Hoe dan?

(Scroll down for English translation)

Verdwaasd kijken ze elkaar aan. “Hoe dan?!” Ongeloof en twijfel flitsen heen en weer. De hele klas is gaan staan terwijl zij twee, als enigen, bleven zitten.

Quasi teleurgesteld kijk ik ze aan. “Goh, dat had ik niet van jullie verwacht. Wel typisch dat jullie wéér de enigen zijn die blijven zitten. Heb je echt wel goed nagedacht over de stellingen?”

Ik zie ze vertwijfeld achterom kijken, controlerend of echt iedereen is gaan staan. Voor de zekerheid lezen ze nogmaals de stelling op hun blaadje ‘Schelden met kanker moet kunnen.’ Een leerling achterin doet er een schepje bovenop “We hebben tegenwoordig een goede gezondheidszorg, dus lang niet iedereen sterft nog aan kanker en we schelden ook met tering enzo. Ik vind het wel kunnen.”

Ongeloof in slechts 2 paar ogen.

De volgende stelling op het blad is aan de orde en ik laat mijn stem extra ernstig klinken. “De leerplicht moet verhoogd worden naar 21 jaar. Wie eens is gaat staan, wie oneens is blijft zitten.”

Weer gaat de hele klas staan behalve de hetzelfde stel voorin. En weer kijken ze ontsteld in het rond. Eentje twijfelt nog, gaat half staan, weer zitten, mompelt iets van meer kans op een baan maar … kijkt weer achterom.

“Nou, je bent de hele tijd al blijven zitten, misschien heeft de groep wel voldoende redenen bedacht waarom ze het eens zijn met deze stelling.”

Ik heb hem over de streep gehaald. Met zichtbare tegenzin en hangende schouders schuift hij zijn stoel definitief achteruit en gaat staan.

“Hoe dan?! Echt, jullie zijn niet wijs.. hoe dan?” De laatst overgebleven leerling kan wat er nu gebeurt duidelijk niet bevatten. Zijn nonverbale communicatie schreeuwt verbijstering en ongeloof.

De klas barst in lachen uit.

“Jullie hadden een ander blaadje dan wij. Bij ons stond na elke stelling hoe we moesten reageren, dit was een test.”

Als een ongelovige Thomas grist hij het blaadje van zijn achterbuurman van tafel… een grijns verschijnt en de handen zwiepen in overgave in de lucht “Ik ben genaaid! Sjemig, ik ging echt twijfelen aan mezelf!”

“Kijk,” zeg ik “en dat is precies wat groepsdruk met je kan doen – hoezeer je je er ook tegen verzet.”

(Ik geef levensbeschouwing – nu gaat het over groepsdruk en verzet- wat is jouw superpower? 😉)

Follow me on instagram.

They look at each other in a daze. “How?!” Unbelief and doubt flash back and forth. The whole class stood up while the two of them, alone, remained seated.

I look at them, almost disappointed. “Gosh, I didn’t expect that from you. Isn’t it typical that you again are the only ones who stay put. Have you really thought carefully about the statements I handed to you? ”

I see them looking around, desperately, checking if really everyone stood up. To be on the safe side, they read the statement on their paper again: “Swearing with cancer should be considered normal.” A student in the back adds a little extra to it: “We have good health care nowadays, so not everyone dies from cancer anymore and we also scold with other diseases. So, I think it is normal. ”

Incredulity in just 2 pairs of eyes.

The next statement on the sheet comes up and I let my voice sound extra serious. “Compulsery education must be increased to 21 years. Those who agree will stand up, those who disagree will stay put. ”

Again the whole class stands up except for the same couple in the front. And again they look around alarmed. One is still in doubt, stands up halfway, sits down again, mumbles something about more chance of a job, but … looks back again.

“Well, you’ve been sitting there the whole time, maybe the group has come up with enough reasons why they agree with this statement.”

I convinced him. With visible reluctance and drooping shoulders, he pushes his chair back and stands up.

“How?! Really, you aren’t .. how? ” The last remaining student clearly cannot comprehend what is happening now. His non-verbal communication screams bewilderment and disbelief.

The class burst out laughing.

“You had a different assignment. After each statement, our paper stated how we should respond, this was an experiment. ”

Like a disbelieving Thomas, he snatches his back neighbor’s paper from the table … a grin appears and his hands whip in surrender in the air “I’m screwed! Shame, I really started to doubt myself! ”

“Look,” I say, “and that’s exactly what peer pressure can do to you – no matter how much you try to resist.”

