“Zo, met drie schermen tegelijk lesgeven? Dan bent u een van de modernere docenten die ik ken – zeker van uw leeftijd.”
Het was een jonge knul. Een gedreven en enthousiast docent in opleiding. Ik vergeef hem zijn belediging en hou me maar vast aan zijn compliment: hij vond me in ieder geval hip en modern.
Echter toen ik vertelde dat ik me door leerlingen had laten overhalen om op TikTok te gaan keek hij weer bedenkelijk.
“Ik vraag me af of we ons als docent moeten verlagen tot dat niveau. We willen toch dat de leerling groeit? Waarom zouden wij dan afdalen?”
“Ik daal niet af om daar te blijven. Ik daal af zodat wanneer ik weer een paar treden hoger sta les te geven, zij het interessant vinden om te groeien naar mijn niveau.
En behalve dat; humor is de meest geweldige starter van de les. Het verbindt en maakt enthousiast.
Maar wees gerust. Ik ga niet dansen.”
Ik vraag me af of hij gerustgesteld was…
“You teach online, using 3 screens? Wow, you are a true modern teacher – especially for your age”
He was a young teacher-to-be… I forgive him his insult. I choose to look at the compliment: I was modern.
But When I told him I allowed my students to talk me into TikTok he hesitated… “Why on earth would you do that? Lower yourself to their level?”
“I don’t lower myself to their level to stay their. I go their to meet them so that when they see me teaching it invites them a little more to grow to my level. And besides, humor is the best way to start your lessons! It connects and makes enthousiastic. But rest assured I’m not dancing.”
I don’t know if he was ok with my answer… who is old now?
Het online lesgeven went. Ik ben een gezegend docent met al die leuke leerlingen. Maar na de zoveelste dag en het zoveelste uur lesgeven met 3 schermen tegelijk krijg ik toch nog vierkante ogen en een houten achterwerk. En dan werk ik nog maar parttime. Hoe moet dit voor mijn stuudjes zijn?
Het is de wereld op zijn kop. Dus zet ik ook mijn werkvormen voor tijdens de les maar even op de kop. Aankomende week krijgen mijn brugpiepers een opdracht die alleen buiten kan uitgevoerd worden. Wees gerust; volledig gekoppeld aan de lesstof en absoluut Corona-proof.
Even twijfel ik ‘Wat als het slecht weer is?’ Maar in m’n achterhoofd hoor ik mijn marine-zoons in koor: ‘Er is geen slecht weer, alleen slechte kleding.’ Dus zet ik door… zet deze spreuk er nog even bij op het blad.
Wanneer ik klaar ben en even naar buiten kijk zie ik de sneeuwvlokken dwarrelen. Het is bitterkoud. Maar op het pleintje tegenover ons huis is het een drukte van jewelste. Sneeuwballengevecht. En tussen al die kleintjes zie ik een groep tweedeklassers staan. Heerlijk.
En dan zien ze me kijken… even laten ze de ballen voor wat het is en lachen ze me zwaaiend toe. Eventjes bestaat Corona niet.
Ik glimlach en zwaai terug. Wat ben ik toch een gezegend docent.
(Niets missen? Volg me op Insta, FB of LinkedIn : @ saralindenhols)
What a week it was. I must say – I’m getting used to teach online. And I know myself a blessed teacher with so many awesome students! How lucky I am!
But after a few days and even after a few hours … working with 3 screens … my eyes turn square and my behind feels numb.
And I’m not even working fulltime… my poor students… this must be awful to them. Locked inside behind a screen.
The world today feels upside down. So I must turn my way of teaching upside down too. So for the upcoming week my junior high students have to go outside during my lesson. Rest assured: the assignment is corona proof + totally related to the course.
A brief moment I doubt. ‘What if the weather is bad?’ But then – in the back of my mind I hear my navy boys say ‘No such thing as bad weather, only bad clothing.” So I add this quote as a friendly reminder to the assignment before I upload it.
When I’m done I take a peek outside… it’s snowing. And in front of our house a bunch of kids are playing and throwing snowballs. Among them I see several of my students.
This is awesome. I love to see them this happy… playing around. For a moment there is no Corona.
Then they see me watching. For a brief moment they stop playing … with big smiles they wave at me.
I smile and wave back. Yes… what a blessed teacher I am.
Follow me on Instagram, Facebook or linkedIn! (@saralindenhols)
“Kom op, dit kan jij. Dit doe jij ‘even’. Met 18 jaar aan ervaring in je zak moet je dit ook wel kunnen. Je kan goed lesgeven, hebt een leuke band met de leerlingen… dit kan jij!”
De eerste lockdown ging compleet aan mij voorbij. Ik was te ziek om er ook maar iets van mee te krijgen.
