Black lives matter. Period.

(Scroll down for English translation)

Toen  Charlie Hebdo koelbloedig werd vermoord en Parijs werd opgeschud met de gewelddadige vorm van terrorisme postten mensen massaal op social media hun profielfoto met ‘Je suis Charlie’ of ‘Stand by Paris’.  Als blijk van medeleven.

Toen België werd opgeschud door een terroristische aanslag reageerde ook ik met een profielfoto die de kleuren van België weergaf.

Een tijdje geleden was er de ‘kom op tegen kanker’- campagne.

Niemand haalde het in zijn hoofd om in bovengenoemde gevallen  te zeggen “Stand by all” of “Kom je ook op tegen longemfyseem of Alzheimer? Want dat zijn ook nare aandoeningen!”

Je steun betuigen en opkomen voor het ene, betekent niet dat je tégen het andere bent.  Het heeft mij even geduurd voor ik me dat realiseerde in de Black Lives Matter campagne. Mijn eerste reactie was ‘All lives matter’.  En natuurlijk tellen ook álle levens. Maar in gesprek met een aantal Afro Amerikaanse dames werd het me duidelijk dat het niet gaat om een tegenstelling. Zij voelen zich gediscrimineerd, achtergesteld, benadeeld. En met deze leuze vragen ze aandacht voor hun zaak. Net zoals het kankerfonds aandacht vraagt voor kanker en niet voor Alzheimer.

Vervolgens dacht ik – excuus voor mijn onwetendheid- dat het hier in NL heel anders is dan in Amerika. En ja het is anders. We zijn als gezin 1x in aanraking gekomen met hele boze Amerikanen die de politie hadden gebeld. En ik kan je vertellen; dat was niet leuk. Zeg maar gerust eng. Het is absoluut anders. Maar racisme komt ook in Nederland en België voor. De belastingdienst is daar een zeer recent en duidelijk voorbeeld van.

Dan zou je nog kunnen zeggen ‘Ik doe niet mee met de hype door op social media me uit te spreken.’ Is je goed recht. Om eerlijk te zijn, dat was ook mijn eerste reactie.  Maar is ook dat niet een beetje jezelf distantiëren? Omdat het jou niet dichtbij genoeg komt? Omdat het niet belangrijk genoeg is? Omdat je stiekem – het idee hebt dat je jezelf moet verdedigen en bij je punt wil blijven dat jij geen racist bent en dat dus niet hoeft? Is dat niet precies wat ‘white priveledge’ is?  Nu kan het zijn dat je altijd politiek correct bent en je nooit uitspreekt … dat is op zich prima.  Maar voor mij ging dat excuus niet op. 

Voor ik me uitsprak ben ik dus eerst in gesprek gegaan met een paar dames die racisme aan den lijve ondervonden. En ik sprak me uit op social media. En toen las ik op facebook de hartkreet van een mede-lander. Of de kerk zich ook hiertegen kon uitspreken. Mijn eerste reactie: wederom ‘Waar is dat voor nodig! Je verwacht toch ook niet van alle moslims dat ze zich tegen IS uitspreken? Alsof moslims per definitie voor IS zijn?? En hubby heeft een paar weken geleden nog gepreekt over hoe we ons horen te gedragen in de kerk. Voor racisme is er in de kerk geen plaats.  Maar is dat zo?

Is er voor racisme en discriminatie en sociaal onrecht geen ruimte in de kerk? Of is dat er wel en zou het er niet moeten zijn?

