Zo heb je jezelf meer lief …

Ik merk dat wanneer ik dit onderwerp bespreek er diep binnen in mij iets roert. Er komt iets fanatiek naar boven. Iets strijdlustigs. Want boy wat vind ik het erg dat zoveel mensen er zoveel moeite mee hebben om zichzelf lief te hebben. Daarom dat ik er op mijn Instagram deze week zoveel aandacht aan gaf. Eigenwaarde. Jezelf liefhebben.

Het is soms zo lastig. We zijn allemaal wel eens ontevreden over onszelf. En nu de zomer dan toch echt lijkt aangebroken te zijn is dat liefhebben van ons lijf vaak een dingetje.

Heb jij jezelf – inside and out – lief? Hou jij van je lichaam? Ook al is het ziek, te dik, te dun of naar jouw maatstaven misschien niet mooi genoeg?

Voor de niet-christelijke lezers (zonder dat ik je wil bekeren!); in de bijbel staat een zinnetje: heb je naaste lief zoals jezelf. En waar sommige christenen dat uitleggen alsof je dan maar eindeloos veel liefde moet uitdelen, geloof ik meer dat dit ene zinnetje ons uitdaagt tot het vinden van de juiste balans.

Want wanneer je niet in staat bent om jezelf lief te hebben, wat is dan jouw liefde voor anderen waard? Wanneer je jezelf niet genoeg liefhebt en er altijd maar voor anderen bent … raak je dan uiteindelijk niet diep teleurgesteld en opgebrand? Teleurgesteld wanneer anderen blijkbaar niet op dezelfde manier jou terug liefhebben? Opgebrand omdat je zelf nooit je grenzen hebt bewaakt en jezelf onbewust voor liefde afhankelijk maakte van anderen?

Andersom geldt ook; wanneer je jezelf meer liefhebt dan anderen dan loop je het risico op narcisme, egoïsme en zelfs vervreemding van anderen. Want wie vindt het leuk om vriendschap te sluiten met iemand die vooral zichzelf in het middelpunt van het universum plaatst?

Maar als we dit allemaal weten … Hoe komt het dan dat het (vaak) zo lastig is om tevreden te zijn met ons lichaam? De één vindt zichzelf te dik (ok, velen vinden dat), de ander vindt dat ze te kleine borsten heeft, weer een ander vindt zichzelf te knokig of te wit of te …. vul maar in. Wat ik denk? Dat we onszelf toestaan ons te vergelijken met anderen. En dat is killing.

En denk niet ‘Ja maar jij bent niet dik, dus jij weet niet hoe het is.’ Behalve dat ik ooit haast 100kg heb gewogen ben ik ook heel ziek geweest. Ik heb jarenlang geworsteld omdat mijn lichaam niet deed wat het moest en ik doodziek was en met enorme pijn leefde. Slank staat niet garant voor gezond. En dik staat niet garant voor ongezond.

Ooit zei ik tegen mijn moeder – puur als nuchtere constatering – pff, ik word weer dik. En ze reageerde met ‘Maar schatje je bent zo mooi.’ Waarop ik haar in de ogen keek en zei ‘Zei ik dat ik lelijk was dan?’.

Schoonheid is niet afhankelijk van de hoeveelheid love handles die je hebt. Schoonheid is niet afhankelijk van een stralende huid. Schoonheid is niet afhankelijk van hoeveel je weegt, hoe sportief en fit je bent.

Cliché. I know. Maar het is echt zo; schoonheid zit van binnen. Wanneer jij uitstraalt dat je gelukkig bent met jezelf. Wanneer je uitstraalt dat je geniet van lijf en leden. Wanneer jij uitstraalt dat je dankbaar bent no matter what … Dan hul je je in een gewaad waar geen designerjurk tegenop kan. Wanneer jouw ogen stralen en je glimlacht van oor tot oor, dan ziet niemand nog die extra kilo’s (en als ze dat wel zien zijn ze blind voor wat werkelijk van belang is.) Wanneer jij jezelf liefhebt; dan heb je je ware schoonheid gevonden.

Maar – hoor ik je al zeggen – wat als je helemaal niet tevreden bent met jezelf? Hoe word je dat dan wel zonder te lijnen, zonder botox of zonder enige lijfelijk aanpassing? Nou, hier volgt mijn ongevraagde advies.

