maal toe een aanrijding (waarvan 1 fataal was voor een lief hertje) en stond ik na afloop op de rand van een fikse burnout.

De eerste zondag na onze vakantie werden we in de kerk overspoeld door alle mooie ervaringen van anderen. Tja en dan luister en knik je uiteraard heel lief. Maar wanneer dan aan ons gevraagd werd ‘Hoe was jullie vakantie?’ – wilden we de pret niet bederven. En dus zei ik alleen maar “Oh we hebben zo mooi weer gehad. Het was zo lekker warm, geen regen, echt fantastisch weer.” Ik had geen woord gelogen. Maar iedereen nam aan dat we een fantastische tijd achter de rug hadden.

Terug naar al die succesverhalen op socials. Ja, een nieuw jaar is het moment voor velen (mij inclusief) om terug te blikken op het oude jaar en vooruit te kijken naar wat anders, beter, leuker kan. Zo een evaluatie momentje is niet verkeerd. Ergens is het juist ook gezond. Maar laat je niet verblinden door al die mooie opsommingen.

Ook voor mij gaan die lijstjes gepaard met enorm dubbele gevoelens. Als ik het rijtje bekijk wat ik allemaal heb gedaan – naast het ontslag nemen bij mijn vorige werkgever – solliciteren naar een nieuwe baan en op een andere school opnieuw te starten … dan is er onwijs veel gebeurd. Een heleboel leuke samenwerkingen, nieuwe dingen uitproberen, persoonlijke ontwikkelingen, 8 stempelsetjes op de markt, meerdere cursussen gelanceerd … honderden cursisten gehad…

Maar er ging ook eea niet lekker. Zo was er de misser dat ik in een live uitzending in Turkije terecht kwam in plaats van bij Edding Nederland. Heb ik een paar opdrachten moeten weigeren omdat ik er gewoon de puf niet voor had. Liep ik vaak op de toppen van mijn tenen en af en toe tegen overwerkt zijn aan … en barste ik soms ineens in huilen uit. En dus ging ik dingen schrappen – en de marketing van 1 van mijn cursussen – de kranige kerels- liep niet lekker waardoor de cursus veel minder verkocht dan gedacht en gehoopt. En dus kom ik niet in de buurt van mij vooraf bepaalde financiële doel… want waarschijnlijk sowieso onrealistisch was.

Ik onderschatte zwaar hoeveel energie het solliciteren kostte en nog meer hoeveel energie het vreet om na 15 jaar te starten op een andere school…

Ik maakte daar bovenop de fout om in mijn zomervakantie niet offline te gaan en soort van te blijven werken … ‘want het was allemaal zo leuk’. Maar ik vergat tot diepe rust te komen…

En vergeet niet dat ik – bij het starten van mijn nieuwe baan afgelopen augustus, maar liefst 9 weken achter elkaar elke werkdag kotsend, trillend en zwetend van de stress opstond – want ik kan niet meer zo goed tegen veranderingen, zo blijkt.

Wat ook niet zichtbaar was: hoe moe en uitgeteld ik na bepaalde evenementen was. Dat ik dan thuis niet meer de energie had om mee te helpen in het huishouden en dat we dit jaar te vaak voor het avondeten thuisbezorgd moesten bellen. En dat ik dan kortaf en kribbig wordt.

Nee, het is geen drama. Het is niet erg. Het is gewoon de realiteit. En ja ik heb daardoor nu iets andere verwachtingen van mezelf, en ik heb alsnog erg leuke creatieve plannen voor het aankomende jaar. Ik ben zelfs erg enthousiast. Maar wel met die les dat ik niet alle ballen altijd in de lucht kan blijven houden. Dus er zullen keuzes gemaakt moeten worden.

Succes komt lang niet iedereen zomaar aanwaaien. Vaak is het een gevolg van knoeterhard werken, veel bloed zweet en tranen en nog meer vallen en weer opstaan.

Dus laat je niet afschrikken door al het moois wat voorbij waait. Bewandel je eigen pad. Maak je plannen – schrijf je dromen op, en hou rekening met je valkuilen, leg de lat niet te hoog. Wees enthousiast en vooral wees niet teleurgesteld wanneer gehoopte doelen niet behaald worden. Want dat is ok. En het is normaal. Geloof niet in goeroe’s die alleen succesverhalen posten.

En dito met tekenen: zelden post iemand zijn mislukte tekening. Maar aan elk kunstwerk gaat heel veel oefenen en mislukken aan vooraf.

Volg je hart. Want dat klopt.

Wil je wel straks mijn eerste nieuwsbrief van dit jaar ontvangen? Uiteraard ga ik dan mijn plannen enthousiast uit de doeken doen … maar ik beloof je – ik doe altijd mijn best om een eerlijk beeld te schetsen.

Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief. Dan krijg je hem tzt in je mail.

Is ‘in de kont boren’ nou normaal?

Mijn vorige blog doet het misschien vermoeden… dat onderwijs alleen maar geweldig mooi is. Dat je als docent onwijs veel kan bijdragen en dat er zoveel mooie krenten in de pap zitten.

Maar het is tijd voor de andere kant van het verhaal. Het is soms ook afzien. Al zitten er vaak heerlijke krenten in de pap, soms is de pap vreselijk zuur en smerig.

Deze week spendeerde ik op mijn vrije dag maar liefst 4 uur om een nieuw lesprogramma in elkaar te draaien. Iets vernieuwend, iets activerend, iets leuk en tegelijk ook leerzaam. Iets anno 2022.

Het werd een Kahoot-achtige LessonUp-les met heel veel actieve vraag-elementen waarbij leerlingen via hun mobieltje mee konden doen. Er waren sleepvragen; dan moeten ze vakjes naar het juiste kernwoord slepen. Er waren invulvragen, vragen waarbij ze konden gokken, ik had er zelfs mogelijke toetsvragen in verwerkt. En dat laatste wisten ze – ze mochten zelfs screenshots nemen als extra hulp voor bij het leren.

Je zou denken dat ze het leuk vinden. En dat ze dan meedoen… er de aandacht bij hebben. Tenminste, dat had ik wel verwacht. De afgelopen 5 jaar kreeg ik met dit soort lessen alleen maar heel positieve feedback van ‘mijn pubers’ . Maar deze keer liep dat anders. Ik worstelde me door de lessen heen. Ik bleef waarschuwingen uitdelen en ik werd steeds meer een politie-agent in plaats van een docent. Mijn humeur daalde tot een dieptepunt.

Gelukkig konden de laatste twee klassen van de dag de werkvorm wel waarderen en deden zij actief, enthousiast en gezellig mee. Dat maakte in ieder geval dat ik de dag niet negatief eindigde. Dacht ik. Maar ik had te vroeg gejuicht.

Uitgeteld na zo een lange lesdag gevolgd door 1,5 uur file plofte ik thuis op de bank… ik dacht even lui te scrollen door mijn socials. Fout.

‘U bent mijn docent – zal ik u in de kont boren?’

Deze reactie op 1 van mijn domme TikTok-filmpjes had ik niet verwacht. In een reflex verwijderde ik hem. Had iemand dit gezien? Wat moeten mensen wel niet van me denken? Hoe lang stond dit er al op? Geef ik zo slecht les? Heb ik zo weinig feeling met mijn leerlingen dat ze dit als reactie posten?

Wat bezielt een puber om dit naar zijn lerares te schrijven? Hoe fout loopt de opvoeding dan? Of hoe fout heeft de maatschappij dit kind behandeld dat hij denkt dit openbaar te kunnen schrijven? Of hoe ziek is dit kind zelf? Of … hoe fout doe ik het voor de klas?

Uiteraard was het een anoniem account. Uiteraard heb ik dat account gerapporteerd. En uiteraard doet TikTok daar niets mee.

Ik heb direct ook mijn TikTok naar privé omgezet. Ik verwijderde ook gelijk de laatste tich posts. En ik twijfel nog steeds om mijn TikTok account helemaal te sluiten. Ondank de lol die ik eraan beleef. Ondanks de leuke contacten die je op dit platform hebt.

En ik ben met heel bewust dat dit precies dezelfde reactie is als iemand die fysiek wordt aangerand; je zoekt de schuld in eerste instantie bij jezelf. Je gaat zoeken naar waar jijzelf steken hebt laten vallen. Terwijl niets of niemand een dergelijke (verbale) aanranding kan vergoelijken.

Het is zelfs strafbaar. En wat doe ik? Ik zoek de schuld bij mezelf. Waanzin.

En in mijn achterhoofd vraagt een gemeen stemmetje zich af ‘Als dit onderwijs is, kan ik dan niet beter stoppen?’

Als je ‘maar’ vmbo doet…

Omdat ik maar vmbo doe wil dat niet zeggen dat ik minder mijn best doe!”

Zo, dat kwam er even fel uit. De frustratie druipt ervan af. Uitdagend gaat haar kin omhoog, schouders gaan naar achter en de armen over elkaar.

Voor ik verder ga; je weet bij dit soort blogs van mij nooit of het daadwerkelijk over een jongen of meisje gaat. Of over een persoon die zich anders identificeert. Want ik verdraai de feiten zo zodat de boodschap van het verhaal wel duidelijk wordt, maar dat het onmogelijk is te achterhalen over wie het feitelijk gaat. Privacy noemen ze dat.

