Jouw gristenvrouw, mijn christenvrouw :B

love thy neighborIs volwassendoop nou persé nodig? Kan je geen goed christen zijn zonder dat je je ooit laat dopen? Terwijl ik dit schrijf staat de tv op rtl8. ‘Jouw vrouw, mijn vrouw’ laat 2 gristelijke gezinnen zien; het ene gezin bizar streng het andere gezin los en vrijdenkend. In het ene gezin mogen de meiden niet daten en worden ze voorbereid op een leven als moeder de huisvrouw, het andere gezin laat de dochters wel heel erg vrij en stimuleert ze te studeren om zich voor te bereiden op een mogelijke carrière.

De ene gristen is de andere niet. Sommigen voelen zich prettig bij harde rigide lijnen, andere gruwelen bij het idee alleen al. Sommigen dopen hun kinderen, anderen dragen ze op, vele kiezen voor een belijdenis en menigeen staat 100% achter de volwassendoop.

In tegenstelling tot wat heel wat mensen denken is het christelijk geloof lang niet zo simpel en is de bijbel absoluut geen gemakkelijk te lezen boek. Logisch ook wanneer je bedenkt dat je tijdens het lezen een drievoudige kloof moet zien te overbruggen. Tijd, cultuur en taal zijn een behoorlijke sta in de weg als het gaat om ‘DE’ juiste weg te begrijpen. Mag je kopen op zondag of niet? Is roken zondig? Mag je zomaar hertrouwen? Is het mogelijk om én christen én homo te zijn? Moet je nou belijdenis doen of jezelf laten dopen? En juist wie denkt het ‘de rechte leer’ zonder omwegen in de bijbel te kunnen lezen gaat heel vaak voorbij aan 1 van de drie kloven en doet menigmaal andersdenkenden tekort.

Het tv-programma loopt ten einde. De radicalen hebben de gelederen gesloten en weigerden ook maar enige vorm van versoepeling. De meisjes worden weggehouden bij de ‘heidense’ christenvrouw en nogmaals geïndoctrineerd met vaders ideeën over de dienstbaarheid van vrouwen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik gruwel van dat strenge gedoe. M’n opvoeding zit daar voor een stukje tussen: tegen mij werd ook gezegd dat ‘uitgaan’ duivels was … vervolgens had ik nooit lol omdat het schuldgevoel het van de vrijheid won. Later hebben zogenaamde radicalen mij bestempeld als duivels of demonisch omdat ik liberaler dacht als zij…

Bij het vrije gezin (in het programma) zie je dat de gekwetste vader de vreemde moeder oproept om samen naar elkaars waarde te kijken ipv naar elkaars tekortkomingen- ze vouwen de handen voor een gezamenlijk gebed.

Is dit niet waar het christen-zijn in wezen om draait? Dat je vanuit de Bron naar elkaars waarde leert kijken in plaats van naar elkaars zogenaamde fouten? Dat je elkaar uit liefde voor Hem de ruimte geeft? Wanneer je dat als basis neemt wordt geloven een stuk eenvoudiger en iets wat je als ‘een kind’ kan doen … Hoewel leer een kind maar eens dat een ander niet hetzelfde hoeft te vinden …

‘Gewoon’ ís ‘bijzonder’ als je er voor je puber bent…

puberWat zijn (bijna) pubers toch kwetsbare mensen… Het dringt steeds meer tot me door dat deze volwassenen-in-wording onwijs veel aandacht nodig hebben. Misschien wel meer dan bij kleine kinderen, is het van belang dat hun ouders er voor ze ‘zijn’. Natuurlijk, ze kleden zichzelf, fietsen zelfstandig naar school, smeren hun eigen brood en hebben misschien al wel een baantje. De fysieke hulp waar kleintjes niet buiten kunnen, hebben zij niet meer nodig. Voor kleintjes kan je een oppas regelen als je moet werken. Maar van de ‘groten’ verwacht menigeen dat ze het wel alleen af kunnen. Hoezeer dat praktisch ook het geval kan zijn, jonge mensen hebben de áánwezigheid van hun ouders bijzonder hard nodig!

