Bevrijding: voor je uppie of iedereen?

gods-liefde-ervarenIsraël leeft in ballingschap. Alle notabelen zijn gedeporteerd, weggevoerd en verspreid over heel Assyrië. De Hebreeërs die achterbleven in Israël waren niet bij machte iets te ondernemen en de ballingen konden niet of nauwelijks met elkaar communiceren, laat staan een verzet opbouwen. De situatie leek uitzichtloos, hopeloos…

Israël als land had een bloeiende periode gekend onder David en Salomo. Maar Salomo’s zoon Rechabeam liet zich leiden door de macht en centen in plaats van door God en het land viel in 2 delen uiteen. Door deze verdeeldheid werd het land kwetsbaarder, het verloor aanzicht bij de omliggende landen en al probeerden latere koningen hier e.e.a. aan te doen, het was een periode van onrecht, machtsmisbruik en protest.

Onrecht voor vele landgenoten, machtsmisbruik door mensen op belangrijke posities en protest van de profeten. Maar het protest en de waarschuwingen mochten niet baten en uiteindelijk val Assyrië hun aan en voert vele Israëlieten af.

Daar zitten ze dan. Als slaven in Verweggistan. Geen oog op redding. Geen plek waar ze hun geloof konden uiten. Ze zijn ballingen. Eenzaam en alleen. God lijkt een god van ver weg.

 

En dan geeft God Jesaja deze boodschap:

Jij bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en Ik houd zoveel van je dat ik de mensheid geef in ruil voor jou. Ja, alle volken om jou te behouden. (Jesaja 43:4)

God zegt tegen het volk dat Hij van ze houdt – ondanks hun jarenlange onrecht, ondanks hun langdurige ontrouw. Hij zegt dat ze hem zelfs belangrijker zijn dan andere volken en ervoor zal zorgen dat ze niet uitgeroeid worden. God heeft een band met zijn volk. Ooit koos hij hun voorvader uit met een bijzonder plan. Het was (is) Zijn bedoeling om via dit geslacht de wereld te laten weten wie Hij is. Maar dat wil niet zeggen dat Hij ze 1,2,3 uit de ellende haalt waar ze zichzelf ingewerkt hebben.

 

Mijn hartschrift nodigt me uit deze tekst op mezelf te betrekken. Ik merk dat dit me behoorlijk moeite kost. Natuurlijk zie ik ook wel de vergelijking naar Jezus, de mensenzoon, dat God Hem inruilde voor ons behoud… Maar ik zie dit niet zozeer als een individueel te lezen tekst. De ‘Jij’ in deze boodschap slaat op het volk als geheel.  Ik vraag me ook af of we deze tekst recht doen door hem op iemand als individu te plakken. Natuurlijk, ieder van ons is van belang voor God. Maar als je het daarbij laat mis je het collectieve aspect. We kunnen elk op onze eigen manier een ‘lichtje’ zijn… Gods liefde uitstralen. Maar elk op ons eilandje zijn we net als de Israëlieten in ballingschap.

Mmm, misschien zegt deze tekst toch meer over mezelf dan ik in eerste instantie dacht. Ik voel me ook een balling.  En met mij zijn er vele christenen die zich niet (meer) thuis voelen in hun geloofsgemeenschap. Teleurgesteld zijn. Gelovigen die de hoop hebben verloren, God als ver weg ervaren of geen uitzicht op een mooie toekomst hebben.  …

Gelukkig blijft het niet bij deze tekst alleen en weten wij nu dat God de daad ook bij het woord voegde. De Perzen vallen Assyrië binnen en koning Cyrus geeft de Joden hun vrijheid terug. God beloofde het de Israëlieten, maar hij belooft het ook aan ons vandaag:

Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle genade, heeft u geroepen om in Christus Jezus deel te krijgen aan Zijn eeuwige luister. God zal u sterk en krachtig maken zodat u staande zult blijven en niet meer zult wankelen. (1 Petrus 5:10)

collectief versus individueel: groeien in geestelijke functionaliteit

Even voor de duidelijkheid; met mijn blog van gister wil ik niets afdoen aan het individuele aspect van ‘geloven’. Het mag duidelijk zijn dat geloven begint in je eigen hart en dat iedereen verantwoordelijkheid draagt om zich als individu dicht bij de Vader te weten.  Dat is ook de reden dat we een ‘gezin’ zijn. Ieder op zich heeft zijn talenten, zijn eigen inbreng, zijn eigen nukken, z’n eigen wijze van in relatie gaan met de Vader. Maar samen ben je een gezin en hoor je je aldus te gedragen.

Helaas hopen (en verwachten) we vaak dat ieder gezin (lees kerk) perfect is. De waarheid toont ons echter een geheel ander beeld. Steeds meer dysfunctionele families doen onrecht aan het mooie goed wat God ons erin gaf: eenheid en geborgenheid. Een plek waar het collectieve een must is, waar een gezin een plek hoort te zijn waar je je thuis voelt bij elkaar. Het is vaak verworden tot een plek van onmin en verdeeldheid. We denken elkaar door en door te kennen en veroorloven ons nogal eens teveel vrijheden voor wat betreft kritiek en zelfs laster. Grenzen zijn vaak ver te zoeken…

 

Misschien heeft het wel te maken met de individualisering van de maatschappij waar we ons als kerken teveel door laten beïnvloeden. Ieder kind moet zichzelf volledig kunnen ontplooien, en die zelfontplooiïng staat haast equivalent voor vrijheid. Ongebreidelde vrijheid. Terwijl kinderen juist zoveel nood hebben aan grenzen. Grenzen leert een kind omgaan met tegenslag. Grenzen leren kinderen nieuwe wegen zoeken. Grenzen maken kinderen creatiever. Grenzen maken kinderen dankbaarder.