Maar ze (of hij) zat daar dus in mijn klas even heel defensief te wezen. Het is mijn tweede lesdag op deze school maar de eerste keer dat ik voor deze dames en heren sta. Onmiddellijk krijgt ze bijval; “Vmbo is misschien een lager niveau maar we doen ook maar gewoon ons best.”

Ik weet al niet meer wat de aanleiding was tot deze uitval. Maar ik heb overduidelijk een snaar geraakt. “Wie denkt dat je minder je best doet omdat je maar vmbo doet?”

“Mijn vader! Want mijn broer doet havo en als hij een 6 haalt is dat zo erg niet, maar wanneer ik een 6 haal is dat omdat ik altijd op mijn telefoon zit.” Terwijl ze dit met rollende ogen zegt maken haar vingers de beweging voor haakjes – om extra duidelijk te maken dat ze zich niet serieus genomen voelt en dat ze helemaal niet altijd op haar telefoon zit.

Ik haal even adem. “Tjonge.” Zeg ik. En ik laat een stilte vallen. “Willen jullie weten wat ik denk over vmbo?” Er wordt voorzichtig doch onhoorbaar geknikt. En ik zie dat een aantal wat rechter gaat zitten, alsof ze zich klaarmaken voor een vernietigende klap.

“Vmbo is niet lager geschoold. Het is praktisch geschoold. Vmbo betekent niet dat je dom bent. Helemaal niet. Ik denk dat een heleboel ‘hoog’ geschoolden – nu maak ik die haakjes beweging met mijn vingers- geen idee hebben hoe je een cv reinigt en controleert, of wat er aan mijn auto mankeert wanneer er lampjes gaan branden. ‘Hoog’ geschoold is vooral met je neus in de boeken. In theorie weet je het dan wel allemaal, maar dat hoeft niets te zeggen over de praktijk.

En to be honest; dat hele idee dat hoger opgeleid (weer maak ik die haakjes) beter zou zijn en betere banen levert is dikke flauwe kul. Want deze samenleving heeft een groot tekort aan mensen die praktisch opgeleid zijn en weten wat ze moeten doen. We hebben mensen tekort aan de bedden in de ouderenzorg, we hebben op alle fronten mensen tekort in de bouw en als mijn vaatwasser stuk is moet ik drie maanden wachten voor er een monteur is die tijd heeft om dat ding te repareren.

Vmbo is praktisch geschoold en onze maatschappij heeft het inderdaad nodig dat jullie je best doen. Simpelweg omdat we jullie nodig hebben. Heel hard nodig.”

Even is het stil. De eerste scheuren in de muren van hun verdediging worden zichtbaar. Tenminste dat hoop ik. En dan piept er een stemmetje…

“Wilt u dit ook een keer tegen mijn vader zeggen?”

Een nieuwe baan – met volle angst vooruit!

Solliciteren … ik had de keuze … ik moest niet weg waar ik zat. Ik zat er al 15 jaar… Maar heel erg naar mijn zin had ik het er al even niet meer. Begrijp me niet verkeerd, ik heb erg leuke collega’s en de leerlingen zijn oprecht lieve schatjes. Maar 15 jaar op dezelfde plek heeft wel het risico dat je vastroest. Roest in je eigen manier vandoen, maar ook roest in het maar accepteren dat alles loopt zoals het loopt. En vooral dat laatste werd een dingetje. Ik merkte dat ik steeds vaker met tegenzin opstond. Het oneens was met bepaalde beslissingen. Al moe werd bij de gedachte aan bepaalde vergaderingen … en dat er een soort onvrede in me borrelde. En dat terwijl ik lesgeven oprecht 1 van de leukste dingen vind!

En ergens viel er op een bepaald moment een druppel. Of een muntje … tis maar hoe je het bekijkt. Ineens was ik er klaar mee om altijd maar voor de veilige en gemakkelijke weg te kiezen. Ineens besloot ik dat ik niet wilde hangen in iets wat me aanzette tot chagrijnen. Ik was ook klaar met mezelf. Een proces van wikken en wegen begon; vaste baan opzeggen of niet?  Helemaal stoppen in het onderwijs en ga ik vol voor mijn bedrijf, of doe ik iets minder zus en meer zo …? En ik hakte de knoop door…

Impulsief als ik ben gooide ik er gelijk een heel stel sollicitatiebrieven uit. Boy wat heb ik onderschat hoeveel energie dat solliciteren kost! Vooraf dacht ik ‘Er zal vast niets leuk te vinden zijn’ en ‘Wie wil mij nou?’ … Vlak voor en in de meivakantie werd het even heel benauwend. Ik werd op meerdere plekken uitgenodigd voor een gesprek. En op meerdere plekken ervaarde ik een klik en bleek dat wederzijds … Op 1 van de scholen liep ik ook twee lessen mee, en uiteraard maakte ik op ‘Sara’s wijze’ aantekeningen (zie foto).