Een poosje geleden dacht ik hier thuis (hardop) na over een fulltime baan. Na een paar dagen maakten mijn (bijna)pubers me schoorvoetend duidelijk dat ze dat niet zagen zitten. Ze willen dat ik thuis ben wanneer zij dat zijn. “Waarom?” “Gewoon, daarom”. Geen echte reden en tegelijk het allerbelangrijkste argument : Ze willen dat het ‘gewoon’ is, dat ik er voor ze ben. ‘Gewoon’ – geen uitzondering. Ik hoef niet klaar te staan met cola en een koekje – liever niet zelfs want in praten hebben ze meestal geen zin. Maar het feit dat ik er ben – dat ze iemand hebben om bij thuis te komen- dat biedt ze veiligheid. Alles om en in hun veranderd. De ouder als stabiele factor is hun enige houvast. Als er wel wat aan de hand is hoeven ze niet te wachten tot ik doodmoe thuis kom en op de bank plof voor ze me kunnen ‘lastig’ vallen met hun dingen. Ik ben er ‘gewoon’. Ze vinden het niet ‘bijzonder’ dat ik er ben. ‘Bijzonder’ in de zin van ‘uitzonderlijk’ dan.

Ok, je kan zeggen ‘Dat zijn jouw kids’ – de meeste pubers hebben niet zoveel aandacht nodig…  Nou, als ik in mijn klassen kijk zie ik dat het toch voor de meesten geldt. In mijn pauzes komen vaak dezelfde leerlingen om aandacht vragen. Meestal de kids die je ook wel ‘sleutelkind’ kan noemen. Zonder verwijt naar de ouders overigens hoor. Je – ik –  weet niet waarom het nodig is of wordt geacht… daar blijf ik van af.

… Er is 1 leerlinge waar ik  hartzeer van heb. Haast iedere pauze vraagte ze wel om aandacht. Niet negatief hoor, en ook niet altijd even lang… Of ik dat en dat programma heb gezien, deze of die film heb gekeken … Ik vond het al bijna apart dat ze met zo simpele ‘praatjes’ bij me kwam.  Vorige week vertelde ze me dat haar ouders gescheiden zijn en ze haar vader nooit ziet. Moeder werkt van vroeg tot laat, is (logisch) moe wanneer ze thuis komt en duikt vaak nog voor achten haar bed in. Zijzelf zit de hele avond alleen voor tv. Ze heeft niemand om mee te kletsen, niemand die haar een keer verwent met samen onder een dekentje een zak chips leeg te vreten. Niemand om samen te lachen om die domme filmpjes. Niemand om haar favoriete programma mee te kijken. Ze heeft wel vriendinnen. Ze heeft wel een ‘hok’ waar ze in het weekend naar toe gaat. Maar ze mist een ouder die er ‘gewoon’ ís. Iemand die voor haar zorgt.  Zegt ze zelf.  En in de pauze maak ik altijd tijd als ze komt …

Ik zie het ook bij andere leerlingen…

Dus bij deze een oproepje aan alle (bijna)puber-ouders: je zoon / dochter mag dan heel zelfstandig lijken… Ze hebben het nodig dat jij er ‘gewoon’ bent. Het lijkt misschien dat ze je voor lief nemen. Maar wees juist blij als ze dat doen. Dat betekent dat ze beseffen dat je er voor ze bent! Verwacht niet dat ze al je vragen beantwoorden. Ga niet zitten wachten tot ze thuis komen. Maar zorg wel dat je er bent. Dat je samen lacht om domme video’s. Dat je samen praat over dat wat op het nieuws gezegd werd. Dat je samen die ene domme film – die jij al 50x gezien hebt- dat je die voor de 51ste keer sámen kijkt. … Waarom? ‘Gewoon’ –  Omdat het ‘gewoon’ moet zijn dat jij er voor ze bent.  Omdat ‘gewoon’ eigenlijk heel ‘bijzonder’ is…

Joyce Meyer – reflecteren of seponeren?

joyce meyersJoyce Meyer. Elke zondagmorgen om 11 uur is ze te zien op family7. Ze is niet sterk qua theologie. Absoluut niet zelfs. Ze zal vast en zeker (onbedoeld) fouten maken in wat menig dominee ‘de rechte leer’ vindt. Toch heeft ze iets. Ze heeft een bepaalde vurigheid, een groot enthousiasme voor Jezus waarmee ze menigeen tot diep in de ziel weet te bemoedigen. Toch wordt ze door menig ‘theoloog’ afgekraakt tot op het bot omdat ze bijbels gezien zo zwak is…

Laat ik daar het volgende over zeggen: Bij ons in de kerk zit een wat oudere dame. Een dame die geen flauw benul heeft van wat ‘theologisch’ verantwoord is en wat niet. De meest simpele bijbelstudie is haar al vaak te hoog gegrepen en met enige regelmaat snapt ze geen drol van de preek. Maar de liefde waarmee ze dient, haar passie voor Jezus, haar hart voor Zijn kinderen is zo onwijs groot dat haar woorden vaak nog meer impact hebben dan welke preek dan ook. Zij reflecteert Jezus.

