Soms vraag je je af waarom je in het onderwijs zit …

onderwijsDe cao is erdoor… vanmiddag was er een ingelaste vergadering om alle ins en out toe te lichten om ons als docenten op zo kort mogelijke tijd te dwingen een keuze te maken hoe we ons ’trekkingsrecht’ (wat zo niet meer mag heten) willen inzetten. Als parttimer kan ik niet vragen om lesvermindering – zo maakte de directie me duidelijk. Daar heb ik te weinig ‘recht’ op. Ik mag het, zoals de cao voorschrijft, ook niet opsparen want er heerst nog teveel onduidelijkheid waarvoor en hoeveel en tot wanneer ik eea mag opsparen dus ook deze optie vervalt. Ik mag het inzetten om mijn niet-lesgebonden taken te verminderen, máár ik mag niet zelf kiezen wélke taken me dan het meest belasten en er dus vanaf moeten. En ook de laatste keuze had niet de voorkeur van de directie: het laten uitbetalen. Nee, ze betalen het niet uit, je krijgt een tijdelijke ‘verzwaring’ van je lesomvang; een papieren uitbreiding welliswaar. Ik krijg er dan geen uren bij maar wel op papier en dus krijg ik meer loon. Daarbij wordt even vergeten dat als ik op papier ‘meer’ werk dat dan ook de omvang van mijn niet-lesgebonden taken omhoog gaat… en daar krijg ik dan geen vrijstelling van dus moet ik er eigenlijk toch weer voor werken wat dus in praktijk geen verlichting geeft wat juist de bedoeling van dit ‘recht’ is … Of we voor maandag even kenbaar willen maken wat we kiezen …

Zucht.

Ik had bij thuiskomst ZÓ spijt dat ik op mijn vrije dag naar deze vergadering was gesjeesd. Zo verspilde moeite.

 

Morgen vallen haast al mijn lessen uit. Alleen mijn eerste klassertjes zullen op me zitten wachten. Om 8:00u moet ik een geschorste leerling opvangen en aan het werk zetten. Geschorst wegens schelden / pestgedrag via zijn mobiel. Herr directeur vroeg of ik nog ‘ff’ een gepaste opdracht kon bedenken (ja, op mijn vrije dag!)… want het paste wel bij mijn vak. (OMG – dacht ik nog) maar het zal wel – “straffen” past bij “Godsdienst” (ogen-rollend-mond-vol-tanden) …  Aangezien hij mij aansprak dacht ik nog wel een vraag te kunnen stellen over mijn uren volgend jaar, iets wat ik maanden geleden ook al vroeg (mondeling én schriftelijk) – hij was het helemaal vergeten – zou de directie wel mailen… (OMG2- dacht ik nog “Hij IS toch directie??”)

 

 

Soms vraag ik me af waarom ik nog in het onderwijs zit.  Maar morgenochtend om 8:15 kijk ik naar dertig paar ogen, en dertig monden mogen met me in discussie over het belang / nut van (de 10) leefregels (geboden) … waarschijnlijk dat ik het dan wel weer weet.

 

 

Help! Is er ook een meldpunt voor ‘normale’ kids?

jongereIk geef godsdienst. Dat wil zeggen dat ik ervoor betaald word om voor de klas te staan, de christelijke identiteit van de instelling moet representeren (zonder te evangeliseren) en geacht word de leerlingen wat kennis over godsdiensten bij te spijkeren.  Maar het vak is zoveel meer. Ik noem het ook liever ‘Levensbeschouwing’ omdat ik mijn ‘pubers’ inzicht wil geven in zichzelf, anderen en in (geloofs)groepen. Ik sta stil bij verschillende levensvragen die zich onverwacht, ongevraagd en vaak ongewild zomaar aan je kunnen opdringen. Er is niet 1 lesmethode die ik werkelijk recht vind doen aan het vak en dus ‘verzin’ ik met regelmaat mijn eigen lessen, wanneer mogelijk afgestemd op de actuele noden van m’n leerlingen.

Zo merk ik nu dat het kiezen van een profiel / vakkenpakket menigeen onzeker maakt en ze daardoor gaan twijfelen aan zichzelf. Ongenoegens komen bovendrijven en bij vlagen uit zich dit in onrust en onvrede.