De allereerste school waar ik op gesprek ging, was tegelijkertijd ook de school die het verste weg was. Maar liefst 45 minuten rijden – als het verkeer enorm meezit. Na het tweede gesprek heb ik er op de terugweg zelfs 1,5 uur over gedaan. En intussen had ik ook al een aanbod van een andere school dichterbij. Maar toch is het die school verderop geworden.

Aan het einde van dit schooljaar zeg ik het ISW in ’s Gravenzande vaarwel en start ik in augustus op het Teylingen college in Oegstgeest. Heb er zoveel zin in!  Ja dat rijden zal een dingetje worden, qua tijd, energie en qua brandstof … Maar dat obstakel zie ik dan wel weer… En als iemand nog een potje heeft voor een elektrische auto; ik hou me aanbevolen, haha.

Dit betekent overigens NIET dat ik stop met tekenen en workshops geven. Sterker nog, ik hoop dat deze switch, na een gedegen opstart- en wenfase, me juist meer tijd en energie op zal leveren om jou nog meer te voorzien in leuke ideetjes, workshops en inspiratie. 

Ja, het is een risico – ik ruil een vaste baan in voor iets tijdelijk … en wat als ik het niet leuk vind? Of ik beval hen niet? Of wat als het rijden me danig gaat tegenzitten? Of wat als …

Tja, no guts no glory.  Ik ben er klaar mee om te leven in de ‘wat als’-sfeer.  Ik heb er zin in en ik ga ervoor.

Met volle angst vooruit!

(G)een tekentalent?

𝐈𝐤 𝐡𝐞𝐛 𝐠𝐞𝐞𝐧 𝐭𝐞𝐤𝐞𝐧𝐭𝐚𝐥𝐞𝐧𝐭? ⁣

Een wijze Meneer zo een 2000 jaar geleden adviseerde het ons al; dat we meer als kinderen moesten zijn. Waar deze Meneer (Jezus, maar dat is detail) dat op geloof betrekt wil ik het vandaag even doortrekken naar geloven in jezelf. Nee ik verkondig geen nieuwe religie… en ik ga niet preken. Ik wil het gewoon hebben over tekenen. ⁣

Sta me toe uit te leggen wat ik bedoel. ⁣

Nog voor we leerden schrijven, leerden we tekenen. Als peuter en kleuter hielden we houterig onze knuistjes stijf om die dikke krijtjes en krastten enthousiast op het papier… of op de tafel… de vloer… of op het gezicht van een dankbaar jonger slachtoffer. ⁣

Tekenen en kleuren was opwindend, en vage strepen en vlekken werden een zon met een glimlach en een open huis met puntdak. Koppoters veranderden langzaam in stickpoppetjes en we herkenden er trots ons pap en mam in. ⁣

En ineens – ergens tijdens het volwassen worden veranderde onze blik. ⁣

Tekenen was niet langer een wijze van zelfexpressie. Het plezier hebben in het speels uitbeelden van hoe we naar de wereld keken verdween. ⁣

Als puber en jong volwassene kwam de drijfveer om te kunnen presteren. Deels door onderwijs – waar tekenen als ‘vaardigheid’ aangeleerd wordt en waar we de wereld zo realistisch mogelijk moeten kunnen weergeven. We leerden over de ‘regels’ van perspectief, verhoudingen en kleurenleer. ⁣
En anderzijds trokken we ons mogelijk teveel aan van eventuele kritiek, of werden we geremd door ons eigen perfectionisme. ⁣


De meeste volwassenen stopten met tekenen en verkondigden dat ze geen tekentalent hebben. ⁣

Maar het is maar hoe je het bekijkt. ⁣
Wat als we meer op kinderen durven lijken? Wat als we het tekenen weer leren zien als een leuke manier van zelf-expressie en ontspanning? Als een manier van woordeloos ons gevoel communiceren? ⁣

Wat als we het proces weer belangrijker maken dan het resultaat? ⁣

Dan heeft iedereen tekentalent. ⁣

Weer beginnen met tekenen en plezier maken? Je kan nog altijd aansluiten bij de tekenlessen van bikini dames en of dappere dames!


Deze foto is gemaakt door ⁣@jantienruiterfotografie

De kunst van negeren.

Negeren is een kunst. En ja, sommige mensen wil je uit alle macht kunnen negeren en wanneer dat niet lukt lijkt het inderdaad een kunst. Maar dát is niet het type negeren wat ik bedoel.

Ik bedoel het bewust en doelgericht negeren van alle prikkels die op je af komen.  Want boy, wat worden we overladen met een hoeveelheid beelden en geluiden. Zoveel dat we het niet eens meer doorhebben. En wie dat wel door heeft is gelijk ‘prikkelgevoelig’.