Er zijn ook mensen die prat gaan op bijbelstudie. Mensen die zelden of nooit tevreden zijn met de hoeveelheid ‘verdieping’ die wordt aangeboden. Gristenen die vele teksten gememoriseerd hebben en je in elke discussie met dogma’s om de oren zouden kunnen slaan. Wanneer domi vanaf de kansel dan een –in hun ogen- ongepaste oneliner verkondigt wachten ze soms de clou niet af,  stampvoeten naar buiten, slaan met deuren of ze komen niet meer naar de samenkomst wanneer deze man ‘Gods’ het woord komt verkondigen. Ik zeg het ff kort door de bocht maar wat ze te zeggen hebben, wordt niet meer serieus genomen … Tot zover Jezus’ reflectie …

En dan was er op facebook een – in mijn ogen- jammerlijke discussie met vooral veel ruis. Joyce zou teveel geld vanuit haar bediening in zichzelf investeren … dat ze een privéjet heeft is een schande (let vooral niet op wat ze allemaal opgeeft en wat ze allemaal investeert) … haar opleiding heeft te weinig alure en ze is theologisch niet onderlegd genoeg. Op basis van een enkele quote zou ze al haast een complete dwaalleer verkondigen. (Ik zeg het ff heel erg kort door de bocht :B )

Ik begrijp dat we moeten waken voor dwaalleren. Absoluut. Welvaartsleer ligt op de loer en berokkent veel schade. We moeten niet afgaan op wat ‘goed voelt’ – want je gevoel is iets heel bedrieglijks… Maar moeten we onze tong niet net zo goed in bedwang houden? Moeten we de ander niet uitmuntender achten dan onszelf? Waar blijft het alles toetsen en het goede behouden? Ik vrees dat ik mezelf ook menigmaal bezondigd heb aan het uitflappen van kritiek. Woorden die eenmaal gesproken nooit teruggenomen kunnen worden. Of wat dacht je van twijfels die hardop geuit op hun beurt anderen ook weer aan het twijfelen brachten… (Het zal de ander een worst wezen of je je twijfel herroept: gezaaid is gezaaid …) Het is juist Joyce Meyer die me, in één van haar preken,  hierin de ogen opende … het was niet haar kundigheid of theologie die me raakte, het was haar passie voor Jezus.

 

Nog steeds hou ik van dingen prikkelend zeggen, heel prikkelend. Ik hou van stellingname. Ik ben helemaal pro discussie! Maar soms moeten we bekennen dat actief Jezus reflecteren nu eenmaal meer impact heeft dan welke leer of discussie dan ook.

De tonge, lieve jeugd, de tonge, zoete vrouwen,

Kan goed en weder kwaad, kan vreemde dingen brouwen.

De tong, wanneer ze steekt en al te bijster woedt,

Is dodelijk vergif, is enkel drakenbloed.

De tong, integendeel, met zoete min bestoven,

Gaat most en honig zelfs, gaat alle ding te boven;

De tong, de losse tong, baart juist, gelijk zij wil,

Of harten vol geneugt, of huizen vol geschil.

Welaan dan, jeugdig volk, dewijle vloek en zegen

Is in het klein begrip van uwe tong gelegen,

Zo maak u voor het kwaad een eeuwig mondgebit,

En toom met alle macht het ongetoomde lid.

(Jacob Cats, 1632)

Aswoensdag en kaas-uienbrood.

aswoensdagDe keuken is opgeruimd en een lekker kaas-uienbrood staat in het zonnetje te rijzen. Ineens realiseer ik me dat het vandaag aswoensdag is. Het begin van de vastentijd.

Waarom doen we daar niets mee? Nee, ik snap wel dat we ‘vrijgekocht’ enzo zijn … dat niets meer ‘moet’.  Wij’ hoeven niets van al dat katholieke gedoe. We hebben in de 16de eeuw niet voor niets geprotesteerd tegen het machtsmisbruik der kerk …. Sola Scriptura! Alleen dat wat in de bijbel staat… maar slaan we niet een beetje door? We? … ik?

In iedere kerk zijn er vastgeroeste gewoontes die je – wanneer je ze ook maar even probeert te wijzigen – op heftig protest en verzet doet stuiten. Dat geen van die tradities ons door de Schrift zijn voorgeschreven vinden we maar detail. Dit is de reden waarom ik zo een hekel heb aan ‘gewoonten’.  Goede gewoonten worden altijd een soort van verworven recht. En het kan erger – hoe dan ook komt ooit het stickertje ‘sleur’ aanzetten.  Vanuit sleur worden onze gedachten niet meer geprikkeld, denken we niet meer na bij wat we doen of wat voor diepe betekenis er achter bepaalde handelingen zit. En alsof dat niet erg genoeg is, sommige gewoonten – hoe ‘gesleurd’ ook- worden een verplichting.  En als iemand dan even ‘anders’ doet … nou, dan staat de wereld op z’n kop.

