zo moeder zo zoons – zo grootouders??

camera 2012 271Als ik ergens allergisch voor ben dan is het mezelf moeten vergelijken met een ander. Met wie ik mezelf ook vergelijk, ik heb altijd het gevoel er bekaaid vanaf te komen. Met teleurstelling en ontmoediging tot gevolg.  Nu vraagt m’n hartschrift me mezelf te vergelijken met mijn vader en moeder en te zoeken naar een eigenschap die ons verbindt.  Pff – moeilijk zeg. Ik denk dat we geen van allen goed met afwijzing om kunnen gaan. Maar hé,  wie wel?

Ik heb de neiging om negatieve dingen in mezelf te zoeken – en in dit geval geldt het spreekwoord wie zoekt die vindt voor 100%… Maar dat vind ik niet eerlijk tegenover mijn ouders.  Ik wil iets positief zoeken:  creatief. Mijn ouders zijn beide – op geheel eigen wijze – creatief. En dat ben ik zelf ook wel. Tenminste, wanneer ik in de mood ben. Niet zozeer alleen in het maken van dingen, maar ook wel in het bedenken.

Net als m’n vader heb ik altijd de ambitie, hoop en dromen gehad om iets te ‘bereiken’.  Al is aan die gedrevenheid nu wel een einde gekomen. Net als mijn moeder geniet ik nu het meest van mijn kids. Ze zien groeien naar volwassenheid, met alle vallen, nog eens vallen en opstaan, vind ik prachtig. En hoewel ik van mezelf niks meer ‘moet’ (heb er zelfs een aversie tegen) blijf ik bezig op mijn manier. Soms weet ik niet wat ik allemaal gedaan heb maar is de dag weer voorbij zonder dat ik heb stilgezeten – maar veel nuttigs heb ik dan ws. ook niet uitgevoerd…

Lastig, mezelf vergelijken met mijn ouders;  ik vind mezelf gewoon heel anders. Als ik het omdraai, en m’n zoons met mij vergelijk herken ik veel meer. Het teruggetrokken gedrag van Zoon 1, het niet tegen (onduidelijke of onverwachte) veranderingen kunnen maar tegelijk een hekel hebben aan sleur, het hyperactieve (bij mij dan meer occasioneel manisch :B), het niet kunnen stoppen van gedachtestromen, het creatieve in dingen bedenken… Of het attente van Zoon 2, het altijd geaccepteerd willen zijn, niet tegen grenzen kunnen of laat staan tegen afwijzing, het rechtvaardigheidsgevoel, het (extreem) veel tijd nodig hebben om je ergens overheen te kunnen zetten. Maar ook hij is op zijn manier weer creatief en heel inzichtelijk (ik vraag juist hem altijd advies mbt kleding of inrichting) …  Ik kan alleen maar hopen dat ze meer positieve eigenschappen erven dan negatieve…

Grappig, nu ik zo eigenschappen van mijn kids opsom die ik ook in mezelf herken, kan ik deze ook zo toewijzen aan 1 van de vier grootouders … Mezelf zie ik niet als ‘eigendom’ van mijn ouders – maar als losstaand individu (gelukkig maar – anders zou ongezond zijn) terwijl ik mijn kids nog echt als ‘deel / eigendom van mij’ beschouw en dus de vergelijkingen beter zie. Ik moet eens vragen aan mijn moeders of dat gevoel ooit overgaat.  Ik kan het me nl. niet voorstellen. Mijn jongens zijn van mij!

.

 

(nav hartschrift blz 20)

De erfenis van Dettol

Dettol Advertisement, 1950Dettol …  Mijn keuken geurt naar Dettol. Vanmiddag, na mijn werk, na een heerlijke smoothielunch, na een paar vergeten boodschapjes en na een afspraak met Jurgen en een kop latté heb ik m’n mouwen even opgestroopt. Vaatwasser, aanrecht, fornuis, kastdeurtjes … alles heb ik gesopt met een Dettolsopje. Niet met het goedkope wibra-product wat ik standaard gebruik, nee, vandaag was een ‘Dettoldag’. De geur van Dettol heeft iets. Behalve iets schoon en opgeruimd heeft het ook iets heel vertrouwd. Dettol doet me denken aan mijn moeder.

‘Vroegâh’ toen ik nog ‘jong’ was gebruikte mijn moeder bij voorkeur dit product om de keuken en badkamer mee te boenen.  Meerdere keren per week werd het hele huis onder handen genomen en allerlei producten passeerden de revue, maar Dettol is me bij gebleven. Duur als het was werd het maar af en toe gebruikt en ging er slechts een minuscuul scheutje in een volle emmer heet water.  De geur had iets heel specifiek. Het had iets luxe…

Destijds heb ik er nooit bij stilgestaan maar het is iets wat mijn moeder me als erfenis heeft meegegeven. De herinnering heeft zich in mijn hersenpan gegraveerd.  Dettol is nog steeds niet goedkoop maar ik heb haast altijd wel een fles in de kast staan. Ik gebruik het, net als mijn moeder toen, niet vaak, want de herinnering moet zoet blijven en mag onder geen beding vervallen in sleur. Maar wanneer ik me ondanks de klusjes wil baden in luxe, wanneer ik extra behoefte heb aan een opgeruimd gevoel of gewoon wanneer ik mijn moeder mis en haar ondanks de afstand  heel dicht bij me wil voelen dan komt de fles uit de kast en schenk ik er een geutje uit.  Dan vormt er zich in mijn wasbak een geurend en in vervoering brengend sopje.  Het zeldzame type sop wat je het idee geeft te baden in schoonmaakluxe.  En luxe ligt me wel. Het schoonmaken wat minder, ik ben niet zo schoonmakerig als mijn moeder destijds: geheel tegen de traditie in zet ik juist met alle liefde man en kinderen in voor dit en andersoortige klussen.  Maar hoe goed ze zich ook van hun taken kwijten … niemand vervangt mijn moeder.  Dus soms moet ik zelf aan de slag … gelukkig hoef ik nooit veel te soppen om het schone en vertrouwde gevoel op te roepen.  Het gevoel zit ‘m echt in de geur.

Mmm, volgende keer ruik ik wel gewoon aan de fles… Een erfenis die ik aan mijn kids meegeef.

 

 

.

 

(opdracht uit hartschrift blz 19)

Omhoog ↑