Maar wist je dat we in onze huidige samenleving naar schatting evenveel beelden per dag te verwerken krijgen als iemand twee eeuwen geleden in zijn hele leven? Ga eens middenin een winkelstraat staan en kijk een 2 minuten bewust om je heen. Wedden dat er ineens dingen opvallen die je niet eens zag? Maar je brein kreeg het wel te verwerken. Dito voor het eindeloos scrollen op sociale media. We denken ontspannen en onderuitgezakt te zitten, maar eigenlijk zijn we bezig ons brein te overvoeren.

En weet je wat ons brein dan doet? Het gaat elementen uitschakelen. Zaken negeren. Het maakt dat we veel niet meer écht zien. We worden een soort van ziende blind.

Vroegah, in het jaar stilletjes … kon een schilder maanden over 1 kunstwerk doen, wat zeg ik, soms zelfs jaren.  En wanneer zijn schilderij dan eindelijk af was, werd het ergens met veel alure opgehangen.  En de mensen keken.  Ze keken er echt naar.  Niet even zoals wij in een museum, maar herhaaldelijk, met aandacht. Nouja meestal dan.  Want Francesco Del Giocondo vroeg ergens aan het begin van de 16de eeuw aan Leonardo da Vinci om zijn vrouw te portretteren. Zijn derde vrouw, maar dat is detail. Maar Del Frans heeft het schilderij nooit ontvangen. Leo begon er met veel bravoure aan, werkte er maar liefst 3 jaar intensief aan. Maar vond het nooit goed genoeg. Nooit af.

En nu hangt het schilderij in het Louvre. Tenminste, men vermoed dat de Mona Lisa het schilderij is waar het in diverse schrijfsels van Frans en Leo over gaat. . Het hangt nu tussen maar liefst 35000 ander objecten. En wanneer je het wil bekijken sta je hutje mutje op elkaar en krijg je geen 5 minuten om er met volle aandacht naar te kijken. De overdaad maakt dat je niet echt meer ziet wat er hangt. De symboliek en details waardoor het zo een mysterieus schilderij is, gaan zo al snel aan je voorbij.

Voor mensen die snel overprikkeld raken is zo een museum vaak overweldigend. Voor kinderen helemaal. Sowieso zijn veel kinderen een ‘schilderijen’museum vrij snel zat. Voor wie denkt dat het komt omdat de schilderijen ouderwets zijn of dat het niet bij hun belevingswereld aansluit, die heeft het mis. Want of het bij hun belevingswereld aansluit, hangt af van hoe wij het brengen. We moeten kinderen daarnaast ook leren te negeren. En stiekem hebben we daar zelf ook baat bij.

Wanneer ik vroeger mijn kleine draakjes meenam naar één of ander museum, dan gaf ik ze in elke zaal een opdracht. “Kijk even snel naar alles wat hier hangt, en vertel me dan wat het lelijkst is.” Of “Welk schilderij heeft de mooiste dieren?” Of “Welk schilderij is het spannendst?” En wanneer ze me dan elk hun keuze kwamen vertellen dan bekeken we samen die twee schilderijen. En ik vroeg ze naar het waarom. En zo stonden we soms minutenlang over een schilderij te kletsen. Leren kijken.

Die simpele gekke opdracht maakte dat ze heel veel aspecten in schilderijen leerden negeren. Ze leerden onbewust hoe ze de omgeving konden buiten sluiten. Ze leerden echt kijken. En waar we in het begin twee of hooguit drie zalen konden doorlopen zonder een luidruchtig ‘Ik verveeeeel me’, eindigden we zo een keer in het Museon waar ik het eerder zat was dan zij. Lang leve de cafetaria.

Negeren in de kunst is een kunst. Het leert je zien wat je anders niet zag.

Wat is jouw ultieme tip om de overdaad aan prikkels aan te kunnen?

Yes you can

(English: scroll down)

Mevrouw, ik ga dit nooit kunnen.’ ‘Dit red ik niet in een half uur!’

Mijn leerlingen zijn in een lichte shock.  In Magister schreef ik dat we een toets zouden maken maar dat ze er niet voor moesten leren; ze zouden de toets zelf moeten ‘maken’ – als in ‘ontwerpen’.  Desondanks was er een enkeling die zo onzeker werd dat hij ’s avonds toch nog een uur spendeerde om het hoofdstuk een keer extra door te spitten. Een ander kwam zenuwachtig de klas binnen ‘Mevrouw, ik snap het niet, hoe kunnen we een toets maken zonder te leren?’

Elke week zet ik keurig in Magister wat we elke les gaan doen, wat ze daarvoor nodig hebben, wat het huiswerk is enz.  Maar blijkbaar was het deze keer niet helemaal duidelijk.  Welke docent laat zijn leerlingen nu ook zelf de toets ontwerpen? Compleet onlogisch toch?