Ik vraag me af – ik, die een hekel heeft aan heilige huisjes- hebben we het kind niet met het badwater weggegooid? Doen bepaalde rituelen ons niet júist stilstaan bij dat wat werkelijk telt. Ik weet het wel; doe je ze te vaak dan verliezen ze hun betekenis. Maar is dat een reden om ze te verbannen?

Anyway, het is vandaag aswoensdag. Waarom as? Omdat de priester of dominee dan een kruisje van as op je voorhoofd tekent. As ter nagedachtenis aan wat God in Genesis 3 tegen de gezondigde mens zegt; “Gedenk mens, dat je stof bent, en tot stof zult wederkeren.”  De as komt van verbrandde palmtakken die het jaar ervoor met palmzondag werden gebruikt om de intocht te gedenken. Zo is er weer de balans: enerzijds mogen we ons bevrijd weten. Anderzijds moeten we blijven beseffen dat we uit onszelf, slechts zondig zijn, gedoemd tot stof weder te keren.

In evangelische kringen wordt graag de nadruk gelegd op ‘vrij’ zijn. Op zich niets mis mee. Dat is het leuke gedeelte; het mooie, hoopvolle stukje van het evangelie. Maar geluk weet men pas echt te waarderen wanneer men weet hoe ongelukkig zijn voelt…  Om te voorkomen dat het ‘vrij gekocht zijn’ een sleur wordt of zelfs beschouwd wordt als een verworven recht, is het niet verkeerd af en toe weer stil te staan bij je eigen zondige gedrag. Een periode van bezinning en vasten is dan niet verkeerd…

Mmm, wat doe ik nu met mijn kaas-uienbrood?

mantel der genade

Bedek alles onder de mantel der liefde, praat nergens over, gooi zand erover … tot je stikt. Een christelijk sausje om te vermijden dat fouten aan het licht komen? Een manier om niet te hoeven erkennen dat een ander jou iets aangedaan heeft?

Waar komt de term vandaan? Wat zegt de bijbel erover? Volgens diverse bronnen moet je het ontstaan in Genesis 9 zoeken; de zondvloed is net voorbij, Noach plant een wijngaard en van de eerste oogst (maanden later) maakt hij een lekkere wijn. Helaas kijkt hij (per ongeluk?) te diep in het glaasje. Zo diep dat hij lamlazarus zijn mantel uittrekt en naakt op zijn nest gaat liggen. Schande. Eén zoon ziet hem en wrijft het er met een roddel in, maakt zijn vader nog meer ten schande. Gelukkig zijn de andere twee knullen van ander hout gesneden en bedekken ze hun vaders naaktheid met een mantel.

‘Naakt’ staat er. Maar ‘naakt’ in de bijbel hoeft niet persé het huidige westerse ‘naakt’ te zijn. Wanneer je zonder mantel zat werd je destijds al gezien als ‘naakt’, dat hoefde dus niet te zeggen dat je helemaal in je toedeledokus stond. ‘Naakt’ werd vaak geassocieerd met schuldig, zondig… Wanneer iemand bijvoorbeeld een rechtzaak tegen je aanspande en je onderkleed eiste, eiste hij dus dat je ‘schuldig’ werd bevonden.

Verschillende bijbelgedeelten leren ons dat een mantel, je zeggenschap en status symboliseerden. Maar bedenk goed: in een foute situatie verzeild raken is iets heel anders dan er ‘schuld’ aan hebben. Noach had zich in een dronken bui uitgekleed met als gevolg dat er van zijn status als pater familias weinig overbleef. Door hem zijn mantel terug te geven, zeggen de twee zoons als het ware ‘Jij blijft onze pa, eventuele fouten rekenen we je niet aan, je blijft wie je bent.’

Noach krijgt de volgende ochtend precies te horen wat hij heeft gedaan, hoe hij erbij lag en wat voor reacties dat bij anderen opriep. Hij ontsteekt in woede omdat de ene zoon erover ging roddelen, hem niet hielp, en hij uit zijn dankbaarheid omdat zijn andere zoons hem zijn waardigheid en status teruggaven in de vorm van deze mantel der liefde.

 

De mantel der liefde verdoezelt niet de zonde. Ze maakt haar juist bespreekbaar. De mantel der liefde doet niet net alsof het niet gebeurd is en staat niet toe dat zonden keer op keer genegeerd worden; ze brengt fouten kraakhelder aan het licht maar beschermt de zondaar tegen het eeuwig verliezen van zijn stem.