Het is al een aantal jaar geleden. Dus ik kan het nu wel vertellen. Maar ook ik heb pijnlijk ondervonden dat discriminatie wel degelijk de kerk in sluipt. Al sinds jaar en dag heb ik moeite met het zingen van het volkslied in de kerk. Velen vinden het een mooie traditie, maar ik vind het niet rijmen dat je de ene keer zingt ‘Want de geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt …’ en de andere keer heel nationalistisch die grenzen in ere houdt door het volkslied. En hoewel ik me echt Nederlander voel – me heb laten nationaliseren- ik ga in de kerk niet staan wanneer dit lied gezonden wordt.  Toen ik dit voorzichtig aankaartte kreeg ik echter een furieuze reactie ‘Je past je maar aan aan Nederland. Je moet maar wennen aan ONZE gebruiken.’  Ineens was ik weer ‘de buitenlander’. Nodeloos om te zeggen dat ik al 14 jaar in NL woonde, mijn best deed om zo accentloos mogelijk te praten, al jaren werkte in het VO, me met hart en ziel inzette in de kerk en keurig mijn belasting betaalde…  Ik moest me als buitenlander maar aanpassen.  Wat heb ik gehuild, wat voelde ik me buitengesloten. En zo zijn er meer voorbeelden. Dit is dan geen racisme. Wel discriminatie. Pijnlijk, hard en in de kerk.

Terug naar racisme. Denken dat racisme geen voet heeft in de kerk of in de NL samenleving is een illusie. Dat je het niet ziet komt misschien omdat je het als ‘wit persoon’ zelf nooit ervaart. Wat we op z’n minst kunnen doen is de ander serieus nemen wanneer hij of zijn aangeeft hier last van te hebben. Wat we op z’n minst kunnen doen is luisteren (als in actief luisteren en het gesprek aangaan.) En we kunnen het gedrag van een ander niet veranderen. Maar jouw stem laten horen is geen druppel op de gloeiende plaat. Jouw stem laten horen is niet meelopen met een hype. Jouw stem laten horen is bijdragen aan bewustwording. Jouw stem laten horen is de ander laten weten ‘Ik hoor je, ik zie het lijden, ik sta achter je.’

Black lives matter.

(Onderaan vind je een pdf van deze tekening, vrij te gebruiken voor in je eigen bulletjournal of biblejournaling. Tekening geïspireerd door een foto van @gigi_esohe) Meer van mijn maaksels vind je op instagram.

When Charlie Hebdo was murdered and Paris was shaken up by the violence of terrorism, people massively posted their profile picture with “Je suis Charlie” or “Stand by Paris” on social media. As a token of compassion.

When the Belgium airport was shaken by a terrorist attack, I also reacted with a profile photo that reflected the colors of Belgium.

A while ago there was the “fight against cancer” campaign. Nobody dared to say “Stand by all” or “Do you also stand up against lung emphysema or Alzheimer’s? Because those are also unpleasant conditions!”

Expressing your support and speaking up for one does not mean you’re against the other. It took me a while to realize this is also the case in the Black Lives Matter campaign. My first reaction was “All lives matter”. And of course all lives count equally. But in conversation with a number of African American ladies it became clear to me that it’s not a contradiction. Saying Black lives matter doesn’t exclude Whites.  They feel discriminated against, disadvantaged. And with this slogan they draw attention to their case. Just as the cancer fund draws attention to cancer and not Alzheimer’s. Making it ‘All lives matter’ draws the attention back.

Then I thought – pardon my ignorance – that it ‘s different here in the Netherlands than in America. And yes it is different. As a white family we once came in contact with very angry Americans who had called the police on us. And I can tell you; That wasn’t fun. You can say scary. And we’re not even black. So it’s absolutely different. But racism also occurs in the Netherlands and Belgium. The tax authorities here are a very recent and clear example of this.

Then you could say “I’m not participating in the hype by speaking up on social media.” It’s your right. To be honest, that was my first reaction also. But isn’t that distancing yourself from it a little? Because it doesn’t get personal enough to you? Because it’s not important enough? Because you secretly – feel that you have to defend yourself and want to stick to the point that you are not a racist and you don’t have to? Isn’t that exactly what “white priveledge” is? Now it is possible that you are always politically correct and you never speak out against anything … that’s fine.  But that excuse didn’t work for me.