Dus deze tweede lockdown is mijn eerste. Ik heb intussen al wel maandenlang kunnen oefenen met het real life lesgeven terwijl je tegelijk ook online bent. Maar compleet online lesgeven had ik nog nooit gedaan.
Maar voor alles is een eerste keer, en je bent nooit te oud om te leren, dus ik dacht ‘dat fix ik even’.
Misschien was ik een tikkeltje naïef.
Een tikkeltje maar.
Ik heb deze week maar 43 keer gezegd ‘Ik zie je niet, graag je camera omlaag, oh kijk, nu jij verschijnt wordt mijn scherm ineens zoveel mooier.”
Ik heb me maar liefst 14x belachelijk gemaakt door openlijk toe te geven dat ik vierkante ogen kreeg en een houten kont, om vervolgens de les te beginnen met wat gymoefeningen. Gymoefeningen: samen de kabouter Plop dans doen. Niet educatief, wel effectief en de (meeste) brugpiepers vonden het hilarisch.
Ik heb me bij tenminste 2 lessen niet geërgerd aan de gebruiksonvriendelijkheid van Teams. Maar heb inmiddels LessonUp ontdekt. Dus ook ik leer weer nieuwe dingen.
Ik leer nu ook dat online lesgeven een lading administratie met zich meeneemt. Want leerlingen mailen nu niet alleen hun vragen, ze sturen ook berichtjes via Magister en hebben de privéchat van Teams ontdekt. En hoezeer je ook herhaalt dat het werk via de elo moet worden ingeleverd: ik blijf het ontvangen via alle 3 de eerder genoemde mediums. Alles behalve via de elo. Maar ach… zo leer ik multitasken. En puzzelen.
Oh ja, en ik heb er maar 1 leerling uitgestuurd deze week. Ja, digitaal wel te verstaan. En met ruim 350 leerlingen op mijn lijstje vind ik dat een hele prestatie. Want – in my defense- leerlingen kunnen ook online klieren. En ook al stuur ik in real life haast nooit een leerling de klas uit: na herhaaldelijk waarschuwen werd mijn lontje danig aangestoken door vage Arabische teksten in de chat, terwijl ik nog zo had gezegd de chat niet te gebruiken. Vervolgens, toen ik er wat van wilde zeggen, werd ik ook nog eens herhaaldelijk gemute.
Dus voor alles is een eerste keer en hup; weg was meneer.
En dan komt er ineens een privéberichtje via de chat… “Mevrouw, u deed het goed hoor.”
“Come on, you can do this. It will be a piece of cake”.
With 18 years of experience, you should be able to do this too. You are a good teach’ … you can do this! ”
The first lockdown completely passed me by. I was too sick to notice how it affected teachers.
So this second lockdown is my first. I have been able to practice for months with real life teaching while also teaching online simultaneously. But I had never experienced the ‘completely online teaching’ thing.
But there is a first time for everything, and you are never too old to learn, so I thought “I’ll fix that.”
Maybe I was a bit naive.
Just a tad.
Only 43 times this week I said “I don’t see your face, please lower your camera, oh look now that you appear, my screen suddenly becomes so much more beautiful.”
Only 14 times I completely made a fool out of myself by openly admitting that I got square eyes and a wooden butt, and then started the class with some gym exercises. Gym exercises = do the gnome Plop dance. Not educational, but effective and most of my junior high student thought it was hilarious.
In at least 2 lessons I wasn’t annoyed by the user-unfriendliness of the online program Teams (we are obligated to use this one). But I discovered LessonUp – gonna do it my way … So I also learn new things.
I am now also learning that online teaching involves a lot of administration. A lot! Because now students not only email their questions, they also send messages via Magister and have discovered Teams’ private chat. And no matter how often I repeat that the work must be submitted via the ELO: I continue to receive it via all 3 of the aforementioned mediums. Everything except via the ELO. But hey … that’s how I learn to multitask. I guess.
Oh yes, and I only told 1 student to hit the road. Yes, digitally that is. And with over 350 students on my list, I think that’s quite an achievement. Because – in my defense – students can also annoy online and this one made annoying an Olympic sport! And even though -in real life- I hardly ever send a student out: after repeated warnings, my fuse was seriously lit by vague Arabic texts in the chat, while I had said not to use the chat. Then, when I wanted to say something about it, I was also repeatedly muted.
So there is a first time for everything and so… my way or the highway. Highway is was.
This week was ‘interesting’ at the least. I am exhausted.
But then suddenly a private message comes through the chat … “Madam, you did well.”
Het begon ooit met een leerling die zijn huiswerk op een wit shirt maakte… het verhaal hoe dat zo kwam bespaar ik je even. Maar geheel ondoordacht en impulsief bombardeerde ik de knul tot ‘levensbeschouwelijke’ leerling van de maand.