  1. Weiger pertinent om nog lelijk over jezelf te praten. Wanneer je in de spiegel kijkt en denkt ’te dik’; weiger dat hardop te zeggen. Niet voor jezelf. Niet voor anderen. Kan je niets positief zeggen, zeg dan niets.
  2. Wanneer iemand je een complimentje geeft; neem dat aan. Want hoe vaak gebeurt het wel niet wanneer iemand zegt ‘Oh wat zie je er goed uit.’ of ‘Oh wat staat die jurk je goed.’ dat we reageren met, ‘Mwa vind je?’ of ‘Nee, mijn haar wilde niet lukken vandaag’ of ‘Pff, dit was het enige wat nog paste’. Dat of we hebben het over hoe goedkoop we dat ene kledingstuk scoorden. NEE; neem gewoon het compliment aan. Zeg simpelweg; dankjewel.
  3. Praat positief over en tegen je lichaam. Kijk in de spiegel en spreek uit wat je wel mooi vindt aan jezelf. Hardop! Vind je dat lastig? Start met dat waar je wel positief over kan zijn. ‘Ik heb schattige tenen.’ reken ik goed. Vind je zelfs dat lastig; Bedank je lichaam dan. Klinkt misschien raar om dit te doen. maar het hardop uitspreken dwingt je hersenen meer te focussen dan alleen het denken. Zeg tegen je benen dat je dankbaar bent dat ze je elke dag weer dragen. Vertel je armen dat ze heerlijke knuffels kunnen uitdelen. Kijk naar je mond en zeg dat ze mooi kan lachen. En ja, dat voelt ongemakkelijk. Maar het werkt wel. Echt.

Ik heb ooit – toen ik zwaar depressief was – een lijstje gemaakt met ‘Ik ben‘ uitspraken. Ik was zo negatief over mezelf dat ik dit lijstje plakte aan de slaapkamerdeur, de badkamerdeur en naast de spiegel in de badkamer. En ik dwong mezelf om elke keer dat ik door 1 van die deuren ging 2 of meer van die uitspraken op te lezen. Ik moest dat doen van mezelf tot ik het geloofde. Dat duurde overigens heel erg lang. Volharden is het sleutelwoord.

Wanneer jij overtuigd bent dat je niet mooi bent. Dan is de kans groot dat je (on)bewust acties onderneemt om dat aan jezelf te bevestigen.

Bijvoorbeeld; je doet geen bikini meer aan. Of je kiest ervoor om alleen maar zwart te dragen. Of alleen verhullende kleding. Of je overschreeuwt jezelf in situaties wanneer je je onzeker voelt. Je lacht stomme grapjes weg in plaats van op te komen voor jezelf.

Het is niet zo dat je acties pas gaan wijzigen wanneer je zelfbeeld verbetert. Fabel. Je zelfbeeld kan en zal verbeteren doordat je je acties aanpast. Draag wel kleur. Durf dat water in te gaan in bikini. Ga wel naar de sauna – en stop met excuses verzinnen. Start met opkomen voor jezelf. En wanneer je dit lang genoeg doet- groeit de liefde voor jezelf.

Nog een actie die ik in 1 van mijn reels op Insta tipte;

4. Wanneer je het niet hardop kan zeggen. Schrijf het dan uit. En als je het lastig vindt om zelf woorden te vinden; schrijf dan liedjes over die over jezelf liefhebben gaan. Nee, niet alleen luisteren en lezen. SCHRIJVEN. Waarom? Omdat dit je hersenen vertraagt en je dan bewuster en langer bij woorden en hun impact stil staat. Omdat je dan ook met je handen bezig bent en zo meer delen in je brein activeert. En als je daar ook iets bij tekent – of sommige delen in kleur onderstreept; dan activeer je ook je creatieve brein. En zo veranker je bepaalde denkwijzen meer in je hersenpan dan die oude nare gedachten. En wil je er nog meer bij stilstaan; doe dan de Perfect People tekencursus; want met het tekenen van al die gekke lang niet perfecte typetjes kan je de woorden die je schrijft kracht bijzetten. Nog meer actieve verwerking voor je hersenpan.