Of je nu naakt (schuldig) bent of niet – De juiste mantel biedt genade. Meer zondigen bied je echter niet méér mantels der genade…

 

En wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is opgeslokt en overwonnen. 1Kor 15:54

Heilige verontwaardiging?

Geestelijk leiderschap – er is al zoveel over geschreven. Een geestelijk leider moet kunnen luisteren, geduld tonen, inspireren, onderwijzen … ik heb er nooit zo over nagedacht, maar een geestelijk leider moet ook boos kunnen zijn.

Jezus werd ook boos. Hij gebruikte taal die anderen vér over de rand vonden… Hij schold met ‘addergebroed’ (een beest wat mensen met gif ziek maakt en zelfs dodelijk kan verwonden) ’huichelaars’ en met ‘wit gekalkte graven’ (aan de buitenkant mooi netjes maar binnenin stinkend naar rottigheid). Wanneer mensen de tempeldienst onteren twijfelt hij niet – is hij niet bekommerd om hoe mensen over hém denken, er ontbrandt een toorn in hem en hij neemt de zweep, slaat ermee in de rondte, gooit tafels en stoelen omver en schreeuwt dat Gods huis geen plek is voor jezelf; om er zelf beter van te worden, maar als huis voor de volken… Hij zegt het gelovige addergebroed eens flink de waarheid. Boosheid ten top.

Heilige verontwaardiging wordt het in christelijke kringen nog wel eens genoemd. Verontwaardiging om hoe christenen zich (in de kerk) misdragen en zo God en Zijn dienst onteren; het is een toegestane, gerechtvaardigde boosheid.

 

Het is een misvatting dat je als christen altijd maar je mond moet houden. Dat je niets mag zeggen en netjes binnen de lijntjes moet lopen. Het is niet zo dat je kwaad niet aan het licht mag stellen met woorden die je frustratie en verbolgenheid uiten. . Het punt is natuurlijk dat je boosheid uit wrok of persoonlijke wrevel niet mag vergoelijken met deze term. Het is niet zo dat ‘heilige verontwaardiging’ misbruikt mag worden om continue tactloos, schaamteloos of zonder al te veel liefde de ander met de waarheid om de oren te slaan… Aan de andere kant: hoe tactvol sloeg Jezus met de zweep? Hoe schaamteloos was zijn ‘schelden’? Waar was de liefde voor de ander in het omvergooien van diens koopwaar?

 

Afgelopen zondag werd er bij ons in de kerk een lied gezongen wat bij mij een gevoelige snaar raakte; Iets in het Engels over dat je naar het kamp van de vijand kan gaan om terug te halen wat je ontstolen is … en ik dacht verdrietig : ‘mijn (gesproken) stem’ … ‘als ik al iets wil ophalen, dan is het mijn stem’. Maar mijn hart dacht te vermoeid te zijn om daadwerkelijk dat vijandige kamp te betreden en ik bleef stil zitten…

… Vervolgens gebeurde er iets in de zaal, voor mijn gevoel kwam de eenheid in het geding, werd er (mogelijk onbedoeld) onrust gezaaid, het feit dat ‘het voorval’ niet op zichzelf stond maakte het voor mij erger. Ik heb al zoveel moeite met het ‘gezang’… het kost me soms al zoveel energie om de kerk als ‘Gods huis’ te ervaren – Voor mijn gevoel lachte de duivel me even recht in het gezicht uit en zei ‘Je komt die eenheid, die rust, jouw stem, toch niet ophalen in mijn kamp’… Er knapte iets… Hevige toorn ontbrandde in mijn ziel – ik werd witheet en ik kon niet anders dan die stem ophalen en gebruiken…

Verontwaardiging ten top – maar of het nou heilige verontwaardiging was … ?

opzouten – over hygroscopische christenen

Zout – het geeft extra smaak en het maakt dat bederfelijke waar langer houdbaar wordt omdat het bacteriën doodt… Maar waarom geeft het smaak en wat maakt dat zout dingen langer houdbaar maakt?

Er zijn vele soorten zout, maar alle zout is hygroscopisch; het trekt water aan. Het onttrekt bijvoorbeeld het vocht aan vlees; door gebrek aan vocht kunnen bacteriën niet overleven en daardoor blijft het vlees langer houdbaar.

Tafelzout geeft voeding extra smaak.

‘Kosjerzout’ is zout wat gebruikt wordt om vlees ‘Kosjer’ te maken.  Nadat het vlees geweekt heeft, wordt het met zout ingewreven om de laatste restanten onrein bloed eruit te halen.