Zijn huiswerkshirt hing ik op in mijn lokaal en een foto van hem plakte ik er op dat de kastdeur. Glunderen dat hij deed.
Bij het verstrijken van die bewuste maand werd ik er door menig leerling op geattendeerd dat ik wéér iemand moest kiezen. Sommige leerlingen droegen namen aan, anderen vooral zichzelf. Een traditie werd geboren.
Soms koos ik er 2 tegelijk, een enkele keer een groepje vrienden… mijn keuze was altijd compleet willekeurig, natte-vinger-werk en totaal niet gebaseerd op cijfers of bepaalde prestaties. (Behalve dan die ene keer dat ik me liet omkopen met zelfgebakken kniepertjes, maar dat gaf ik gelijk open en eerlijk toe en ik beloofde met hand op het hart dat het nooit meer zou gebeuren.)
Dat deze titel zo felbegeerd zou worden had ik nooit verwacht. En ook de gedachte dat alleen brugklassers het tof vonden bleek verwerpelijk. Enkele leerlingen uit VWO 5 voerden zelfs heftig campagne, wilden dat ik ook een leerling van het jaar zou uitkiezen.
…
Ze krijgen er niets voor. Behalve een eervolle vermelding op social media (wat zegt dat nu) en hun foto op de kastdeur. Maar ze vinden het prachtig.
Los van hun cijfers, los van school, gewoon om wie ze zijn: leerlingen verlangen ernaar echt gezien te worden. De één misschien meer dan de ander maar allemaal hebben ze het nodig.
Alleen al de opmerking ‘Ik zet je alvast op mijn lijstje voor kanshebbers’ doet ze groeien. En het mooie: mijn ‘zien’ doet hen elkaar ‘zien’.
Levensbeschouwelijke Vorming; ik ‘zie’ ze één keer in de week.
Volg me voor meer onderwijs anekdotes op LinkedIn, of op Instagram. Let’s get connected!
It once started with a student who made his homework on a white shirt … I’ll spare you the details of but completely recklessly and impulsively, I made the kid ‘student of the month’. I hung his homework shirt in my classroom – for everyone to see- and stuck a picture of him on the closet door. Beam that he did!
At the end of that month many students reminded me that I had to choose someone again. Some students suggested names, others mainly themselves. A tradition was born.
Sometimes I chose 2 at the same time, sometimes a little group of friends … my choice always was completely random and -not at all- based on numbers or certain achievements. (Except the one time when I got bribed with home-baked cookies, but I immediately admitted that openly and honestly and promised with all my heart that it would never happen again.)
I never expected this title to be so coveted. And the thought that only seventh graders liked it turned out to be reprehensible. Some senior high schoolers even campaigned fiercely, wanted me to choose a student of the year too.
They get nothing when they ‘win’. Except an honorable mention on social media and their photo on the cupboard door. But they love it.
Regardless of their grades, regardless of school, just because of who they are: students really long to be seen. Some may be more than others, but they all need it. The mere comment “I’ll put you on my contenders list” makes them grow. And the great thing: my “seeing” makes them “see” each other. They applaud when someone gets the title …
Some call it ethical education, others call my course life philosophy or religion… but I’ve been teaching it for 18 years now. Teaching = I ‘see’ my students once a week.
(Follow me on LinkedIn – let’s get connected- and on Instagram. I’ld love a comment, share or follow)
Afgelopen week was er een 5daagse mini challenge van @tekenjeboodschap . De #tekenjeboodschapchallenge ging niet om mooi of realistisch kunnen tekenen. Ze gaan er juist vanuit dat iedereen – ja echt iedereen- kan tekenen. Simpele kleine doodles kunnen je boodschap ook nog eens versterken en benadrukken. Icoontjes, symbooltjes en poppetjes kunnen zó ingezet worden tijdens een toespraak, training, preek of studie dat de boodschap beter ‘binnenkomt’ bij de hoorder.
Wat mij betreft moet elke docent, elke trainer en elke (s)preker deze simpele cursus een keer gedaan hebben… het kost niet veel tijd, je ontdekt dat (ook tegen beter weten in) ook jij kan tekenen + het maakt je boodschap behalve interessanter ook nog eens leuker…
Anyway… na 5 dagen met korte filmpjes en kleine opdrachtjes kwam er de opdracht om jezelf en je beroep te pitchen middels een tekening of filmpje…
Nu wilde ik deze opdracht niet gebruiken om mezelf of mn beroep te promoten… dus ik tekende het bovenstaande plaatje.