5. Maar bovenal: verwen jezelf. Gun jouw lijf liefde en aandacht. Want je bent het meer dan waard. Koop bijvoorbeeld een lekkere lotion en smeer jezelf met aandacht in. En terwijl je je armen insmeert; vertel ze dat ze zo fantastisch kunnen knuffelen. Wanneer je je buik met zwangerschapsstriemen insmeert vertel hoe zacht je haar vindt of dat ze je kinderen zo fantastisch heeft gedragen. Vertel je kuiten dat ze je zo geweldig dragen elke dag weer … Ja dat voelt raar om te doen. Maar doe het maar gewoon. Want het werkt.

Maak jezelf niet afhankelijk van anderen om geliefd te zijn. Heb jezelf lief. Een bijkomend effect; wanneer jij jezelf oprecht liefhebt, groeit ook de waarde van jouw liefhebben van anderen. Want Harrie Jekkers had zeker wel gelijk met zijn ‘Ik hou van mij’.

Ben je al tot hier gekomen? Ik zei toch, wanneer ik over dit onderwerp begin te kletsen dan roert er iets in mij. Ik ben hier zo gepassioneerd en fel over. (En je je kan me uitnodigen om hierover te komen spreken voor je vrouwengroep!)

Dit is ook de gedachte die ik had tijdens het ontwerpen van de Perfect People tekencursus. Allemaal gekke figuurtjes. Totaal niet perfect maar daardoor juist weer wel. Want boy o boy wat zou het leven saai zijn als we allemaal perfect waren. Het zijn juist de imperfecties die het leven kleur geven! Wat zou het leven nog voor uitdaging bieden wanneer niemand meer ruimte voor verbetering had?

Ik zeg: niet perfect = perfect.

En dat is de reden waarom ik het voortouw nam en op social media ongegeneerd (ok, met enige, of zelfs met behoorlijke schroom) een stel foto’s van mezelf in bikini plaatste) – Durf jij dat ook? #saramademedoit Als statement aan jezelf? Hoeft niet hoor, maar speel eens met de gedachte.

Perfect People – they do exist – you are one of them.

Leuk als je een reactie achterlaat. Ook heel tof wanneer je mijn posts (1, 2 en 3) en reel hierover op Instagram checkt en daar ook een reactie achterlaat. Je bent overigens ook van harte welkom in mijn gratis Drawing Diva’s Facebookgroep.

zucht – onderwijs – wat is van belang?

leraarEr zo één collega die me altijd belachelijk maakt. Mij of mijn vak, dat is hem om het even. Elke keer weer heeft hij wel een denigrerende opmerking. “Ach, het is godsdienst maar.” “Tja, wat moet je met zo een vak.” “Alsof jouw vak van betekenis is.” “Nee, jij stelt veel voor.”  … Hij weet het iedere keer zo te brengen dat het zogenaamd grappig is en als je er wat van zegt heb je geen humor.

Laatst maakte hij weer een brute opmerking – zo bruut dat de enige collega die het hoorde zich verslikte, de wenkbrauwen omhoog trok, “Sooooo” riep, het hoofd iets knikte en me een veel betekenende blik vol medeleven gaf. Á la minute diende ik hem met een poeslief lachje van repliek “Tja en dit is waarom ze jouw contract niet verlengen en het mijne wel.” BAM – Ik wachtte zijn reactie niet af, draaide me om en liep naar mijn lokaal. Achter me hoorde ik de meelevende collega in de lach schieten maar verder bleef het opvallend stil. Mijn vak zo inferieur behandelen… tsss.

 

Soms …

Vanmorgen extra vroeg begonnen om met mn sectiecollega alvast de nodige voorbereidingen voor het volgende jaar te inventariseren. Eindelijk heb ik een collega die net zo enthousiast en vooruitstrevend over het vak denkt. Wilde ideeën als een kloosterweekend, reli-bootcamp en christo-kunstproject passeerden de revue. Natuurlijk moet de directie ook nog zijn zegje doen maar sommige ideetjes zijn best haalbaar, betaalbaar, vakoverstijgend, leuk én leerzaam.  Zo aan het eind van het schooljaar – uitgeblust als een docent dan is – werden we steeds enthousiaster over het komende seizoen.