Before I decided to speak up, I started talking to a few ladies who experienced racism firsthand. And then I read the heart cry of a fellow Dutch on Facebook. He asked if the church could speak out against racism. My first reaction – once again –  “What is that necessary for? You don’t expect all Muslims to speak out against ISIS, do you? As if Muslims are by definition for IS ?? And hubby preached a few weeks ago about how we should behave in church. There is no place in the church for racism. Why does the church need to speak up? Butis there really no room for racism and discrimination or social injustice in church? Or is it and should it not be?

It’s been several years. So I can tell you now. But I have also experienced painfully that discrimination does creep into the church. For years I had trouble singing the national anthem in church. Many find it a beautiful tradition, but I do not think it rhymes with the Dutch hymne that says “Because the Spirit breaks through the borders that have been made by people …”  And although I really feel Dutch – I have been nationalized – I do not stand in church when this song is sung. When I cautiously tried to addressed this, I got a furious response “You will adapt to the Netherlands. You have to get used to OUR customs. ” Needless to say that I had been living in NL for  over 14 years, did my best to speak as accent less as possible, worked in high school and paid taxes … I had to adapt as a foreigner. I was a foreigner. I cried my eyes out and felt excluded for al long time …

Back to racism. To think that racism has no place in the church or in the NL society is an illusion. Maybe you don’t see it because you -as a white person- never experienced it. But the least we can do is to take the other person serious when he or she indicates that he is bothered by this. The least what we can do is listen (as in active listening and engaging in conversation.) And maybe we cannot change someone else’s behavior. But making your voice heard is not a drop in the ocean of needs!  Making your voice heard is not part of a hype. Making your voice heard is contributing to awareness. Making your voice heard is letting the other person know “I hear you, I see the suffering, I am behind you.”

Black lives matter.

The drawing I created, can be downloaded below for free- just for personal use in bulletjournal or biblejournaling. The drawing is inspired bij a photo of @gigi_esohe. More of my creations can be found on instagram.

Over zwarte klazen en de waarheid achter Piet – en hoe een samenleving racisme overwint.

Prent uit 1850
Prent uit 1850

Ik leer mijn leerlingen altijd dat je alleen maar een heldere mening kan vormen wanneer je gedegen onderzoek hebt gedaan en alle voor en tegens tegen elkaar hebt afgewogen… Maar wat de Zwarte Pieten discussie betrof, had ik niet eens de feiten op een rij. Vaag dacht ik, van horen zeggen, te weten waar het Sinterklaasfeest vandaan kwam. Maar Piet?

Ik leer mijn stuudjes ook dat je nooit op 1 bron moet afgaan en de geloofwaardigheid  van iedere opmerking en site moet overdenken. Dat in acht genomen besloot ik wat dieper in de Piethistorie te duiken…

 

Nikolaas van Myra

Sinterklaas is een eeuwenoud feest waarbij het al sinds de 15de eeuw de gewoonte was om de Heilige Nikolaas van Myra te eren en herdenken door op 5 december je schoen te zetten in de kerk. Wie het kon opbrengen deed geld in de schoenen. Op 6 december werd de opbrengst dan bij elkaar gesprokkeld en verdeeld onder de armen.  Nikolaas was als wees opgegroeid en toonde als volwassene een grote betrokkenheid voor de armen. Legendes over hem verhalen van zijn geneeskundige krachten: zo zou hij gestorven kinderen weer tot leven gewekt hebben.

Op een 15de eeuws schilderij wordt hij afgebeeld terwijl hij een blank duiveltje onder zijn voet bedwingt.  Echter een zelfde type icoon wordt ook met andere heiligen afgebeeld. De ene keer met een zwart duiveltje, de andere keer met een grimmige klauwende duivel.  Maar van een knecht, laat staan zwart, was geen sprake.

 

Zwarte Klaas!