2 ringen 23+ = symbool voor mn huwelijk. 2 mannen-symbooltjes en melkflesjes: 2 volwassen zoons. Stapel boeken: bovenop met kruis = symbool voor mijn geloof – maar lees ook graag simpele romannetjes 😉. Wolkje en zon: mijn wisselende humeur (worstel oa met een aantal fobieën). Ik sta als docent levensbeschouwing voor de klas. Het schilderspalet als symbool voor mijn creativiteit.
De pijltjes: omdat alles bij elkaar hoort en je de verschillende onderdelen wel kan onderscheiden maar niet scheiden. En dwars door al mijn rollen en activiteiten heen: wil ik het liefst mezelf zijn. En dat zou iedereen moeten zijn.
Dus mijn boodschap is eigenlijk: Be-You-tiful. Wees jezelf. Altijd. En wees dat het liefst!
Meer van mijn geteken en de #tekenjeboodschapchallenge op mijn instagram.
No it’s not a #fridayintroductions 🤪 almost. @tekenjeboodschap is a Dutch company that hosted a challenge this week. They say EVERYONE can draw. And after this week I’m really convinced this is a fact!
Their 5day challenge ended with this assignment to pitch yourself and your profession… BUT I don’t want to use these skills to promote my own message… (maybe a little because I really think my students would benefit from visual elements!) But I want to use this #drawingyourmessage the other way around: to be able to draw someone else’s message within the time he’s talking, teaching or preaching- I want to upgrade my #sketchnote skills… that’s why I really liked this challenge. … so back to the my Pitch and what you see in it (hope it was obvious without my explanation 🤪)
* 2 rings and 23+ (resembling my happy marriage!) * 2 baby milkbottles with numbers 19 and 21 and male symbols (age of both my sons) * stack of books with on top the bible (I am a christian – but I also like to read simple novels 🤪) * rainy cloud and sun: resembling my moodswings and my #fightingdepressionandanxiety * My Job as a (High school) teacher – teaching about religion and Life philosophy) *painting as a symbol for my creativity *arrows: everything is connected : you cannot separate each part, just differentiate.
Neither of these defines who I am and yet they’re all important… I’m not my job, my skills or hobbies… I’m me. And you know: being yourself through it all often is the hardest part… And when it all comes together I mostly want to spread the message BE-YOU-TIFUL ; you are Gods original creation!
Als docent ben ik in dit stadium van het schooljaar behoorlijk toe aan vakantie. En de meeste leerlingen beleven dit net zo.
Het is goed om jezelf uit te dagen en te blijven leren, studeren. Kennis doet je goed. Het helpt je in het verwerven van inzicht en het behalen van je doelen.
Maar deze waarschuwing van Prediker trof me vandaag. Er zijn eindeloos veel boeken geschreven en teveel studeren put je uit. En ik denk dat veel leerlingen dat laatste volmonding beamen. 😉
Met alles wat je in het leven leert en bestudeert draait het volgens Prediker uiteindelijk maar om 1 ding: dat je God vreest. Niet als in angst voor Hem hebben, maar als in ontzag voor Hem hebben. Wat hoe machtig mooi, ingewikkeld en wonderbaarlijk heeft Hij alles immers bedacht!
But, my child, let me give you some further advice: Be careful, for writing books is endless, and much study wears you out … Here now is my final conclusion: Fear God and obey his commands, for this is everyone’s duty. Ecc 12:12,13
I’m a teacher, in desperate need for a summer break. I guess my students feel the same way. These last 2 weeks before summer break are wearing me out.
It is good to study and to grow in knowledge. But this warning just hit me… in the end, it’s all about obeying God… Fear God: not as in be afraid. But as in have awe for everything Is because of Him and His wonders!
(Scroll down for English translation – please note that English isn’t my native language so translation won’t be perfect.)
De innerlijke worsteling werd angstvallig verstopt. Maar ik zie het in de gespannen trekjes om zijn ogen en kan het niet laten. “Ik zie dat het je wat doet.” De tranen wellen wanneer hij haast fluisterend spreekt: “Maar ik zie alleen de tekortkomingen mevrouw, en dat zijn er veel.” Mijn hart staat even stil. Met moeite bedwing ik mijn eigen tranen. Hoe is het mogelijk dat jonge mensen soms zo verblind worden door zogenaamde onmogelijkheden? Het is zijn gevoel, zijn waarheid dat er zoveel is waarin hij faalt. Hij staat nooit op de voorgrond en geeft anderen altijd de ruimte die hij stiekem zelf ook wel eens wil innemen. Zijn inzet en motivatie zijn torenhoog maar slagen er niet in van hem een hoogvlieger te maken. Het hoogst haalbare is hem niet hoog genoeg. En dus zwemt hij in het eeuwige gevoel van net-niet-goed-genoeg-zijn.