Een kind wat altijd alles maar mag kan geen waarde meer hechten aan alle mogelijkheden en kansen. Een kind wat alles krijgt vindt spullen zo vanzelfsprekend dat het vertikt erom te willen werken. Een kind wat alles op een presenteerblaadje aangeboden krijgt weet niet hoe het creatief moet denken om zelf e.e.a. voor elkaar te krijgen.  Een kind wat met regelmaat ‘nee’ te horen krijgt, toont zich dankbaarder wanneer het een ‘ja’ ontvangt. Een kind wat grenzen kent, leert de grenzen van een ander vlugger accepteren.

Een kind werkelijk liefhebben, betekent dat je grenzen stelt.

 

Zo ook in de kerk. Nu is het niet zo dat ik terug wil naar ‘vroeger’. Naar de tijd waar de dominee met ontzag bejegend werd en zelden van zijn pied-de-stal kwam. “Elk voordeel heb ze nadeel” zei Cruijf eens (of was het andersom??), en ik ben me bewust dat ‘vroeger’ echt niet ‘beter’ was in alle opzichten. Maar ‘nu’ is dat absoluut ook niet.

 

Ik zou een hele lijst kritiek kunnen opsommen over hoe kerklui zich tegewoordig kunnen gedragen. Ervaring genoeg zou ik zeggen … maar dan zou het weer draaien om mij. Ik mag het gister dan wel gezegd hebben; “Geloven is iets collectief”. Maar ik heb er zelf verdraaid veel moeite mee.  Het zijn juist vaak de ‘kerklui’ waarop ik afknap. Tenminste afknapte, want nu geef ik ze er weinig kans meer toe: Als ik naar de kerk ga, ga ik zo laat mogelijk – ga via de achteringang naar binnen – en verlaat de dienst als eerste door dezelfde deur. Het liefst niemand meer gesproken. Ik zit niet meer in een kring, doe ‘niets’ qua bediening, ga nooit naar de studieavonden of gebedsdiensten … Hoe zit het dan voor mij? Gods huisgezin is vaak zó dysfunctioneel!

 

Ik ben geneigd vele excuses aan te dragen. Allerlei redenen waarom ik denk gelijk te hebben om me zo ‘afzijdig’ op te stellen. En ik moet eerlijk bekennen dat ik een aantal van die redenen nog echt goed vind ook. Bijvoorbeeld: als iemand je afschiet, en je hebt een geestelijke kogelwond, moet je de tijd nemen om te herstellen. Je kan niet blijven rondlopen en langzaam doodbloeden – daar heeft niemand wat aan. Of wat dacht je van deze: Als je weet dat iemand ‘armed and dangerous’ is – en je eerder al een klap verkocht – dan zoek je het gevaar toch niet op? Of ‘als een gezin écht dysfunctioneert – dan wordt het kind toch uit huis geplaatst.?’ … erg he?

Dit is nou precies waar ik het gister over had toen ik schreef over ‘bonje’ met je broers of zussen. Oh, ik geef grif toe dat mijn relatie met God een flinke deuk opliep toen ik dat ene kritische briefje in de bus kreeg, of de walgelijke mail in mijn inbox … of die ene opmerking naar mijn hoofd geslingerd kreeg. Mijn boosheid en verdriet had direct zijn weerslag op mijn geestelijk leven. Daarom ging ik ook niet meer naar de kerk, las ik niet meer in de bijbel en had ik God in de wacht gezet. Ik had mezelf even ‘uit huis’ geplaatst.

 

Nu ben ik weer on speaking terms met ‘Hem’. Meer dan dat: ik ben me door persoonlijke – heel individuele- relatietherapie (met God wel te verstaan) – bewust geworden van het feit dat ik me moet leren voegen naar Zijn wil, ondanks het gedrag van mijn broers en zussen… En dat ik soms een ‘Nee’ moet leren slikken. Of een ‘Je moet’. Dat was dan ook de reden dat ik de stap zette om op zondag wél weer naar de kerk te gaan. Of om wél een verzoenend gesprek aan te gaan terwijl de zin zeer ver te zoeken was.

Weet je, wanneer iemand je omduwt en je je been breekt, moet je soms een tijd lang in het gips. En soms moet je na de zoveel weken gips ook nog eerst fysio en krukken voor je je been weer stap voor stap kan belasten. Een kind wat uit huis geplaatst is – gaat ook niet ineens weer terug. Eerst eens een bezoekje, dan eens een paar weekenden, totdat alle partijen zover zijn dat ‘het kan’. …

 

Dus wanneer ik het heb over geloven is iets collectief: dan meen ik dat 100%. Tegelijk mogen we in ogenschouw nemen dat we het individuele aspect niet mogen vergeten. In beide horen we ons te gedragen als ‘gehoorzame’ kinderen. We moeten leren om een ‘nee’ of  ‘je moet’ te accepteren, zowel als huisgezin, als individueel kind van de Vader. Maar bovenal, we moeten erkennen wat ons gezin is – hoe dysfunctioneel dan ook; Het is de plek waar we thuishoren. Daarom mogen we ernaar streven – met de juiste therapie van Boven;  te groeien in functionaliteit.

Omhoog ↑