Strooizout maakt dat ijs weer ontdooit tot water.

En dan staat in de bijbel dat christenen het zout der aarde zijn… Wat maakt dat christenen ‘smaakmakers’ zijn? Wat maakt dat ze de wereld langer houdbaar maken? Wat maakt dat ze bij machte zijn iets onrein, rein te maken? Wanneer kunnen ze ijzige harten ontdooien?

De kracht van het zout zit in het hygroscopische aspect. Christenen horen het ‘levend water’ aan te trekken. Ze horen het goede in anderen naar boven te halen. Ze horen de wereld te laten zien hoe God haar bedoeld had, nog voor het slechte ‘bacteriegedrag’ de kans kreeg alles te bederven.

“Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’

‘levend water’ was in de tijd van Jezus een uitdrukking waarmee je aangaf dat je drinkwater niet uit een stilstaande poel kwam, maar uit een frisse, stromende bron. Water uit een stilstaande poel was vaak lauw en vol ziektekiemen. Levend water is dus water waarin ‘het slechte’ geen kans krijgt.

Christen geloven in de redding die Jezus brengt en daarom zullen er – zo zegt Johannes- rivieren van levend water uit hun hart stromen… Het (levende) water wat in hen opborrelt is zuiver en rein. Daarom hebben ze de mogelijkheid om onreinen, zondaars,  te ‘wassen’ om zo rein en zuiver te maken…

Helaas heeft zout zo ook haar nadelen. Zout kan klonteren. Het papt aan elkaar en komt niet meer afdoende in contact met het eten. Zout verliest dan haar kracht. De smaakmaker wordt dermate overheersend dat het smakeloos wordt. Christenen ‘klonteren’ ook wel eens. In kliekjes drommen ze dan op zondag bij elkaar, om ook door de weeks niet in contact met de wereld te treden. Hun ‘smaak’ wordt overheersend en stoot af in plaats van dat het aantrekt…

Het teveel aan zout hoort in het lichaam door de nieren gefilterd te worden. Het teveel aan zout wordt dan gezien als een afvalstof en wordt verwijdert … het lichaam krijgt meer behoefte aan water, om het zoutgehalte in het lijf te verdunnen. Te meer christenen er in de kerk zijn … des te meer ze ernaar horen te verlangen om met het Levend water in contact te treden met de wereld … Blijft het teveel aan zout in het lijf, wordt het lijf opgeblazen en vermoeid en gaat het steeds minder functioneren.

Wanneer de bijbel het heeft over ‘het zout der aarde’ bedoelt het dat we als christenen in contact horen te treden met die aarde. Niet dat we moeten samenklonteren…

Zout – wat voor zout ben jij? En hoe zorg jij ervoor dat je niet samenklontert?

Dood in de klas

Vanmorgen een heftige les gehad. Mooi – maar heftig.

In het kader van levensvragen schreef de handleiding mij een videofragment uit ‘De leeuwenkoning’ voor.  Maar hoe zielig menig leerling kleine Simba ook zou vinden, ik vind het geen recht doen aan hun niveau. Ik liet ze een ander fragment kijken; een stukje uit een docu van de ncrv waar een meisje van 12 vertelt dat haar vader is overleden en wat dat met haar doet. Het verdriet, het lijden, de rouw … het leren verder gaan … De kwetsbaarheid van het leven werd open en eerlijk uit de doeken gedaan. Ook in het gesprek achteraf.

Het is moeilijk, en iedere keer wanneer ik onderwerpen als deze aansnij heb ik het gevoel een mijnenveld te betreden. Je weet immers nooit welke actuele emoties er bij je leerlingen aanwezig zijn of wat ze wel of nog niet aankunnen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je de hele klas in een huilbui manipuleert. Toch vind ik het van belang dat er geen taboe-onderwerpen zijn en dat ‘alles’ bespreekbaar gemaakt moet kunnen worden. Gevoelens zijn er niet op ze te verstoppen, ook tieners mogen weten en leren dat hun emoties als het ware de zintuigen van hun ziel zijn. En wie bij brandende pijn geen panlappen gebruikt krijgt blaren op zijn ziel. Godsdienst is het vak bij uitstek wat leerlingen kan leren nadenken over de levensvragen die voortkomen uit hun eigen gevoel.