Hoe open ik zijn ogen zodat hij de schoonheid in zijn eigen waarde ziet? Hem ongelijk geven zou zijn gevoel slechts bevestigen. Het gezellige geroezemoes van de klas sluit ik buiten, ik hurk neer naast het tafeltje en focus. Ergens hoor ik de bel en de klas komt in beweging. “Maar zie je, achter elke tekortkoming schuilt een kwaliteit, altijd. Zonder valkuilen geen kwaliteiten. Kom, laten we er samen even naar kijken.” Ik hoor de wanhoop in zijn stem wanneer hij vertelt over de valkuilen die hem op dit moment het meest frustreren.
Terwijl de volgende klas alweer aan de deur staat te wachten kijken we aan de hand van de kernkwadranten naar zijn overgevoeligheid en onzichtbaarheid. In een mum van tijd komen we uit bij ‘gevoelig / inlevend’ en ‘bescheiden’. “Maar mevrouw, wat heb ik daar nou aan?” Ik hoor en zie wanhoop. “Mensen als jij houden deze wereld leefbaar. Mensen als jij zijn nodig om de grote denkers en durfallen in toom te houden zodat ze niet over anderen heenlopen. Jouw kwaliteiten zijn nodig omdat je door je inlevingsvermogen anderen tot luisterend oor kan zijn. Jij kan anderen helpen om sterk te zijn en te blijven. Zonder jou zou deze wereld er een stukje harder en onpersoonlijker uitzien. Jij bent nodig om mensen menselijk te houden.”
Er breekt iets. In hem maar ook in mij. Maar ik moet professioneel blijven en dus zijn het alleen zijn tranen die vloeien. Langzaam dringt het rumoer van de onrustige groep leerlingen aan de deur tot ons door. Het moment vervliegt. We maken de afspraak dat hij me deze week nog een keer opzoekt om er op terug te komen. En terwijl een klas vol onstuimige brugpiepers binnenstormt ren ik snel even naar zijn volgende docent en fluister dat hij even tijd voor zichzelf nodig heeft en dus later komt.
Mijn volgende les begint in opperste chaos. Maar voor nu is dat ok.
The inner struggle was painfully hidden. But I could see it in the tense traits around his eyes and couldn’t resist the burning question. “I see it moves you?” Tears well when he whispers “But I can only see my shortcomings, and there are many.” My heart stops for a moment. I’m trying not to cry. How is it possible that young people sometimes are so blinded by so-called impossibilities? It is his feeling, his own truth that there’s so much in which he fails. He never asks for attention. always gives others the space and attention he secretly needs. His dedication and motivation are sky-high, but they fail to make him a egghead. The highest achievable isn’t high enough to him. And so he wallows in the eternal feeling of being just-not-good-enough.
How can I open his eyes so he sees the beauty of his own value? Telling him he is wrong would only confirm his feeling. I ignore the buzz of the class, squat down next to his table and focus. In a distance I hear the bell and the class starts to move. “Behind every shortcoming there is a quality, always. No qualities without pitfalls. Let’s take a look at it together.” I hear the desperation in his voice when he talks about the pitfalls that are most frustrating to him.
While the next group of students is already waiting at the door, we look at his hypersensitivity and invisibility. In no time we agree that ‘sensitive / empathic’ and ‘modest’ are the qualities behind hypersensitivity and invisibility. “But ma’am, what’s good about those qualities?” I hear and see desperation. “People like you keep this world liveable. People like you are needed to keep the big thinkers and daredevils in control so they do not hurt themselves or others. Your qualities are necessary because your empathy can be the encouragement others need. You can help others to be and stay strong. Without you, this world would be harder and more impersonal. You are needed to keep people human.”
Something breaks. In him but also in me. But I have to stay professional. The sound of a troubled group of students at the door returns to me. The moment we have evaporates. We agree he will visit me again this week to talk it over again. And as the next class rushes in, I quickly run to his next teacher and whisper that he needs some time for himself and will come in late.
My next lesson starts in utter chaos. But for now that’s ok.
Bij voorbaat mijn excuus voor deze titel. Maar had ik je aandacht? Voor je me gelijk afdoet als een ongevoelig en tactloos wezen: Hear me out!
Dat mensen die ooit dolverliefd waren ervoor kiezen te scheiden is ronduit een drama voor ze. De bende van afwijzing, teleurstelling, verwarring, ruzie en frustratie heeft als een kankergezwel de bron van liefde en romantiek geïnfecteerd, beetje bij beetje verdrongen en na een slopende periode het gelukkige huwelijk uitgeschakeld. Dit is vreselijk voor beide partijen. Daar doe ik niets aan af!
