Aan ouders van pubers …

schoolreisjeEn daar is die dan … een slungelige puber met een briefje van mama. Het is voor hem de eerste les na het weekend en een volle week geleden heb ik aangegeven dat de klas vandaag een overhoring te wachten stond. Stoer gedrag; het altijd en eeuwig gezelliger willen maken dan goed voor hem is en af en toe een grote mond. Maar ach, dat is typisch puber – verder is het wel een leuk joch.

Dan dat briefje – een ‘weekendje weg’ gooide wat roet in het eten mbt leren, dus of hij dat SO op een ander tijdstip kan maken… zucht.

Hebben ouders enig idee?? Er zijn meer jongens een ‘weekendje’ weg geweest, mijn 2 heertjes zijn daar een voorbeeld van. Maar die moeders geven geen briefje mee (Gode zij dank). Moet ik die dan ook uitstel geven? Of geldt hier de wet van de sterktste moeder? (Of is zeg ik beter ‘zwakste’ moeder aangezien ze gezwicht is voor kindlief?)  En hebben de andere kids dan gewoon ‘pech’?

Kijk, onverwachte dingen kunnen gebeuren. Tuurlijk moeten wij als docenten – daar waar mogelijk- rekening houden met de kinderen die we dagelijks weer voorgeschoteld krijgen. Maar het heeft zo zijn grenzen. Hebben ouders enig idee wat ze vragen met zo een simpel briefje?

Ik heb 6 derde klassen. Goed voor een totaal van 170 leerlingen. Grote klassen in lokalen die ooit berekend waren op 20 leerlingen en dus zitten ze – met 3 in een rij- opgepropt tegen mekaar aan te stinken. (Sorry, bedoel ik niet beledigend, maar een feit is een feit: pubers ruiken behoorlijk!) Er is geen ruimte om de tafels uit elkaar te zetten en dus moet ik 2 versies van een SO maken, zodat afkijken niet mogelijk is… Omdat ik de 6 klassen op 3 verschillende dagen ‘bedien’ moet ik per dag weer andere versies klaar hebben liggen omdat anders de vragen doorgegeven worden. Dat zijn dus 6 versies. Iedere versie kostte me dit keer dik 35 minuten qua bedenken, maken en kopiëren. Ze moeten qua niveau op elkaar afgestemd worden en ook qua tijd even lang duren… Daar moet dus flink over nagedacht worden.  Het nakijken en invoeren kost me ongeveer 3 minuten per leerling dus op een klas van 30 leerlingen ben ik ook nog eens 1,5 uur aan het werk.  Ik ben dus veel meer tijd kwijt dan de beschikbare 15 a 20 minuten voor- en nawerk per les.  …

En dan komt een leerling met een briefje. Dan moet ik een inhaal SO maken… Wederom rekening houdend met het niveau en de beschikbare tijd… Soms zijn er in een klas ook nog eens absenten… en zodra die wat langer afwezig zijn moet je daar op een ander moment wéér een ander SO voor maken… Behalve dat moet ik ook een uur inplannen, buiten mijn rooster om, op een tijdstip dat de leerling geen les heeft, dat hij of zij eea kan inhalen. En aangezien leerlingen allemaal een ander rooster hebben is het een zeldzaamheid dat ze allemaal tegelijk kunnen inhalen…

En dat alles voor een leerling met een grote mond, die weinig inzet toont in de les, een héle week de tijd had om eea in te plannen en mijn advies om eea te kopiëren en mee te nemen in de wind sloeg… Zucht.

‘Officieel’ werk ik 1,5 dag per week. Afgelopen weken ben ik eerder 20 á 25 uur per week bezig geweest dan de eigenlijke 12. … #Onderwijs

Ik klaag niet over m’n baan – zo bedoel ik bovenstaande dus echt niet! Ik sta graag voor de klas en kan het goed vinden met de meeste van m’n leerlingen. Ik geef ze graag meer tijd dan dat ik betaald krijg. Als het nodig is spendeer ik zelfs m’n vrije tijd aan bijles (onbetaald) of mijn pauzes  aan de voor hen zo belangrijke ‘onzinnige gesprekjes’ omdat ze nu eenmaal aandacht nodig hebben en verdienen …

Voor ouders is zo een briefje snel geschreven. Voor mij betekent zo een briefje extra werk. En als een leerling eea ruim van te voren wist, vind ik dat hijzelf daar de verantwoording voor hoort te dragen en niet ik … Of zie ik dat verkeerd?