Het werd een bijzondere les. Het ontwapenende filmpje maakte heel wat los. Voetje voor voetje waagde ik me in het mijnenveld. De ene vraag bewust over het eigen gevoel laten gaan … de volgende vraag heel gericht iets minder persoonlijk. Kwetsbaar zijn leerlingen op hun mooist. Ik vond het dan ook waardevol – voelde me zelfs vereerd- dat ze zo open en eerlijk iets van hun (gewezen) emoties durfden te delen; hoe het is om je opa te verliezen… of zelfs je meester op de basisschool omdat hij er zelf een einde aan maakte… of hoe je je voelt wanneer je de laatste keer naar iemand ‘kijkt’… waarom er zo vaak gelachen wordt bij de koffietafel van een begrafenis… Intens verdriet is de meeste tieners niet onbekend. De jongen die het er even te moeilijk mee kreeg kon na een adempauze op de gang rekenen op bemoedigende knikjes en schouderklopjes. Een breekbare sfeer van bewondering voor wie zijn diepste ‘ik’ durfde te erkennen ging als een zucht door de ruimte…

De pauze naderde … het gesprek werd afgerond. Dan moet je voorkomen dat het fragiele moment gebroken achtergelaten wordt, of een zwaarmoedig gevoel zich meester maakt zodra deze juf haar hielen licht …

“Het is bruin en kruipt langs je benen omhoog” Zei ik. “Stront met heimwee” gilt er eentje door de klas. En het geschater overstemde de bel.

Op dit soort momenten weet ik weer waarom ik docent Godsdienst ben.

De doodzonde van cupjes

Cupjes zijn een doodzonde. Echt waar. Het zijn de wolven in schapenvacht, de varkens in de tempel. Cupjes zijn een doodzonde.

Bedenk dat oma vroeger een gewone simpele cake bakte en die in overheerlijke dampend verse plakken onder de diverse gezinsleden verdeelde. Iedereen deelde van dezelfde cake. Zat er een rot ei in, had iedereen die geproeft! Welke máter familias bedacht ooit het verderfelijke plan om dit goddelijke cakebeslag te verdelen over kleine bekertjes die men in het Engels zo liefkozend ‘cup’ noemt? Het oer-degelijke traditionele familierecept wat sinds jaar en dag met de nodige zorg werd overgedragen van moeder op dochter dementeerde zo tot een hoogst individualtistisch laag aan de grond soort deeg. Geen traditionele ruzie’s meer over wiens plak nu dikker was dan de ander; geen onenigheid over wie het kapje moest eten of wat dacht je van het verlies van de gezamenlijke momenten van het samen eten van dézelfde cake. Erger nog, deze moeder, duivel in hoogst eigen persoon, zadelde dochterlief op met een grotere afwas. Cupjes veroorzaakten noeste kinderarbeid! Cupjes wonnen het hart van menig moeder…

Of herinner uzelf een ander heilloos cup-idee: In 1887 verscheen Satan in de gedaante van Herminie Cadolle. Waar mannen tijdenlang beschermd werden van de ergerlijke verleidingen van vrouwe boezem bedacht deze liederlijke dame dat het stevig insnoerende korset vervangen moest worden door een corselet: een combinatie van korset mét cup! De borsten herwonnen terrein en sindsdien is menig man gezwicht voor deze zondige verzoeking van een cup. Cups stonden aan de voet van de seksuele revulotie…

En dan hebben we het over cups tijdens de maaltijd des Heren… waar is de grote beker gebleven? Menig zondaar heeft enorme baat bij de wijn die tot verlossing leid! En wat voor verlossing! Sommige zonden zijn zo groot, daar kan een complete schaal met cups niet tegenop! Hoe bereiken we die schuldenaren, nu we per maaltijd maar liefst 2 flessen bezuinigen! Mijn hemel, de crisis heeft de kerk bereikt?!

Helaas: het kan nog erger! Met de cup sloop niet alleen het vervaarlijke Engels in ons doorwrochte taaltje, maar ook de zonde in de kerk! Nimmer hadden we de huidige schade kunnen overzien. De cup moest verbannen worden! Engelse Bijbels: verbrand! En als  de zondige gedachte aan de Engelse versie van Psalm 23:5 (mijn beker vloeit over /  My cup runs over) ons nog steeds verleidt moeten we die bladzijde misschien ook uit onze Bijbel scheuren… En als we dan toch bezig zijn: alle zondaars eruit! Weg ermee! De kerk is alleen een plek voor ware heiligen!

Nee, Ik kan me terdege voorstellen dat er ‘heiligen’ zijn die ons tegen deze verderfelijkheid willen beschermen. De volgende keer dat we in de kerk het avondmaal vieren met ‘cupjes’ in plaats van één enkele beker stel ik voor dat alle vrouwen zich ontdoen van bh en het koffieteam dikke plakken cake mét kapjes serveert… we verbranden alle Engelse bijbels en nimmer zingen we nog een Engels lied!