Uit elkaar gaan is afschuwelijk, het is een tragedie voor wie eraan ten prooi valt. Maar de échte slachtoffers in het geheel zijn de kinderen. En nee, ik vind niet dat je bij elkaar moet blijven ‘om de kinderen’. Daar doe je niemand een plezier mee en de kinderen nog wel het minst. Ik wil ouders niet beschuldigen, noch het cliché aanboren dat kinderen schuldig denken te zijn, moeten wennen, hun veiligheid kwijt zijn en blablabla. Dat weten we allemaal, toch? Dat het nageslacht een flinke tik meekrijgt van de echtscheiding is zo een beetje algemeen goed. Niet leuk, maar hé daar groeien ze wel overheen … of niet?
Een tijdje geleden besprak ik in havo 4 het thema ‘langdurige relaties’. Alle pubers gaven aan ooit een langdurige relatie te willen. Op 2 na wilden ze allemaal liever trouwen dan ‘blijven samenwonen’. Maar GEEN van allen had het idee van huis uit mee te krijgen hoe ze aan een langdurige relatie moesten werken.
Trouwen is niet iets wat je 1x doet om je daarna veilig te wanen. Trouwen is een levenslang proces van elke keer weer kiezen voor elkaar. Trouwen is een werkwoord. Maar wat gebeurt er met de kids als ouders hun ontslag bij elkaar indienen?
Beseffen we anno 2015 écht hoe het voor kinderen is? Hebben ouders werkelijk door hoe diep de pijn, afwijzing en verwarring hun kinderen raakt? Ik vraag het me af. Soms denk ik dat we ons te graag verschuilen achter de façade van de moderne maatschappij, achter de utopie van maakbaarheid.
Al mijn leerlingen (om en bij de 300 stuks op dit moment) houden voor zichzelf een portfolio bij: een levensbeschouwingboek. Aan de hand van allerlei opdrachten leer ik ze stap voor stap naar zichzelf en anderen te kijken, hun gevoelens en gedachten in kaart te brengen, hun eigen denken en doen onder de loep te nemen. Alles schrijven ze op in hun schrift, wetende dat ik de enige ben die het leest. Het verdriet wat ik zo meekrijg is vaak schrijnend.
STOP!Denk nu niet “Ja dat zal vast!” of “Wat zielig.” Niet gelijk er overheen lezen en laten passeren!! Het is méér dan gewoon zielig, sneu of verdrietig. Het is godgeklaagd! Sommige ouders hebben werkelijk geen idee hoe hun kind, zelfs jaren ná de scheiding, nog treurt, zichzelf in slaap huilt, zegt dat het ok is maar ondertussen …
Het ergste is de onderlinge haat en nijd. Opmerkingen over de ‘ex’ die eigenlijk net onder de gordel zijn, het geklaag en gezeur over de ander, de rollende ogen of sprekende blik wanneer het kind iets vertelt over wat de ander zei. Ex-partners blijven hun leven lang (onbewust mag ik hopen) afgeven op de ander en vergeten dat ze daarmee eigenlijk ook afgeven op hun kind. De kanker van afwijzing ettert door in het hart van het kind. Niet dat deze dat altijd laat merken hoor, daar zijn kinders te loyaal voor. En vraag je het ze: dan zullen ze glashard ontkennen om jouw gevoel te sparen.
“Ze hebben niet door dat ik me nog steeds vaak in slaap huil.”
“Ik heb een foto van hun trouwdag verstopt en vaak kijk ik daar nog even naar.”
“Ik ben blij dat ik haar (nieuwe vriendin van papa) maar 2 weken in het jaar moet dulden. Wat een rotmens.”
“Dan zijn ze weer eens boos op elkaar, moet ik alle verwijten aanhoren in de auto, maar tegen elkaar zeggen ze niks. Elke keer weer denk ik dat ik de volgende keer als een bom ontplof maar dat gebeurt nooit.”
“De ene week ben ik bij mama en de andere week bij papa, maar mama is altijd boos omdat mijn fiets niet in de auto past. Maar die heb ik wel nodig voor school. Ik kies er toch niet voor om heen en weer te reizen?”
“Als papa mij iets wil zeggen mailt hij het. Ik haat dat.”
“Als mama iets lelijks zegt over mijn vader heb ik altijd het gevoel dat het over mij gaat. Ik doe alsof het me koud laat maar het maakt me heel somber.”
“M’n moeder is ’s avonds helemaal moe van haar werk en gaat na het eten gelijk naar bed. Ik heb nooit iemand om mee te praten of gewoon om samen dom tv te kijken.”
In deze samenleving waarin kindjes nogal eens als afgod worden gezien zijn er veel te veel pubers die volwassen geacht aan hun lot worden overgelaten. En dan vinden ouders het raar dat ze geen motivatie hebben om te leren of dat ze zich afreageren in drankmisbruik en/ of wangedrag.