I teach life religion. What’s your superpower?

zucht – onderwijs – wat is van belang?

leraarEr zo één collega die me altijd belachelijk maakt. Mij of mijn vak, dat is hem om het even. Elke keer weer heeft hij wel een denigrerende opmerking. “Ach, het is godsdienst maar.” “Tja, wat moet je met zo een vak.” “Alsof jouw vak van betekenis is.” “Nee, jij stelt veel voor.”  … Hij weet het iedere keer zo te brengen dat het zogenaamd grappig is en als je er wat van zegt heb je geen humor.

Laatst maakte hij weer een brute opmerking – zo bruut dat de enige collega die het hoorde zich verslikte, de wenkbrauwen omhoog trok, “Sooooo” riep, het hoofd iets knikte en me een veel betekenende blik vol medeleven gaf. Á la minute diende ik hem met een poeslief lachje van repliek “Tja en dit is waarom ze jouw contract niet verlengen en het mijne wel.” BAM – Ik wachtte zijn reactie niet af, draaide me om en liep naar mijn lokaal. Achter me hoorde ik de meelevende collega in de lach schieten maar verder bleef het opvallend stil. Mijn vak zo inferieur behandelen… tsss.

 

Soms …

Vanmorgen extra vroeg begonnen om met mn sectiecollega alvast de nodige voorbereidingen voor het volgende jaar te inventariseren. Eindelijk heb ik een collega die net zo enthousiast en vooruitstrevend over het vak denkt. Wilde ideeën als een kloosterweekend, reli-bootcamp en christo-kunstproject passeerden de revue. Natuurlijk moet de directie ook nog zijn zegje doen maar sommige ideetjes zijn best haalbaar, betaalbaar, vakoverstijgend, leuk én leerzaam.  Zo aan het eind van het schooljaar – uitgeblust als een docent dan is – werden we steeds enthousiaster over het komende seizoen.

Mijn enthousiasme werd echter snel de grond in geboord toen ik van de ene naar de andere locatie pendelde. 5 uur lang kreeg ik het ene na het andere probleem over me heen: een dikke mail van ouders (het ging niet over mij maar ik kon er alsnog niets mee), leerlingen die me in de auto al aan het whappen waren wanneer ik tijd had voor ze, een klas die in grootse ontsteltenis mij het allerergste falen van een veel te lieve collega presenteert als een storm in een glas water, een hysterisch huilende dame omdat haar verkering het heeft uitgemaakt, een groep luidruchtig roddelende leerlingen over die dame, een andere leerlinge die er voor de tweede keer uitgestuurd was – natuurlijk volkomen onterecht- en furieus en gefrustreerd haar gelijk bij mij probeerde te halen, de veel te lieve collega die met tranen bij me kwam…

Als ouders bij me in de klas hadden gezeten had mijn vak ze kunnen leren dat veroordeling meestal niet op zijn plek is. Maarja dat ‘kan’ niet en dus maar een überkorte reactie geschreven in de hoop dat hun kind beseft dat ik naar die lessen verwijs. Dat die ene jongen zich prettig genoeg voelde om mij te whappen en om een gesprek vroeg komt niet in het minst door hoe mijn vak je aan het denken kan zetten. We hebben er rustig over gepraat, en ik kon hem verwijzen naar de les over inzicht in jezelf en groepsprocessen en aan het eind van de middagpauze kon hij ietsie wijzer weer verder. De hysterische klas gaf ik in de pauze erna op zijn flikker en verwees ik naar de lessen over respect, groepsdruk en intrinsieke motivatie. Het was niet wat ze hadden verwacht maar ze gaven me wel schoorvoetend gelijk. De gefrustreerde, huilende leerlinge heb ik getroost, gewezen op eigenwaarde en op het ‘geloven in jezelf’. De roddelaars hield ik een spiegel voor en dropen min of meer beschaamd af en voor de veel te lieve collega stapte ik een half uur uit de klas om even naar haar verhaal te luisteren. Met een half oog de orde achter de deur in de gaten houdend probeerde ik haar te bemoedigen en te vertellen hoe ik het heb aangepakt.  Na mijn laatste les nog een uur met een leerling zitten praten die haar verhaal kwijt moest en ook haar weer gewezen op de lessen over kernkwaliteiten, valkuilen en uitdagingen.

Tussendoor had ik natuurlijk ook nog les, met dyslectische leerlingen, adhd-ers, PDD-ers, Aspergers en natuurlijk ook heel veel hormonale pubers. Cijfers dienden gecheckt, vragen beantwoord, orde houdend, hoofdstukken afgerond, planning voor de toetsweek uitdelend, klassenuitje geregeld, sectie-etentje gepland … en ik werk op donderdag in principe maar een halve dag…

 

Bekaf, gesloopt en met een kloppend hoofd kwam ik thuis. Als er nu nog iemand is die durft te beweren dat mijn vak niet van belang is …

 

 

bron foto

 

Omhoog ↑