imperfecties horen bij het ontzaglijke wonder van ons bestaan (Ps 139)

psalm 139Psalm 139 staat op mijn hartschriftmenu en de vraag is wat deze bijbeltekst mij zegt.

Natuurlijk staat niet de hele Psalm beschreven, enkel verzen 1 t/m 6. In dit stukje omschrijft de psalmist hoe goed God hem (ons) kent; alles wat we denken en doen heeft God al gezien nog voor we het hebben gedacht of gedaan.  Mooi maar onvolledig. Helaas gebeurt het vaak in ons evangelische wereldje, dat alleen het easy gedeelte gelezen wordt en dat waar ‘we’ niks mee kunnen wordt achterwege gelaten…

Wat mij aanspreekt is het geheel van de psalm;  dat het juist geen zoetsappig halleluja-verhaaltje is.  De psalmist – Koning David – heeft veel meegemaakt en laat in dit deel van de bijbel zien dat het leven niet altijd een happy clappy gebeuren is. In vers 11 toont David dat je als gelovige ook depressieve gevoelens kan hebben en dat je soms ook het idee kan hebben dat het voor jou allemaal niet zo nodig meer ‘moet’.  Maar zelfs in die emotie (of je het voelt of niet) is God heel nabij.

Vers 19 toont ons dat je je in je geloof heel eenzaam kan voelen of dat je juist een afkeer kan krijgen van mensen die God bespotten. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat we als christenen gaan samenklieken en anders-gelovigen buitensluiten, toch gebeurt het omdat we ons bij anderen onveilig kunnen voelen. Soms zo onveilig dat je een hekel aan ze krijgt.  Voor wie denkt dat dit niet geldig is voor hem of haar: hoe denk of spreek je over Marokkanen, Polen, Bulgaren, over atheïsten of gewoon de mensen die je niet tot ‘jouw slag’ rekent? Accepteer je discriminatie of racisme; misschien niet in de grote lijnen, maar wat als het om moppen of zogenaamde ‘waarheden’ gaat?

Anyway. David worstelde ermee. Ook de grote koning die door God “Een man naar mijn hart” genoemd werd had een hekel aan sommige mensen.  Niet zomaar een hekel; hij haatte ze! Maar zelfs met dat soort gevoelens voelt hij zich veilig bij God – Die wist immers al dat hij zo dacht.  David kent zijn plaats. Hij is zich bewust van zijn fouten maar hij benoemt ze openlijk en vraagt God hem te bewaken voor (nog meer) misstappen.

Wat zegt deze tekst mij? Dat het ok is om sombere emoties te hebben. Dat het normaal is om de dingen soms ietwat zwartgallig te zien.  Dat het logisch is dat je niet iedereen te vriend wil houden. Dat het leven niet altijd rozengeur en maneschijn is.

Iemand (ik) die uit eigen ervaring weet wat depressie is, leest niet zomaar een halleluja-hef-je-handen-dans-verhaal in deze psalm. Die leest (ook) een getuigenis van iemand die diep in de ellende heeft gezeten en juist vanuit die pijn beseft wat het betekent dat God je kent en dat jij Hem kent.  Als we de pijn van het leven negeren of ontkennen, negeren of ontkennen we ook Zijn aanwezigheid in die momenten. Voor mij is dit een psalm die oproept tot erkenning, berusting, aanvaarding en acceptatie. Een psalm die leert dat ‘wonderbaarlijk” zowel mooie als minder mooie dingen inhoudt en dat ook onze imperfecties horen bij het ontzaglijke wonder van ons bestaan.

Aswoensdag en kaas-uienbrood.

aswoensdagDe keuken is opgeruimd en een lekker kaas-uienbrood staat in het zonnetje te rijzen. Ineens realiseer ik me dat het vandaag aswoensdag is. Het begin van de vastentijd.

Waarom doen we daar niets mee? Nee, ik snap wel dat we ‘vrijgekocht’ enzo zijn … dat niets meer ‘moet’.  Wij’ hoeven niets van al dat katholieke gedoe. We hebben in de 16de eeuw niet voor niets geprotesteerd tegen het machtsmisbruik der kerk …. Sola Scriptura! Alleen dat wat in de bijbel staat… maar slaan we niet een beetje door? We? … ik?

In iedere kerk zijn er vastgeroeste gewoontes die je – wanneer je ze ook maar even probeert te wijzigen – op heftig protest en verzet doet stuiten. Dat geen van die tradities ons door de Schrift zijn voorgeschreven vinden we maar detail. Dit is de reden waarom ik zo een hekel heb aan ‘gewoonten’.  Goede gewoonten worden altijd een soort van verworven recht. En het kan erger – hoe dan ook komt ooit het stickertje ‘sleur’ aanzetten.  Vanuit sleur worden onze gedachten niet meer geprikkeld, denken we niet meer na bij wat we doen of wat voor diepe betekenis er achter bepaalde handelingen zit. En alsof dat niet erg genoeg is, sommige gewoonten – hoe ‘gesleurd’ ook- worden een verplichting.  En als iemand dan even ‘anders’ doet … nou, dan staat de wereld op z’n kop.

Ik vraag me af – ik, die een hekel heeft aan heilige huisjes- hebben we het kind niet met het badwater weggegooid? Doen bepaalde rituelen ons niet júist stilstaan bij dat wat werkelijk telt. Ik weet het wel; doe je ze te vaak dan verliezen ze hun betekenis. Maar is dat een reden om ze te verbannen?

Anyway, het is vandaag aswoensdag. Waarom as? Omdat de priester of dominee dan een kruisje van as op je voorhoofd tekent. As ter nagedachtenis aan wat God in Genesis 3 tegen de gezondigde mens zegt; “Gedenk mens, dat je stof bent, en tot stof zult wederkeren.”  De as komt van verbrandde palmtakken die het jaar ervoor met palmzondag werden gebruikt om de intocht te gedenken. Zo is er weer de balans: enerzijds mogen we ons bevrijd weten. Anderzijds moeten we blijven beseffen dat we uit onszelf, slechts zondig zijn, gedoemd tot stof weder te keren.

In evangelische kringen wordt graag de nadruk gelegd op ‘vrij’ zijn. Op zich niets mis mee. Dat is het leuke gedeelte; het mooie, hoopvolle stukje van het evangelie. Maar geluk weet men pas echt te waarderen wanneer men weet hoe ongelukkig zijn voelt…  Om te voorkomen dat het ‘vrij gekocht zijn’ een sleur wordt of zelfs beschouwd wordt als een verworven recht, is het niet verkeerd af en toe weer stil te staan bij je eigen zondige gedrag. Een periode van bezinning en vasten is dan niet verkeerd…

Mmm, wat doe ik nu met mijn kaas-uienbrood?

Omhoog ↑