De uitzonderingen daar gelaten: wanneer leerlingen probleemgedrag vertonen, zich brutaal en ongepast gedragen, het ene na het andere onnodig lage cijfer halen, … , dan klinkt ‘gevalletje gescheiden ouders’ vaak eerder realistisch dan ongepast.
Chaos – iedereen loopt alle kanten op – tassen verstopt onder de tafels – opgewonden gekwetter en geklets – geroezemoes en fluisterend overleg – enthousiaste ‘Oh’s en Ahh’s ‘ : M’n leerlingen zijn bezig met een complimentensafari. Op het programma staat een reeks lessen over het belang van complimenten, het herkennen van kwaliteiten en leren het leven positief te beschouwen. In plaats van kaal de theorie door hun strot te douwen onderwerp ik ze eerst aan een stel oefeningen waarbij emoties als twijfel, verwondering en blijdschap inspelen op hun geluksgevoel. En gelukkig werkt het … Naarmate de les vordert stijgt hun enthousiasme en vrolijkheid. Een sprankelend geluksgevoel waait door de klas.
Complimenten werken verbindend. Iemand een compliment geven is niet alleen goed voor de ontvanger, ook de gever heeft er baat bij. Complimenten, groot en klein spelen een belangrijke rol voor wat betreft de eigenwaarde en (zelf)vertrouwen. Complimenten troosten, bemoedigen, geven hoop, moed en kracht. Complimenteren maakt dat de ander zich gezien en gewaardeerd voelt. Complimenteren maakt dat je je richt op de positieve kanten, op de kwaliteiten, op dat wat je zelf mooi, leuk, lief of bemoedigend vindt. Complimenten doen je positiever in het leven staan.
Daarom deel ik op school graag en veelvuldig complimenten uit… In het begin voelde het onwennig en soms zelfs een tikje nep. Soms moest ik een stukje onzekerheid overwinnen om iets te durven zeggen. Maar ik zag dat het ze goed deed, hoe simpel of klein het compliment ook is, je ziet een leerling toch een beetje groeien wanneer je uitspreekt wat je opvalt, wat je ziet… “Heey, wat zit je haar leuk!” “Zo, ik kan merken dat je goed geleerd hebt, knap van je!” ” Zo, jij ziet er mooi uit vandaag!” ” Ik ben zo trots op je!” “Hoi knapperd, wat leuk dat jij weer in m’n les bent, kom je gezellig voorin zitten?” “Ik wil je even zeggen dat ik je onwijs lief vind, ik heb gezien wat je voor x gedaan hebt, zo lief! Je bent een mooi mens.” Mijn pauzes gaan soms helemaal op aan complimenteren (en kletsen met leerlingen :P) maar het geeft me energie, maakt me vrolijk en het creëert ook nog een band tussen mij en de leerlingen.
Vandaag zette ik mijn klas dus aan het complimenteren. Elke leerling schreef zijn naam in dikke letters op een blad. Met de pen in de hand kregen ze de opdracht om voor elke klasgenoot een gemeend compliment te bedenken en op diens blad te schrijven. Maar – er mochten op 1 blad geen 2 dezelfde complimenten staan. Aanvankelijk schuifelen ze een beetje nadenkend heen en weer, ontdekken ze dat ze elkaar misschien toch niet zo goed kennen als dat ze dachten. Vervolgens ervaren ze dat het niet zo vanzelfsprekend is om iets positief uit te spreken: er is soms een flinke dosis moed voor nodig. En dan komt het … bij elk compliment wat ze schrijven ontkiemt een zaadje van geluk en groeit de dosis lef. Steeds enthousiaster bedenken ze nieuwe, onuitgesproken, positieve dingen van elkaar. Het gaat er steeds vrolijker aan toe en met plezier lezen ze elkaars complimenten, er wordt gelachen en gegiecheld, geglimlacht en gegrijnsd.
Aan het eind van de les, wanneer alle leerlingen hun blaadje met schrift opruimen en de klas uit verdwijnen, verschijnt er een blaadje op m’n bureau. Ongemerkt heeft 1 van mijn pupillen een a4tje met mijn naam tussen die van de anderen gelegd. Wat een schat.
Op mijn keukenkast prijkt nu dit blaadje vol met woorden die me bemoedigen. Complimenten die mijn hart raken, mij me gewaardeerd doen voelen en mijn geluksgevoel verhogen. Ik wilde m’n leerlingen een belangrijke levensles meegeven en ik kreeg er een bemoediging van jewelste voor terug. Wat een heerlijke baan heb ik toch.
Over een paar weken mag ik mijn 4 havo leerlingen lesgeven over ‘geluk’.
Notabene ik… Ik die overgevoelig ben geweest voor somberheid en depressie. Ik met de burn out van nog maar een paar jaar geleden wat het zwaarste dieptepunt ooit was. Ik die er 35 jaar over heeft gedaan om eindelijk een soort van gelukkig te kunnen zijn met mezelf.