Mijn enthousiasme werd echter snel de grond in geboord toen ik van de ene naar de andere locatie pendelde. 5 uur lang kreeg ik het ene na het andere probleem over me heen: een dikke mail van ouders (het ging niet over mij maar ik kon er alsnog niets mee), leerlingen die me in de auto al aan het whappen waren wanneer ik tijd had voor ze, een klas die in grootse ontsteltenis mij het allerergste falen van een veel te lieve collega presenteert als een storm in een glas water, een hysterisch huilende dame omdat haar verkering het heeft uitgemaakt, een groep luidruchtig roddelende leerlingen over die dame, een andere leerlinge die er voor de tweede keer uitgestuurd was – natuurlijk volkomen onterecht- en furieus en gefrustreerd haar gelijk bij mij probeerde te halen, de veel te lieve collega die met tranen bij me kwam…

Als ouders bij me in de klas hadden gezeten had mijn vak ze kunnen leren dat veroordeling meestal niet op zijn plek is. Maarja dat ‘kan’ niet en dus maar een überkorte reactie geschreven in de hoop dat hun kind beseft dat ik naar die lessen verwijs. Dat die ene jongen zich prettig genoeg voelde om mij te whappen en om een gesprek vroeg komt niet in het minst door hoe mijn vak je aan het denken kan zetten. We hebben er rustig over gepraat, en ik kon hem verwijzen naar de les over inzicht in jezelf en groepsprocessen en aan het eind van de middagpauze kon hij ietsie wijzer weer verder. De hysterische klas gaf ik in de pauze erna op zijn flikker en verwees ik naar de lessen over respect, groepsdruk en intrinsieke motivatie. Het was niet wat ze hadden verwacht maar ze gaven me wel schoorvoetend gelijk. De gefrustreerde, huilende leerlinge heb ik getroost, gewezen op eigenwaarde en op het ‘geloven in jezelf’. De roddelaars hield ik een spiegel voor en dropen min of meer beschaamd af en voor de veel te lieve collega stapte ik een half uur uit de klas om even naar haar verhaal te luisteren. Met een half oog de orde achter de deur in de gaten houdend probeerde ik haar te bemoedigen en te vertellen hoe ik het heb aangepakt.  Na mijn laatste les nog een uur met een leerling zitten praten die haar verhaal kwijt moest en ook haar weer gewezen op de lessen over kernkwaliteiten, valkuilen en uitdagingen.

Tussendoor had ik natuurlijk ook nog les, met dyslectische leerlingen, adhd-ers, PDD-ers, Aspergers en natuurlijk ook heel veel hormonale pubers. Cijfers dienden gecheckt, vragen beantwoord, orde houdend, hoofdstukken afgerond, planning voor de toetsweek uitdelend, klassenuitje geregeld, sectie-etentje gepland … en ik werk op donderdag in principe maar een halve dag…

 

Bekaf, gesloopt en met een kloppend hoofd kwam ik thuis. Als er nu nog iemand is die durft te beweren dat mijn vak niet van belang is …

 

 

bron foto

 

Schrijven over wie ik ben?

hartschriftOp het moment dat de verschillende letters woorden vormen en de woorden op mijn scherm zich aaneenrijgen tot zinnen besef ik vaak pas hoe, wat en waarom een en ander in me leeft. Ik heb iets met taal. Sommige oneliners kunnen weken blijven ‘hangen’, enthousiasmeren, inspireren of roeren mij.  Wanneer iets mij raakt, of het nu op mijn werk, in de politiek of in het gezin is, dan wil ik daarover schrijven. Schrijven reguleert als het ware mijn emoties en gedachten…  en het geschreven woord dient gelezen te worden, anders schrijf je niet –  zo vind ik… daarom vond ik bloggen altijd zo leuk…

De laatste maanden valt het me echter lastig. Wanneer ik denk ‘Hé daar kan ik een blog aan wijden.’ komt gelijk m’n trouwe maatje Onzekerheid om het hoekje kijken. Ik heb geen zin in verwijten of kritiek en continue twijfel ik aan hoe ik ‘overkom’. Dodelijk voor elke vorm van creativiteit. (Het schilderen wil dus ook niet meer.)   Ik zit dus als het ware in een soort vicieuze cirkel … schrijven stimuleert mijn denkproces en reguleert mijn emoties,  maar uit angst en onzekerheid doe ik dat niet meer dus blijf ik in dat denkproces hangen. *zucht*