Cupjes tijdens het avondmaal. Doodzonde is het.

… Maar goed dat Christus voor die zonden is gestorven. En ons, compleet met verderfelijke aard, omhult in Zijn liefde. Nee, dames, hou bij de volgende maaltijd des Heren je bh maar aan, en breng cupcakejes mee, want het gaat om vergeving. Om de overwinning over de Boze; de victorie over alles wat ons ooit in verzoeking leidde. Met het brood en de cúpjes wijn gedenken wij het offer wat ons verlost van de macht van Satan. Het enige wat de Boze dan nog rest is een jammerlijke kreet die hopelijk tot verdeeldheid en vertwijfeling leidt…

Jezus was een AMA – over reizen gesproken-

Vannacht (Nederlandse tijd – hier was het 5 uur ’s ochtends) zat ik te denken … Hoe zit het met reizen in de bijbel? Ik bedoel – voor zover ik me even kan indenken gebeurde reizen meestal in een sfeer van verdriet of rottigheid. Wie waren de eerste reizigers en waarom?

Adam en Eva mochten als eerste hun spullen bijeenrapen om de hof van Eden te verlaten. We denken er misschien nooit over na, maar hoe lang zou die reis geduurd hebben? Met al die dieren in de tuin – die allemaal hun eigen space nodig hebben- met al die fruitbomen – hoe lang zouden ze erover gedaan hebben om weg te gaan? Dieren waarmee ze zij aan zij hadden geleefd. Dieren die Adam heel persoonlijk had gekend; een naam had gegeven… zouden ze afscheid genomen hebben? Of al die fruitbomen die ze hadden geproefd, zouden ze gedacht hebben dat ze die heerlijke smaak, het sap over hun lippen, nooit meer zouden proeven? Hoe was het om voor het eerst in je leven bang te zijn? Waren ze wel bang? Of kon dat niet omdat ze nog nooit iets ergs hadden meegemaakt?

Diepe gedachten op de vroege ochtend. Waren er in de bijbel ook mensen die voor de lol gingen reizen? Ik pijnig mijn hersenpan… Abraham trok weg van huis en haard om nomade te worden… Jozef word verkocht en maakt een slavenreis … Mozes dan, de vluchtende moordenaar die later voor straf 40 jaar door de woestenij moet zwerven… Jeremia, Jesaja, Noomi en Ruth,…

Elia is de eerste waarvan ik weet dat hij een ‘reis’ maakt die langer duurt dan nodig, gewoon omdat hij tijd voor zichzelf neemt. Helaas waren de omstandigheden niet zo best. Na mevrouw Zeepbel (Izebel) haar PMS-toestanden is hij helemaal uitgeput. Geestelijk compleet leeg gegeven. En in plaats van een paar reisdagen doet hij er maar liefst 40 dagen over om naar de volgende plek te reizen …’ff luisteren naar de wind’… oftewel ‘ff niksen’ ‘de boel de boel laten’… Maarja, een plezierreisje kan je dat niet noemen.

Jezus eerste reis is zijn vlucht naar Egypte. Thuis werden alle kleine babies uitgemoord en dus waren zowel zijn papa als Vader zo slim om hem het land uit te smokkelen. Zijn eerste paar levensjaren sleet hij dus als minderjarige asielzoeker… Als AMA in Egypte, zonder de nabijheid van zijn hemelse Vader… Een andere reis die hij maakt is de ‘pelgrimsreis’ naar Jeruzalem, met Jozef en Maria. Die letten daar zo goed op hun zoon dat ze hem nog kwijtraken ook. Later reist Hij stad en land af om van God te vertellen…

… en wij, wij reizen stad en land af waarvoor? Ik weet het, de laatste paar weken tweette en facebookte ik vooral over de zon, de zee, het strand en de alligators… Maar in de eerste plaats maken we de reis natuurlijk vanwege de conferentie; een aantal dagen helemaal ondergedompeld worden over hoe Gods Woord in deze wereld het beste (of beter) verkondigd kan worden… Onze kinderen daarin meenemend. En ja, net als Elia doen we er daarna even over voor we weer naar huis gaan.

Zijn we als Christen niet allemaal AMA’s? Alleen – zonder onze hemels Vader- Minderjarig als we denken aan Zijn eeuwigheid aan kennis en ervaring – Asielzoeker; of zoals de Schrift het zegt: Vreemdelingen en Bijwonders… niet ván deze wereld maar ín deze wereld, gemaakt om  Zijn grote daden te verkondigen?

Daar gaat ons plezierreisje  😉

Omhoog ↑