In de 16de en 17de eeuw liepen er in de aanloop naar Sinterklaas wel Zwarte Klazen door de stad (Amsterdam – Nikolaas was intussen de beschermheilige van de stad.). Sunderklazen werden ze genoemd.  Dit gebruik was overgewaaid uit de Germaanse mythologie waarbij een godin met aardig wat duivelse trekjes luie mensen bestrafte en hardwerkende lui beloonde. Een beetje á la het sprookje van vrouw Holle. De Sunderklazen klopten de week voor Sinterklaas overal aan de deur om te vragen of er nog stoute kinderen waren. Sunderklaas zou zogenaamd de stoute kinderen in een zak meenemen. Klaas had dus ook een boeman kant!  Het gebruik hield in Nederland echter geen stand (behalve op Texel) en verdween weer.  Wat wel bleef was de zak. ‘De man met de zak’ is trouwens een wereldwijd beeld. In haast elke taal en elke cultuur is wel een dergelijk figuur bekend. Met regelmaat worden deze figuren met de duivel in verband gebracht.

Van blank naar zwart

In latere tijd kreeg Sinterklaas wel een knecht maar deze was aanvankelijk blank. Zo zijn er afbeeldingen uit 1800 waarop de Sint staat met een blanke helper. Echter, in de schilderkunst werd in die tijd vaak gebruik gemaakt van een Moorse bediende, om de status van de afgebeelde persoon te verhogen.  Rijke lui konden zich ‘een Moor’ veroorloven, doste de bediende in leuke kleding uit al was het een pop. Niet veel later verscheen Sint op plaatjes met een zwarte helper.

Maar of het nu de schilderkunst was die het idee als eerste opperde om de ouwe goedzak wat extra status mee te geven of dat de zwarte knecht uit een geschreven bron ontstond is niet duidelijk. In ieder geval was de echte Nikolaas al eeuwenlang dood voor Piet ten tonele kwam.

 

Piet een slaaf?zwarte Piet

In een zeer onbekend boekje, vermoedelijk uit 1832, wordt – in Nederland-  voor het eerst over een zwarte helper gesproken.  Sommigen hebben het vermoeden dat het boekje een soort van proefdruk was op het eerste beroemde boek van Jan Schenkmans ‘Sint Nicolaas en zijn knecht’.  In zijn boek is de knecht een aardige vriendelijke helper van de Sint. Op geen enkele wijze insinueert Jan Schenkman dat de knecht een slavenstatus kende. Bedacht moet worden dat de slavernij in die tijd, in Nederland, al sterk onder druk stond en hevige kritiek te verduren had. Wanneer je de pedagogische aard van het boekje in acht neemt valt het zelfs te betwijfelen dat Jan hiermee de slavernij promootte, integendeel zelfs: de heilige Klaas is nog steeds degene die bestraft en stoute kinderen de zak in mietert.

 

Pietje de dood of schilderkunst?

In de jaren na Schenkmans boek worden de minder leuke kanten van de Sint steeds meer overgedragen op de knecht die uiteindelijk de naam Pieter krijgt.  Moren werden in die tijd, vooral in de kunst,  nogal eens vergeleken met de duivel en de duivel had sinds de late Middeleeuwen vaak de naam Zwarte Peter (Pieter, in België nu nog steeds Pietje de dood). In Duitsland kende men de knecht Ruprecht (vergelijkbare oorsprong als Sunderklaas) en met deze vergelijking kreeg de Germaanse mythologie weer voet aan de grond.

Maar of het nu lag aan de schilderkunst, het bijgeloof wat de mensen van  Moren hadden of dat het lag aan de oeroude mythen: Pieter, Zwarte Piet nam uiteindelijk volledig de minder leuke kanten van Sinterklaas over: het was niet langer Sinterklaas zelf die de stoute kinderen strafte of met de roe zwaaide, maar Piet.

Van stereotype naar kindervriend

In de loop van de twintigste eeuw werd bedacht dat als 1 Piet voor hilariteit kon zorgen, dat meer Pieten dat ook konden. In 1934, bij de eerste officiële intocht in Amsterdam, waren 6  Zwarte Pieten aanwezig:  6 Surinaamse matrozen die daar voor anker lagen. Het stereotype van een Piet was toen nog  een onhandig, niet al te snugger figuur die zich van een brabbeltaaltje voorzag.

