Naakte Jakobus 4:8 ?

Wie kent vandaag de dag nog het werkwoord ‘naken’?  Volgens het etymologisch woordenboek komt het van naeken en het betekent iemand naderen, heel dichtbij komen of op iemands handen zijn.   

Ik denk dat de gemiddelde puber automatisch aan naaktheid denkt bij dit woord. Niet de bedoeling wanneer je Jakobus 4:8 leest in de ouderwetse Statenvertaling 

Naakt tot God, en Hij zal tot u naken, reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen. 

Oef, wat een tekst.  Gelukkig gebruikt de Herziene Statenvertaling het woord naderen in plaats van naken. Scheelt weer.  

In de NBV staat echter: “Verneder uzelf voor de Heer dan zal hij u verheffen.”  en de BGT schrijft:  “Laat aan God zien dat je jezelf onbelangrijk vindt. Dan zal Hij je later belangrijk maken.”    

Wanneer je de oorspronkelijke Griekse tekst erbij pakt snap ik deze vertalingen niet.  

Ff kort door de bocht de belangrijkste Griekse woorden uit dit vers op een rij: Eggizo = naderen, je bij iemand voegen.  Kathartizoo = je losmaken van zonde, je opnieuw toewijden, je zuiveren. Xeir = het woord voor handen maar staat ook symbool voor dat wat jij kan controleren; dat wat je doet. Hamarthoolos = iemand die met zonden bevlekt is, een zondaar dus. Hagizo = moreel of ceremonieel zuiveren / puur maken. En Kardia is Grieks voor hart; het centrum van je geestelijk leven.  
Wat staat er dan? 

  • Voeg je bij God! Nader Hem! Zorg ervoor dat je onder Zijn leiding valt!  
  • Hij zal dan jou ook naderen. Hij zal je bij zich nemen. Hij zal naar je toe komen. Hij zal de afstand die er nog is overbruggen!  
  • Wijdt jezelf weer aan Hem toe. Stop met zondigen voor zover dat in je mogelijkheden ligt. 
  • Maak jezelf weer puur.  Misschien kan je een symbolische daad doen om je intenties kracht bij te zetten. (Mijn invulling: denk eens na over de doop? Ga naar een huwelijksweekend, doe de Alphacursus, … )  Zorg iig dat je je vanuit je diepste binnenste, vanuit het centrum van je bestaan, weer leeft zoals Hij dat van je verwacht.  

 

Wat mij betreft zit de basisbijbel het dichts bij qua de interpretatie van de vertaling: 

 Ga naar God toe. Dan zal Hij naar jou toekomen. Stop met het doen van slechte dingen, ongehoorzame mensen. Leef voortaan zoals God het wil, twijfelaars. 
 

Noot: Vertalingen zijn niet persé goed of slecht. Elke vertaling heeft te maken met de tijdsgeest waarin hij geschreven werd en de wijze van hoe je de oorspronkelijke tekst  in de juiste context van toen en nu interpreteert. En dan zijn vele vertalingen mogelijk. 😉  

iphone + tale kanaäns = goede preek

psalm 71Vanmorgen heb ik in de kerk de hele tijd op mijn iphone gezeten. Mogelijk dacht menigeen dat ik weer eens een nieuw verslavend spelletje was begonnen, maar nee, dat was niet het geval. De spreker was niet één van mijn favorieten. En hoewel hij qua inhoud altijd een zeer degelijke preek levert, is zijn sombere insteek en vooral ouder taalgebruik (aka tale Kanaäns) in mijn geval behoorlijk afleidend. Zoon 1 omschreef het voor de preek alsvolgt: “Oh nee, is dat die kerel die voorleest uit die hele oude vertaling en dan in die taal verder praat?”  Euh, ja, dat is die man.

Bij zin 2 – na het voorlezen van een behoorlijk ‘boeiend’ stuk uit Jeremia – fluisterde zoon 2 dat hij al was afgehaakt. Vergeef me mijn heidense kinderen, ze moeten het met mij als voorbeeld doen.