Nou, helemaal onlogisch vind ik het niet.  Bij aanvang van de les stel ik ze gerust. “Vertrouw op mij, ik leg uit wat je moet doen, en ik help je het te kunnen.” De rust keert enigszins weer; dat zie ik aan de lijven die even wat meer ontspannen op hun stoel onderuit zakken. Ik leg uit wat het verschil is tussen kennisvragen en inzichtsvragen en wat een toepassingsvraag is …  uiteraard met een grapje tussendoor. De klas moet gelukkig lachen (en nee, dat doen ze niet bij al mijn grapjes). Beetje bij beetje gaat de spanning eruit.

Met “Het is niet makkelijk, maar ik geloof echt dat je het kan.” eindig ik mijn pleidooi.  

Vooraan zit er een dame die gelijk de schouders laat hangen. Ik zie vertwijfeling. Langzaam gaat de vinger omhoog.

“Mevrouw, ik ga dit nooit kunnen.”

“Ik denk van wel. Als je niet in jezelf gelooft, geloof dan in mij, en dat ik geloof dat jij het kan.” De vertwijfeling maakt een seconde lang ruimte voor een glimlach maar keert dan weer terug.

“Dit is een oefening.” Ga ik verder, “Het proces van dit te oefenen en te leren is belangrijker dan het resultaat. Durf het proces aan te gaan. Fouten maken mag. Ik geloof echt dat je het wel kan. Begin maar gewoon. Je mag me halverwege om hulp vragen en dan help ik je verder.”  Vertwijfeling sluimert. Zachtjes vervolg ik “Nog voordat je het hebt geprobeerd zeggen dat je het niet kan is een soort van jezelf in de weg zitten. Zelf-sabotage. Gewoon durven en doen. Je kan het wel!” Een dapper knikje volgt.

Achterin verschijnt een nieuwe vinger “Mevrouw, dit red ik niet in een half uur”

“Ik denk van wel, maar neem je tijd en kijk maar hoe ver je komt.”

En dan komt de allerbelangrijkste vraag. Vanuit hun perspectief tenminste: “Mevrouw, is het voor een cijfer?”

“Moet dat? Ik denk dat jullie ook goed je best doen en er veel van leren wanneer het niet voor een cijfer is.”

“Dat denk ik ook, mevrouw”  En in stilte begint de klas te werken.

(En ja ze konden het wel, ook binnen de gestelde tijd!)

Ma’am, I’m never going to be able to do this.” “I can’t make this in half an hour!”

My students are in mild shock. In the electronic learning environment I wrote that we would make a test but that they should not learn for it; they should “make” the test themselves – as in “design”. Nevertheless, there was a few who became so insecure and one still spent an hour in the evening to go through the chapter once more. Another one nervously entered the class “Madam, I don’t get it, how can we make a test without learning?”

Every week I neatly write what we are going to do each lesson, what they need for that, what the homework is, etc in the electronic learning environment. But apparently it wasn’t completely clear this time. What kinda teacher let students design a test themselves? Completely illogical right?

Well, I don’t think it’s completely illogical. I reassured them at the start of the lesson. “Trust me, I’ll explain what to do, and I’ll help you do it.” Peace returns somewhat; I can see that in the bodies that slump a bit more relaxed in their chairs. I explain the difference between knowledge questions and insight questions and what an application question is… of course with a joke in between. The class has to laugh happily (and no, they don’t do that with all my jokes). Little by little the tension disappears.

With “It’s not easy, but I really believe you can.” I end my plea.

In the front there is a lady who immediately lets her shoulders hang. I see despair. Slowly her hand goes up.

“Ma’am, I’m never going to be able to do this.”

“I think you are. If you don’t believe in yourself, then believe in me and that I believe you can do it. ” The despair makes room for a smile for a second, but then returns.

“This is an exercise.” I continue, “The process of practicing and learning this is more important than the outcome. Dare to take the trial. You can make mistakes. I really believe you can. Just start. You can ask me for help halfway through and I will help you. ” Despair lurks. Softly I continue, “Saying you can’t even before you’ve tried it is kind of getting in the way of yourself. Self-sabotage. Just dare and do. You can do it!” A brave nod follows.

In the back a new finger appears “Madam, I can’t make this in half an hour”

“I think so, but take your time and see how far you can get.”

And then comes the most important question. At least from their perspective: “Ma’am, are you giving it a grade? I don’t want to get a C or less.”

“Is it necessary that everything counts? I think you can also do the best you can and learn a lot from it when it is not for a grade.”

“I think so too, ma’am.” And the class begins to work in silence.

(And yes they could, even within the allotted time!)

Chaos enthousiasmeert.