Naarmate de Nederlanders steeds meer vertrouwd raakten met de immigranten uit de koloniën paste men echter het beeld van Piet steeds meer aan en verloor hij meer en meer typerende kenmerken.  Het kroeshaar werd vervangen door krulhaar, de oorringen verdwenen en het zwarte uiterlijk werd bruiner. Het verhaal dat ze zwart zagen van het roet uit de schoorstenen kwam in omloop en deed hun afkomst vervagen. Het brabbeltaaltje verdween zowel als de kwade trekken. Zwarte Piet ontwikkelde zich tot populaire kindervriend.  Dit laatste niet in het minst om te voorkomen dat mensen zich negatief aangesproken zouden voelen tijdens dit kinderfeest. Wat dat betreft is Zwarte Piet voor mij juist hét symbool van hoe een samenleving racisme overwint…

 

Rest mij, na mijn vorige blog,  wederom de vraag: hoe komt het –  na al die veranderingen (van aardig naar duivels naar mega populair)-  dat er nog steeds mensen zijn die zich gediscrimineerd voelen door Zwarte Piet?

 

 

 

 

Bronnen die ik oa. raadpleegde:

Historische achtergrond Zwarte Piet (Site tegen racisme en discriminatie.)

Wikipedia over Zwarte Piet, Sunderklaas en Sinterklaas. (Zacht uitgedrukt: niet mijn favo bron, maar deze bracht me weer op andere bronnen.)

Jan Schenkman, Sinterklaas en zijn knecht (Het originele boek)

Artikel ‘Geschiedenis van Zwarte Piet’ van Martijn Boere

Eugenie Boer- Dirks, Nieuw licht op Zwarte Piet (Volkskundig Bulletin, 1993)

De Tijd: godsdienstig- staatkundig blad. Datum: 6 december 1859 (Voorpagina artikel)

www.historien.nl

Zwarte Piet voegde zichgeruisloos bij Sinterklaas (Artikel uit nu.nl)

Meertens Instituut

Zwarte Piet was ooit een boeman (artikel uit dichtbij.nl)

 

Leuk om ook te lezen over Sinterklaas en over Witte Piet

 

20140709-141815-51495394.jpg

iphone + tale kanaäns = goede preek

psalm 71Vanmorgen heb ik in de kerk de hele tijd op mijn iphone gezeten. Mogelijk dacht menigeen dat ik weer eens een nieuw verslavend spelletje was begonnen, maar nee, dat was niet het geval. De spreker was niet één van mijn favorieten. En hoewel hij qua inhoud altijd een zeer degelijke preek levert, is zijn sombere insteek en vooral ouder taalgebruik (aka tale Kanaäns) in mijn geval behoorlijk afleidend. Zoon 1 omschreef het voor de preek alsvolgt: “Oh nee, is dat die kerel die voorleest uit die hele oude vertaling en dan in die taal verder praat?”  Euh, ja, dat is die man.

Bij zin 2 – na het voorlezen van een behoorlijk ‘boeiend’ stuk uit Jeremia – fluisterde zoon 2 dat hij al was afgehaakt. Vergeef me mijn heidense kinderen, ze moeten het met mij als voorbeeld doen.

Dus, om te voorkomen dat ik de hele tijd afgeleid zou worden door de wat ouder wordende woordenschat en het puberale geschuifel en gefluister aan mijn rechterzijde, wilde ik ‘meeschrijven’. Pen en papier is zó 2013 dus sprong mijn iphone zomaar – geheel uit het niets vanuit mijn tas recht in mijn typegrage vingers.