Tijd dus voor actie. Ik heb mezelf het boek ‘Hart schrift – dichter bij je hart met pen en papier’ van Coby Kremer kado gedaan. Via Sestra heb ik haar (ooit) leren kennen en ik wist dat het schrijven voor haar ook zo van belang was… Dit boek moet een hulpmiddel bij het (leren) dagboek schrijven zijn…

De eerste opdracht is gelijk een dobber. Met de letters van mijn naam moet ik andere woorden maken; S (suf) A (aso) R (recalcitrant) A (anders).  Dit is gewoon het eerste wat in me opkomt. Erg fraai is het niet. Nou, het zegt in ieder geval iets over hoe ik denk. Niet dat ik vind dat het allemaal van toepassing is op mij hoor (ahum). Ow, ik las de opdracht niet goed. Het moest dus wél iets over me zeggen. *Zucht* waar is de inspiratie?

S – woorden die gelijk oppoppen in mijn gedachten zijn saai, sleur, stom, suf,  maar wat kan ik voor positiefs verzinnen? Scherpzinnig? In gesprekken voel ik vaak haarfijn aan wat er scheelt of iig dát er iets scheelt en meestal heb ik ook nog het lef om door te vragen. Of het is geen lef maar nieuwsgierigheid…

A – Asociaal, anti, afstand … ik was ooit ambitieus … Aardig? Analytisch? Adviserend?

R – mm ik kan alleen maar ‘rusteloos’ bedenken. Al verveel ik me de laatste tijd liever dan dat ik iets doe. Hang ik graag op de bank en wentel ik me in ‘niksen’.  Ik vind het wel best allemaal…

A – weer die stomme zelfde letter. Anders.  Ik ben anders. Ik ben niet meer wie ik was. Denk ook niet dat ik dat ooit weer zal zijn. Iets in mij is ‘geknapt’. M’n passie en enthousiasme zijn weg. En hoewel ik dat ondertussen wel geaccepteerd heb mis ik ’t soms wel.   Ik heb wel eens gedacht ‘Heette ik maar Mara’. Maar aan de andere kant: Sara betekent in het Hebreeuws ‘prinses’ … en als kind van de Hoogste Koning ben en blijf ik dat, of ik me nu zo voel of niet…

Leer lopen op water door een steen!

Iedereen heeft wel eens zo een moment dat ie liever in andermans schoenen staat… De ene keer is het vanwege de roem, faam, bekendheid of artistieke gaven … de andere keer is het vanwege de rijkdom, mogelijkheden of omstandigheden.

Ik weet niet hoe het met jou zit – maar ikzelf ervaar op zulke momenten een soort van teleurstelling in mezelf. Wanneer ik zie wat een ander kan of heeft bereikt en mezelf met de ander ga vergelijken, dan lijkt het wel alsof ik heb gefaald. Alsof ik niet goed genoeg ben of doe of heb… Dan kan ik soms wel door de grond zinken.

 

Wanneer Petrus midden op het meer, in de storm, in de boot zit te buffelen met die peddels om vooruit te komen, zien hij en zijn matties ineens iets over het water op hen afkomen. In eerste instantie denken ze dat het een spook is. Ken je dat gevoel van plotstelinge angst die je naar je hart doet grijpen? Dat je ineens ergens van opschrikt met gelijk daarna de opluchting? Ik denk dat Petrus dat gevoeld moet hebben. Heftig schrikken en dan ineens beseffen ‘Hé, volgens mij is het Jezus’.