Gelukkig met mezelf – dat maakte echt ’n verschil! Tussen haakjes, ik heb het nu even over hoe ik ben, inclusief kwaliteiten zowel als valkuilen. Qua uiterlijk ben ik ‘iets’ minder gelukkig 😅. Dus wie mij wil sponsoren voor wat cosmetische ingrepen kan zich direct melden: ik ontvang u hartelijk. Nee, grapje (niet echt maar toch 😅).
Anyway… Ik mag lesgeven over geluk en over dat wat je gelukkig maakt. Een gedegen voorbereiding was en is dus op z’n plaats. Zo kwam ik tijdens wat onderzoek terecht bij een prachtige reeks filmpjes van Science of happiness waarbij op semi-wetenschappelijke wijze uitgezocht en getest wordt wát een mens nou gelukkiger kan maken. En rara 1 van die filmpjes benadrukt het belang van ‘dankbaar zijn’ als geluksverhogend aspect.
Dus wat ga ik mijn stuudjes leren? Het belang van ‘Je zegeningen tellen’! Nou zo zou het in tale Kanaäns weerklinken… Ik verpak het uiteraard iets anders.
Maar denk nou eens zelf: hoe kan je dankbaarheid aanleren? Hoe train je jezelf om je dankbaarder te voelen? Hoe moet dat, je zegeningen tellen? Het klinkt veel simpeler dan dat het in werkelijkheid is…
Wanneer je geluksgevoel je in de steek laat is het helemaal niet zo vanzelfsprekend om een lijstje te maken van alles waar je wél dankbaar voor kan zijn. En zelfs als het je lukt om zo een waslijst aan kleine dingen op te schrijven… Wat dan nog?
Afgelopen weken heb ik menigmaal liggen janken, gillen, kronkelen en kermen van de pijn. Wanneer de pijn daalde tot een min of meer ‘verdraagbaar’ niveau kon ik vaak niets meer dan alleen maar liggen. Soms kon ik niet eens uit bed om naar wc te gaan. De pijn vermorzelde haast elk grammetje geluksgevoel. En toch was daar mijn echtgenoot die me troostte, waste, mij m’n medicatie toediende, het huishouden overnam… Zoon 1 ondersteunde hem en mij waar hij kon. Wanneer manlief weg moest voor z’n werk was het mijn zoon die me uit bed tilde en me naar de badkamer hielp… Zoon 2 kwam regelmatig even bij me op bed zitten, leidde me wat af, maakte me lekkere broodjes, thee of wat anders. Tijdens de pijnaanvallen was het onmogelijk om ‘dankbaar’ te zijn… Ik moest de pijn zien te overleven… Maar wanneer het ook maar kon bleef ik mezelf en hen benadrukken hoeveel mazzel ik met ze had. Ik appte erover, blogde erover, vertelde het aan iedereen die me vroeg hoe het ging. En belangrijk: ik bleef het tot in detail aan mijn 3 heren benoemen. “Dank je dat je me (weer) tilt.” “Dank je dat je de moeite neemt me te wassen.” “Dank je dat je naast al je werk ook zoveel voor mij doet.” Dank je voor …
Dankbaarheid zit hem niet in het maken van een zegeningenlijstje. Dankbaarheid zit hem in het elkaar benoemen wat je waardeerde en waarom, in het vertellen wat het met je doet en deed, in het openlijk erkennen en accepteren dat de ander je aanvult waar jij niet meer kan…
“Tel je zegeningen 1 voor 1.” Klinkt zo wel heel anders hè?
Kijk vooral het filmpje van Science of Happiness wat me inspireerde. Voer eens dezelfde opdracht uit: neem een persoon in gedachte die belangrijk voor je is en schrijf een kantje vol met waarom precies. Benoem karaktereigenschappen waar je van houdt, acties die je waardeerde, wat je ziet aan inzet en moeite voor jou … Beschrijf niet 1 tekortkoming tenzij het er een is waarvan je geniet…Noem voorbeelden en hoe jij je daarbij voelde. Schrijf een heel kantje vol en eventueel meer als dat je lukt.
En dan… Bel die persoon op of meet hem of haar face to face om alles wat je schreef voor te lezen. Uit je dankbaarheid!
Pijn, verdriet en omstandigheden zullen er niet door verdwijnen, maar je geluksgevoel heeft behoorlijk meer kans van overwinnen. Dit was duidelijk te merken aan de proefpersonen in het filmpje.
Maar ik kan het je ook uit recente ervaring zeggen: het is best gek om te huilen van de pijn maar op een rare aparte manier toch gelukkig te kunnen zijn.