 

Het bijbelgedeelte was al voorgelezen. Nu ben ik de laatste tijd wel aardig ‘fan’ van Jeremia vanwege zijn uitbundige klaagpartijen (iets wat bij God dus ook welkom is). Maar, tja, het gedeelte – in eerste instantie zomaar uit de context geplukt- was kaal, emotieloos, feitelijk en tja … nou niet bepaald tot mijn hart sprekend. (Jeremia 52:1-12 en 31-34)

De uitleg die volgde was wel sterk.  Echt, ik kon het alleen maar volgen omdat ik meetikte op het mini-toetsenbordje in mijn verwondde handen (heb geklust deze week). Dus hemel zij dank voor de gadgets van deze tijd.

Het boek Jeremia, en dat vooral het laatste hoofdstuk is inderdaad heel emotieloos en feitelijk. Het was de bedoeling ook niet om in dit boek te vertellen over hoe erg e.e.a was, hoeveel leed de mensen moesten ondergaan, hoeveel verdriet het deed dat … Die emoties: het huilen, het uitschreeuwen van onbegrip, het jammerlijk weeklagen, het uiten van dat wat hij en het volk diep van binnen voelde beschreef Jeremia al in het boek klaagliederen. Er was dus absoluut wél tijd en ruimte om al die negatieve gedachten en al die pijn, om dat te uiten naar God. Alleen niet in hetzelfde boek. In het boek Jeremia wil de schrijver duidelijk maken wat de feiten waren om zo te laten zien wat er werkelijk gebeurde: wat de oorzaken en het gevolg was van eea., hoe het verleden tot het heden had geleid en welk toekomstperspectief dit met zich mee bracht. Overzicht. Het boek Jeremia gaat om overzicht.

 

Is dat niet wat wij als mensen soms het meest nodig hebben wanneer we in het diepst van onze pijn zitten? Dat er én tijd en ruimte is om onze emoties te uiten maar dat er ondertussen ook feitelijk, alles op een rij gezet wordt zodat we overzicht hebben in dat wat gebeurde, hoe we tot de situatie waar we in zitten kwamen en dat we weer perspectief op de toekomst krijgen?

 

Voorafgaand aan de preek werd een stukje uit Psalm 71 voorgelezen. Jammer genoeg alleen maar het ‘leuke’ gedeelte. In deze Psalm is iemand aan het woord die zijn leven lang op God vertrouwde al ging dat niet zonder slag of stoot: Hij was in handen gevallen van wrede overheersende mannen (v4), er werd over hem geroddeld en tegen hem gespannen (v10), hij zat in levensbedreigende situaties (v11)… Hij voelde God echt niet altijd even dichtbij., hij smeekt God zelfs dat Hij niet te ver weg moest zijn, of dat God hem alsjeblieft te hulp zou komen – maw hij ervaarde geen hulp – (v11-12). Hij bidt niet om kracht zodat hij zijn vijanden kan ‘vergeven’ (oo- wat een slecht gristen – owja – het was waarschijnlijk ‘gewoon’ een Jood). Hij uit zelfs de hoop dat God zijn tegenstanders te schande zal doen staan (v13) …  Maar zodra de psalmist zijn grieven heeft geuit kan hij weer de feiten op een rij zetten. Door de feiten ziet hij weer de rode draad in zijn leven: vertrouwen in en op God.  Het is de combi van zowel de emoties als de feiten die maakt dat hij weer zicht heeft op de toekomst. Een toekomst waarin zowel emotie als hoop een plekje krijgt:

 

Mijn tong zal heel de dag van uw gerechtigheid spreken: wie mijn ongeluk zoekt, zal te schande staan. (Psalm 71:24)

 

Dit is precies de boodschap die Jeremia mij vandaag gaf – middels een door oud taalgebruik doorspekte preek.

 

(Jammer genoeg kunnen we die tekst vanavond niet zomaar op ons voetbalteam plakken :B)

 

Van Sotsji naar christelijke pornografie

123 dames schaatsenHet dames 1,2,3tje van de 1500 meter is net olympisch ingehuldigd. Het ontroerde me zowat. Ergens kwam er een soort van plaatsvervangende trots bovendrijven. En ik ben niet eens Nederlander – maar met mijn inlevingsvermogen en integratiegehalte is – wat dat betreft – niets mis.