Sinds jaar en dag trekken de discipelen met Jezus op. ‘Volg mij’ had hij gezegd ‘en ik zal je vissers van mensen maken’. Petrus weet het nog heel goed… Die 2 woorden die zijn leven op zijn kop hadden gezet. ‘Volg mij’ leer van mij, word als mij … Petrus had zijn netten laten liggen, zijn familie achtergelaten en was met Jezus meegegaan. Hoe vaak gebeurde het nou dat een rabbi je vroeg hem te volgen? Ten eerste waren er al niet zoveel rabbi’s en ten tweede kozen die altijd de beste leerlingen van school. Van jongs af aan hadden hij en zijn broer de Thora moeten bestuderen. Nee, niet gewoon ff leren lezen en wat verhaaltjes aanhoren. Nee, plichtsgetrouw werden ze getraind om de hele Thora, alle 5 de boeken van Mozes, te memoriseren. Dag aan dag aan dag. Iedere keer een stukje erbij. Tegen de tijd dat je tien was had je ze ongeveer allemaal moeten kennen. Natuurlijk lukte dat niet altijd. Maar als het je wel lukte, wanneer je tot de beste van de klas behoorde mocht je naar de volgende klas. Dan mocht je de profeten bestuderen en memoriseren. Alleen als je bij de beste behoorde natuurlijk. … Wie niet tot de top van de studentjes behoorde werd gezegd dat ze maar beter hun ouders op het werk konden gaan helpen. Maar de allerbesten mochten doorleren. Wanneer je dan rond je 16de alle geschriften kende, tot de top van je klas behoorde en je nog meer wilde leren, dan kon je aan een rabbi vragen of je hem mocht volgen. Niet alle rabbi’s hadden dezelfde Schriftinterpretatie, door een rabbi te volgen leerde je stap voor stap, in alles wat hij deed en zei, hoe hij dacht over bepaalde bijbelgedeelten. Je leerde niet alleen van zijn woorden, je leerde vooral van zijn daden… Je leerde door te zijn als je rabbi… Als een rabbi zei ‘Volg mij’ dan zei die eigenlijk ‘word als mij’.

Maar Petrus was een vissersjongen. Als hij al een rabbi had gevraagd of hij hem mocht volgen, dan had ie hem waarschijnlijk gezegd dat hij niet slim genoeg was. Dat hij beter een vak kon leren… Met zijn broer zat hij dus samen bij hun vader in de business. Vis leveren. Elke dag weer die vis.

En toen was daar die rabbi … en die zij ‘Volg Mij’. Eindelijk was er een leraar die potentie in hem zag, een rabbi die dacht dat Petrus zou kunnen worden als Hem. Leer van Mij, word als Mij…  En Petrus was gevolgd. Hij had zijn vissersbedrijf achter zich gelaten om te leren en te worden als deze rabbi.

 

“Jezus, als U het bent, zeg me dan dat ik naar U moet komen!” Petrus schreeuwt over het geraas van de storm heen. Als het werkelijk zijn rabbi is, zijn leraar, die daar over het water loopt … dan weet Petrus dat hij dat zelf ook mag leren… Zonder zich te bedenken – in een waas -stapt hij uit de boot en loopt naar zijn meester. Maar wanneer de waas voor zijn ogen opheldert, het gebeuk van de golven en het gieren van de wind tot hem doordringen twijfelt hij – Nee, hij twijfelt niet aan Jezus: die staat er immers nog! Hij twijfelt aan zichzelf. En spontaan begint hij te zinken…

 

Petrus had niet moeten kijken naar zichzelf – noch naar de golven of de striemende regen. Hij heeft zijn lesje wel geleerd. Niet voor niets herhaalt hij later in zijn eerste brief :  In de Schrift staat immers: ‘In Sion leg ik een hoeksteen die ik heb uitgekozen om zijn kostbaarheid; wie daarop vertrouwt, komt niet bedrogen uit.’ Kostbaar is hij voor u, die erop vertrouwen.

Een hoeksteen was een steen waar alle andere stenen op gericht werden. Omdat je in die tijd nog geen rechte bakstenen had als nu – kon je niet steen na steen zomaar neerleggen. Een grote gave, duidelijke hoeksteen was nodig zodat alle andere stenen, stuk voor stuk, daarop gericht werden. Alleen zo kreeg je een stevige muur.  Wanneer je de ene steen op de andere zou richten dan werd de muur schots en scheef, behoorlijk instabiel en zwak.

 

We kunnen nog zo twijfelen aan onszelf. We kunnen nog zo graag in andermans schoenen willen staan … Petrus roept ons op om niet naar onszelf, anderen of omstandigheden te kijken. Als we dat doen worden we alleen maar instabiel en zwak…  Hij roept ons op, ons op Jezus te blijven richten. Jezus is de hoeksteen. Hij is God. Hij is de rabbi die tegen u en mij zegt ‘Volg mij’ Leer van mij, word als mij … en dat zegt ie alleen omdat Hij gelooft dat wij het kunnen. Omdat Hij potentie ziet in jou én mij.

 

Als de zoon van God gelooft dat wij Hem kunnen volgen. Als onze Meester en Heer potentie in ons ziet … wie zijn wij om dan niet te geloven in onszelf? Dus richt je op die steen en loop op water!

 

Omhoog ↑