Dus, om te voorkomen dat ik de hele tijd afgeleid zou worden door de wat ouder wordende woordenschat en het puberale geschuifel en gefluister aan mijn rechterzijde, wilde ik ‘meeschrijven’. Pen en papier is zó 2013 dus sprong mijn iphone zomaar – geheel uit het niets vanuit mijn tas recht in mijn typegrage vingers.

 

Het bijbelgedeelte was al voorgelezen. Nu ben ik de laatste tijd wel aardig ‘fan’ van Jeremia vanwege zijn uitbundige klaagpartijen (iets wat bij God dus ook welkom is). Maar, tja, het gedeelte – in eerste instantie zomaar uit de context geplukt- was kaal, emotieloos, feitelijk en tja … nou niet bepaald tot mijn hart sprekend. (Jeremia 52:1-12 en 31-34)

De uitleg die volgde was wel sterk.  Echt, ik kon het alleen maar volgen omdat ik meetikte op het mini-toetsenbordje in mijn verwondde handen (heb geklust deze week). Dus hemel zij dank voor de gadgets van deze tijd.

Het boek Jeremia, en dat vooral het laatste hoofdstuk is inderdaad heel emotieloos en feitelijk. Het was de bedoeling ook niet om in dit boek te vertellen over hoe erg e.e.a was, hoeveel leed de mensen moesten ondergaan, hoeveel verdriet het deed dat … Die emoties: het huilen, het uitschreeuwen van onbegrip, het jammerlijk weeklagen, het uiten van dat wat hij en het volk diep van binnen voelde beschreef Jeremia al in het boek klaagliederen. Er was dus absoluut wél tijd en ruimte om al die negatieve gedachten en al die pijn, om dat te uiten naar God. Alleen niet in hetzelfde boek. In het boek Jeremia wil de schrijver duidelijk maken wat de feiten waren om zo te laten zien wat er werkelijk gebeurde: wat de oorzaken en het gevolg was van eea., hoe het verleden tot het heden had geleid en welk toekomstperspectief dit met zich mee bracht. Overzicht. Het boek Jeremia gaat om overzicht.

 

Is dat niet wat wij als mensen soms het meest nodig hebben wanneer we in het diepst van onze pijn zitten? Dat er én tijd en ruimte is om onze emoties te uiten maar dat er ondertussen ook feitelijk, alles op een rij gezet wordt zodat we overzicht hebben in dat wat gebeurde, hoe we tot de situatie waar we in zitten kwamen en dat we weer perspectief op de toekomst krijgen?

 

Voorafgaand aan de preek werd een stukje uit Psalm 71 voorgelezen. Jammer genoeg alleen maar het ‘leuke’ gedeelte. In deze Psalm is iemand aan het woord die zijn leven lang op God vertrouwde al ging dat niet zonder slag of stoot: Hij was in handen gevallen van wrede overheersende mannen (v4), er werd over hem geroddeld en tegen hem gespannen (v10), hij zat in levensbedreigende situaties (v11)… Hij voelde God echt niet altijd even dichtbij., hij smeekt God zelfs dat Hij niet te ver weg moest zijn, of dat God hem alsjeblieft te hulp zou komen – maw hij ervaarde geen hulp – (v11-12). Hij bidt niet om kracht zodat hij zijn vijanden kan ‘vergeven’ (oo- wat een slecht gristen – owja – het was waarschijnlijk ‘gewoon’ een Jood). Hij uit zelfs de hoop dat God zijn tegenstanders te schande zal doen staan (v13) …  Maar zodra de psalmist zijn grieven heeft geuit kan hij weer de feiten op een rij zetten. Door de feiten ziet hij weer de rode draad in zijn leven: vertrouwen in en op God.  Het is de combi van zowel de emoties als de feiten die maakt dat hij weer zicht heeft op de toekomst. Een toekomst waarin zowel emotie als hoop een plekje krijgt:

 

Mijn tong zal heel de dag van uw gerechtigheid spreken: wie mijn ongeluk zoekt, zal te schande staan. (Psalm 71:24)

 

Dit is precies de boodschap die Jeremia mij vandaag gaf – middels een door oud taalgebruik doorspekte preek.

 

(Jammer genoeg kunnen we die tekst vanavond niet zomaar op ons voetbalteam plakken :B)

 

Omhoog ↑