Omdat ik de afgelopen dagen nogal negatief was over het Reformatorisch dagblad dacht ik ff te kijken wat zij online postten over de fantastische prestaties van deze dames. Mogelijk kon ik iets positief bespeuren en daarover bloggen. Maar niets. Nee, echt NIETS. Nu heb ik geen papieren versie en heb ik geen abo maar dan nog … niets? Is het omdat de dames de zondagsrust met de voeten getreden hebben? (De Schrift spreekt overigens over Sabbatsrust wat echt niet op zondag valt – maar das detail – dergelijk foutje vergeven we ze nog wel, toch?)  Anyway, ik dacht dat ze er vandaag wel wat over zouden zeggen maar niet dus. Jammer.

Maar nu ik toch op de site zat gleed mijn blik over een headline – in eerste instantie (vergeef me) las ik ‘Christelijke pornografie’ . Mijn interesse was onmiddellijk gewekt.  Heu – vanuit theologisch perspectief natuurlijk. Maar er stond wat anders. “Christelijke opvoeding wapen tegen strijd pornografie” kopte het stukje.  Het bleek zelfs een redelijk lezenswaardig artikel over de strijd tegen pornografie en hoe je daar al in de opvoeding mee kan beginnen (met de strijd er tégen, niet met de pornografie uiteraard :B). Het zal niemand vreemd in de oren klinken dat ik het er niet helemaal mee eens was; ik zou ik niet zijn als ik geen kritiek had. Maar mijn commentaar is van milde aard deze keer.

Ik ben het in zoverre met de schrijfster eens dat je niet moet dweilen met de kranen open, dat je soms beter de oorzaak kan onderzoeken en aanpakken dan je elke keer weer te richten op individuele gevallen.  Waar ik een beetje voor terugdeins is om het probleem bij een gebrekkige – geloofsarme – opvoeding te leggen. Pornoverslaving is een probleem van zowel  christenen als niet-christenen.  En voor wie denkt dat de christenen in deze problematiek in de minderheid zitten heeft het mis. Opvoeding of geloof is niet de enige ‘bron’ waarnaar gekeken dient te worden.  En je opvoeding kan nog zo goed zijn … een kind gaat uiteindelijk zijn eigen weg.

Het artikel neigt een beetje naar het zoeken van externe motivaties. Er worden,  buiten het kind of de persoon om, redenen gezocht om een bepaald gedachtegoed op te leggen.   Op te leggen. Dat is het gevoel wat ik er een beetje bij krijg, maar dan kan mijn allergie zijn. Als we nou eens beginnen met porno niet als ‘probleem’ te bestempelen maar beginnen met het streven om  ‘gezonde seksualiteit’ te onderwijzen en te promoten. Niet ergens ‘tegen’ maar ergens ‘voor’ zijn is een heel andere houding. (Coming from me, I know. Ik van iedereen ben zo tégen gristenen die overal tégen zijn… :B)

Anyway – van Sotsji naar pornografie lijkt ws. een overdreven grote gedachtesprong. Hoewel: er zijn verschillende sporters die al uit de kleren gingen, plus er zullen vast ook pornoverslaafde atleten tussen zitten en on top of it all  zijn er chevron-types die ik zelf graag uitkleed…  Chevron – ik ben er nog steeds niet overheen. Wat dacht die ontwerper? Nee, het Nederlandse team mag blij zijn met hun stylist! Prachtige outfits; modern, de juiste kleuren, mooie vormgeving en leuke, typerende ‘Neërlandische’ mutsen.  En dan zien we onze dames (ja, nu spreekt de nederlander in mij) op het podium met hun dikke plakken goud, zilver en brons … stralend in hun oranje outfit. Niemand die nog denkt: kleren maken de man en zo weinig mogelijk kleren de vrouw!

Noot: Foto van deze site

Omhoog ↑