(English : scroll down)

Het is chaos in mijn lokaal. Herstel, nee, er heerst een complexe orde. Het geluid van gegiegel en gegrinnik ontsnapt de mondmaskers. Een frisse wind doet de rolgordijntjes klapperen maar geen van mijn leerlingen heeft daar erg in. Ze zijn te druk met door het lokaal lopen. Voor zover mogelijk uiteraard op afstand. Op hun onderarm plakken gele post-it briefjes. Wil de ander ze lezen moeten ze hun arm strekken… Af en toe dwarrelt zo een post-it op de grond maar ze zijn te waardevol om te laten liggen.

“Ja, hij is van mij! Nu heb ik er al 8!” hoor ik enthousiast. “Nee, want je antwoord was fout loser, teruggeven, lees maar in het boek!” twee koppies duiken in het boek en controleren wie gelijk had. “Ow ja, ok.” En het papiertje wisselt weer van eigenaar.

Aan de andere kant van de klas loopt één van de dames stoutmoedig naar één van de jongens. Want uiteraard, geheel volgens de onbewust geldende normen mengen de genders zich bij aanvang niet. Pas wanneer het niet anders kan zie je dat ze zich met lood in de schoenen naar de andere sekse wagen. Ok, ik overdrijf een beetje. Beetje maar.

“Mevrouw, kijk ik ben de bom! Ik weet gewoon alle antwoorden.” 1 van mijn stuudjes vindt dat ze zichzelf overtroffen heeft. Dat ze de kaartjes allemaal aan de binnenkant van haar jasje heeft geplakt en vervolgens als een lokale potloodventer door de klas loopt negeer ik even. Ze is met de opdracht bezig. Fanatiek. Ik besluit wat olie op het vuur te gooien en verkondig “Nog 3 minuten, dan kijken we wie de meeste kaartjes heeft verzameld. De jongens of de meisjes.” Onmiddellijk bruist er iets. Nee het fanatisme spuit alsof er een pepermuntje in een colafles werd gedropt. Losse flodders verzamelen zich tot twee teams waarbij elk lid de heersende aap op de rots helpt aan nog meer briefjes.

“Wat was jouw vraag?” “Wie is Soren Kierkegaard?” “Oh,” zegt een ander, dat weet ik in het boek staan.” En twee ogen lezen in sneltreinvaart wat er ook alweer te leren viel over deze filosoof. Alles voor een post-it.

De vragen hadden ze elk zelf bedacht en op 3 post-its geschreven. Afpakken mocht alleen als ze het antwoord van andermans vraag wisten. Het boek gebruiken mocht. Het werd zelfs aangemoedigd. Maar toch gloort er triomf in menig ogen wanneer het juiste antwoord zonder boek gevonden wordt.  

De meiden wonnen. Maar de jongens waren niet minder fanatiek. Dus eigenlijk heb ik gewonnen, maar dat zeg ik lekker niet.

(Volg me op instagram, LinkedIn of Facebook: @saralindenhols #crazyteacher) Vanwege privacy verdraai ik soms wat feiten.

My classroom is in chaos. Redress, there’s a complex order. The sound of giggles and chuckles escapes several face masks. The wind makes the blinds flap but none of my students is aware of that. They’re too busy walking around. As far as possible they keep the requiered distance. Yellow post-it notes are stuck on their forearms. Every now and then a post-it drifts to the ground, but they are too valuable to pass up. 

“Yes, it is mine! Now I already have 8! ” Enthousiasm. “Not, your answer wasn’t entirely correct, give it back, read the book!” two heads dive into the handbook to check who was right. “Oh yes, ok.” And the little yellow piece of paper changes hands again. 

On the other side of the class, one of the ladies boldly walks over to one of the boys. Entirely in accordance with the unconsciously applicable regulations, the genders do not mix at the outset. Only when there is no other way they venture to the opposite sex with lead in their shoes. Okay, I’m exaggerating. A bit. Just a bit. 

“Ma’am, look I’m the bomb! I know all the answers. ” 1 of my students thinks she has outdone herself. I ignore for a moment that she has stuck the cards all to the inside of her jacket and walks through class as the local flasher. She’s working on the assignment. Fanaticly. I decide to add some fuel to the fire and announce “Just 3 more minutes and we’ll see who has collected the most tickets. The boys or the girls. ” Immediately, something buzzes. No, the fanaticism sprays as if a peppermint was dropped into a coke bottle. Two seperate teams are formed with each member helping the reigning monkey on the rock to gather more and more notes. 

“What was your question?” “Who is Soren Kierkegaard?” “Oh,” says another, that’s on page 65. ” And two pairs of eyes read at speed what could be learned about this philosopher. 

They each came up with the questions themselves and wrote them on 3 post-its. Taking away was only allowed if they knew the answer to someone else’s question. The book was allowed to use. In fact, it was encouraged. Yet there is triumph in many eyes when the correct answer is found without a check up.  