Deze week heb ik al een aantal keer -zomaar ’tussendoor’ – een stel gesprekjes met  leerlingen gehad. Buiten de lessen om uiteraard. In mijn pauzes of soms blijf ik zelfs een uur of langer ‘wachten’ omdat ze vroegen of ik tijd voor ze kon maken.  De één moet thuis erg veel helpen (ook in de zaak), heeft een zieke oma waarvoor gezorgd moest worden en aangezien ouders de Nederlandse taal niet helemaal machtig zijn maar toch een bedrijf hebben moet zij merendeel van de zakelijke brieven schrijven.  Financieel staan ze er nu niet heel goed voor. Ze sliep slecht. (Goh – hoe zou dat komen). Haar cijfers laten toe dat ze kan kiezen wat ze wil. Voor het bedrijf zou iets wiskundig wel handig zijn – maar daar heeft ze niet zo veel mee. “Wat moet ik doen?” “Hoe weet ik wat ik moet worden?”

Een ander worstelt met trauma’s – waar ik nu maar even niet over zal uitweiden.  Vandaag spendeerde ik mijn pauzes aan een leerling die zich door het thuisfront niet geliefd voelt. En voor wie denkt ‘Daar heeft haast elke tiener wel eens last van.’ – hier betreft het geen puberkwestie, dit speelde vorig jaar (en de jaren daarvoor?) ook al – het gevoel is reëel.  Het is voor niemand leuk om nooit te horen ‘Hé hoe was je dag vandaag.” Of om avond aan avond alleen voor de tv te moeten ‘hangen’. Maar voor een puber is het extra erg: middenin je ‘losmakingsproces’ wanneer je volwassen probeert te worden heb je juist een liefdevolle en betrokken omgeving nodig. De basis van waaruit ze hun vleugels horen uit te slaan moet stabiel zijn willen ze niet struikelen of vallen om al klapwiekend en stuntelend te hoeven starten in het leven wat ‘volwassen’ heet.

Het enige wat ik kan bieden is een luisterend oor – wat mij betreft elke pauze weer. Ik kan verwijzen naar de schoolmaatschappelijk werkster, maar vaak sta ik toch dichterbij. Niet in het minst vanwege mijn vak…

Via via hoor ik dat een eersteklasser het thuis ook niet makkelijk heeft. Weer een ander zit in het zoveelste pleeggezin. Nog een ander is extreem vaak ‘ziek’. Add, Adhd, Pdd, Asperger… wanneer een leerling een sticker heeft (en ook die zijn er voldoende) komt daar altijd moeite en worsteling bij kijken.  Menig leerling voelt zich vaak eenzaam en verdrietig (Ok, iets wat bij de leeftijd hoort maar a) dat weten zij vaak niet en  b) dat maakt het niet minder erg), sommigen zijn ronduit down of depressief.

Op facebook zei iemand dat het leek alsof ik steeds minder toekwam aan lesgeven. (Complimenteus bedoeld) En ja, in verhouding ben ik steeds meer tijd kwijt aan ogenschijnlijk onbelangrijke tussendoor gesprekjes. En dat maakt ook dat ik steeds meer tijd kwijt ben om me in te dekken. Als een leerling mij smst of whapt (ja ze hebben mijn 06 – nee dat was niet de bedoeling maar ging ‘per ongeluk’ – en nee, ze hebben er nog nooit misbruik van gemaakt- maar ja: ik anticipeer op hun wijze van communiceren.) anyway – als ik terug sms of whap ben ik continue aan het bedenken hoe ik iets schrijf, welke emoticons ik erbij kan gebruiken of welke beter niet, hoe het over kan komen, hoe ik dit ga uitleggen als ik ervoor ter verantwoording wordt geroepen. enz enz. Heel vermoeiend.

Na elk ‘gesprekje’ ben ik tijd kwijt aan het overwegen of ik dit moet melden of niet, wat ik dan wél doorvertel en wat niet, of ik het vertrouwen van de leerling niet beschaam, of dat het te onbenullig is om door te geven of juist niet …  En bovenop dit alles heb ik soms echt verdriet. Dan huil ik om de tranen die zij moeten huilen, voel ik de pijn die zij voelen. Ben ik boos op deze onrechtvaardige wereld. Zit ik even zelf heel erg slecht in mijn vel. Vanmiddag had ik zo een moment.

Ooit zong ik het lied “Heer raak mijn hart aan” (Opwekking 471)  “Heer raak mijn hart aan, maak mij bereid uw pijn te voelen, uw tranen te huilen, bewogen te zijn … maak mij bereid.” 

En hoezeer ik ook besef dat mijn pubers een luisterend oor kunnen gebruiken… soms wordt het me teveel en heb ik haast spijt dat ik dit ooit oprecht zong. Ik heb toen nooit geweten wat ik met dit lied vroeg … wat ik werkelijk zong … Wat Zijn pijn voelen, Zijn pijn om de gebrokenheid in deze wereld, om het verdriet van deze jongens en meiden, om al het onrecht wat hen overkomt… Zijn pijn voelen, is absoluut niet leuk.

Omhoog ↑