The girls won. But the boys were no less fanatic. So actually I won, but I’m not gonna tell them. . 

(Follow me on instagram or facebook)

Hou je bek / shut the * up.

Mensen horen zelden het hele verhaal. Meestal horen ze alleen maar dat wat ze willen horen. Tenminste – dat denk ik zo af en toe. En maar al te vaak reageren we vooral of alleen op dat wat we niet goed vinden.

De afgelopen weken spendeerde ik in mijn lessen veel aandacht aan het sociaal-emotionele welzijn van m’n leerlingen. Ze kregen de kans om zich in woord en daad te uiten. En onder het mom van ‘eerst moet eruit wat erin zit’ vond ik het dus niet erg wanneer ze een keertje boos, gefrustreerd of grofgebekt waren. Zodra de boel uitgesproken op tafel lag startten we in het in oplossingen leren nadenken. Er werd wat afgelachen en plezier gemaakt…

En toen kwam de ouderavond.

1 enkele vader wilde me spreken. En ik werd zenuwachtig. Ik heb meer dan 350 leerlingen. Als er dan 1 is die me wil spreken… mijn stagiaire zei nog ‘Het kan toch ook om iets goed gaan?’. Maar mijn ervaring zei me anders. Ouders plannen zelden een gesprek met de docent waar ze het goed vinden gaan.

Een kwartier te vroeg logde ik in. Nu geef ik al 18 jaar les… maar ouderavonden blijf ik vreselijk vinden. Het voelt altijd alsof je op het matje wordt geroepen. Ligt vast aan mij.

Vader en dochter kwamen in beeld. En al heel snel hoorde ik de woorden ‘… ja daar wou ik het over hebben, want daar waren we niet over te spreken…’

Laat ik vooropstellen dat de jongedame een geweldige leerlinge is. Van haar wil je er wel 10 in je klas; altijd enthousiast meedoen, beleefd, sociaal, eerlijk, betrokken. Echt. Het type leerling wat altijd vrolijk je lokaal binnenkomt en jou als docent niet straal voorbij loopt maar vriendelijk groet voor ze gaat zitten.

Dát hardwerkende meisje – had tijdens 1 van de ‘wat-erin-zit-moet-eruit’-opdrachten de woorden ‘hou je bek’ uitgesproken. Ter verdediging: ze speelde een rol. Pruiken en hoeden legde de nadruk op verborgen emoties… En omdat ze aan het vloggen waren was dit op camera vastgelegd. Ze had het in al haar enthousiasme zelf aan haar vader laten zien…

Mea culpa. Dat ik als docent toesta dat een leerling iets dergelijks zegt.

Ik had haar een 10 gegeven voor het zzap-cijfer. (zelfreflectie, zelfredzaamheid – attitude en inzet – probleem oplossend denken) maar waar ging de focus naar?

Hou je bek.

(Oh. Misschien onnodig om te zeggen: Ook deze blog is maar 1 kant vh verhaal – ik verwijs je graag naar mijn Disclaimer 🤪 + vanwege de privacy verdraai ik soms wat feiten.)

People rarely hear the whole story. Usually they only hear what they want to hear. And too often we only react to what we don’t like.

In the past few weeks, I’ve spent a lot of time taking care of the social-emotional well-being of my students. During lessons they were given the opportunity to express themselves in word and deed. And under the guise of “get out what’s in it first,” I didn’t mind when they were a little angry, frustrated or even a little rude. As soon as they expressed their true feelings, we started learning to think in terms of solutions. There was a lot of laughing and having fun involved …

And then came the parents’ evening.
1 single father wanted to speak to me. And I got nervous. I have over 350 students. If there is one person who wants to talk to me … my intern said “It could also be a good thing, right?”. But my experience told me otherwise. Parents rarely schedule a meeting with the teacher when things are done well.

I logged in fifteen minutes early. I’ve been teaching for 18 years now … and still this part of my job is the worst. It always feels like you have to defend yourself while fighting for their kids…

Father and daughter appeared on my screen. It didn’t take long before I heard the words “… yes I wanted to talk about that, because we were not happy about that …”

Let me say upfront : the young lady is a wonderful student. You want 10 of her in your class; always enthusiastic, polite, social, honest, involved. For real. The type of student who always happily enters your classroom and greets you friendly before she sits down.

That hard-working girl – had uttered the words “shut the * up” during one of the “what’s-in-must-out” assignments. In my defense, she played a part. Wigs and hats emphasized hidden emotions … And because they were vlogging this was captured on camera. She had shown it to her father in all her enthusiasm …

Mea culpa. That I, as a teacher, allow a student to say something like that.

I gave her a 10 for the ssap-grade. (self-reflection, self-reliance – attitude and commitment – problem-solving thinking) But where did the focus of the parents go?

Shut the * up.

Up ↑