(PS delen mag en doorsturen naar puber-ouders ook :P)

Afschaffen van Godsdienst leidt tot extremisme

godsdienstlesMijn baan staat op de tocht. Tenminste, in het najaar gaat het bestuur zich beraden over ‘mijn vak’. Of ik enige inspraak krijg valt ernstig te betwijfelen. Er moet nu eenmaal bezuinigd worden. En aangezien de overheid ook nog eens hogere eisen gaat stellen aan het reken- en taalniveau van onze leerlingen kunnen sommige vakken maar beter wijken voor extra uurtjes op dat vlak.  Het werd me vanmorgen meegedeeld bij de koffieautomaat. Zomaar, out of te blue. Nu ben ik blij dat ik het al min of meer in de wandelgangen had gehoord, anders was ik wel heel erg flabbercasted geweest. Maar waar in de gang nog werd gezegd dat het voorlopig alleen voor de bovenbouw gold… omdat godsdienst als examenvak zo, nouja  -impopulair- is… Maar de uitzondering voor de bovenbouw werd vandaag lichtelijk weggelaten.

Het feit dat het zo eventjes bij ‘de koffie’ werd medegedeeld vond ik – laat ik het netjes zeggen: niet zo correct. Ik kreeg gelijk te horen dat er ook een nieuwe collega voor mijn vak is aangenomen en dat ik dus geen uitbreiding van mijn uren krijg. Snap jij de logica nog? Enerzijds het vak ter discussie stellen, en anderzijds een nieuwe aannemen? Behalve dat vond ik het ook relatief frustrerend dat ik volledig buiten de sollicitatieprocedure werd gehouden. Ik moet notabene met de nieuweling gaan samenwerken …  Ik heb zo een beetje het vermoeden dat ze me niet mogen.  Maarja,  ik ben dan ook een heel moeilijk mens.

Anyway … het kan zo maar zijn dat het vak Godsdienst ineens niet meer gegeven wordt op de christelijke scholen in de wijde omtrek… Jammer. Erg jammer. En niet zozeer omdat je zo een stuk identiteit mist. Om de identiteit van de school maak ik me niet eens zo druk. Die geef je ook wel vorm in vieringen of whatever …  Ik vind mijn vak oprecht echt belangrijk. En of je het nu Godsdienst of Levensbeschouwing noemt, het zal me een worst wezen… Geef het kind een naam … het gaat om de inhoud. Kinderen moeten gewoon leren om qua geloofsovertuiging verder te kijken dan hun neus lang is. Of je nu Atheïst, Humanist, Christen of Moslim bent, de wijze waarop je je leven ‘beschouwt’ heeft verregaande gevolgen. Te ver om zomaar ‘klakkeloos’ de overtuiging van je omgeving te kopiëren.

Gebrek aan kennis en inzicht op dit levensbeschouwelijke vlak maakt kinderen vatbaarder voor manipulatie en dwaalleren van welke soort dan ook. Loze kreten kunnen ze niet in een juist kader plaatsen waardoor een verwrongen wereldbeeld zich zich op kan dringen met alle gevolgen van dien… Mijn havo en vwo-klantjes leg ik het altijd als volgt uit: Wanneer zij later onze ministers zijn, onze schoolleraren, directieleden, bestuurders van diverse bedrijven, dan willen ze weten hoe het beste leiding kunnen geven. Ze willen weten hoe ze zichzelf het beste in de wereld kunnen profileren. Wanneer ze totaal geen benul hebben van hoe mensen denken, of waar de verschillende wereldbeelden vandaan komen, hoe willen ze dan invloed uitoefenen? Wanneer jij je culinair bedrijfsuitje middenin de Ramadan plant zullen je moslimmedewerkers je dit niet in dank afnemen wat voor verstoorde verhoudingen in je bedrijf kan zorgen.  Of wat als je een bedrijf in het buitenland wil starten …  En dit zijn nog maar de ‘simpele’ voorbeelden.

Wanneer we onze pubers op tijd inzicht geven in de oorsprong van godsdiensten, wat hun basis / uitgangspunt is en hoe extremen hierin zich ontwikkelen, profileren en manifesteren … dan zijn ze misschien minder geneigd om zonder slag of stoot met godsdienstextremisten mee te hobbelen naar Syrië …  Niet alleen Syrië by the way… Hoeveel dwaalleren vind je niet binnen het christendom alleen al? Er worden soms meer leugens dan waarheden gepredikt waardoor velen zich onnodig schuldig, slecht of buitengesloten voelen en afknappen op God, geloof en kerk… Welke God, welk geloof en welke kerk dan ook … Dat een ander er vervolgens voor kiest wél te geloven is vervolgens onbegrijpelijk en voor je het weet zit je met nog meer D66-ers …:B (grijnz – is ’n inkoppertje :P)

Wat mij betreft is Godsdienst niet een vak waarin een school alleen maar haar identiteit ‘eventjes’ neerzet. Schuif je het vak onder Filosofie, dan mis je het maatschappelijke en godsdienstige aspect. Schuif je het onder maatschappijleer, mis je het filosofische en godsdienstige aspect … Godsdienst / Levensbeschouwing is een vak waarmee leerlingen heel bewust naar hun / naar ‘het’ leven leert kijken en besef kweekt van hoe ze vorm kunnen geven aan hun eigen overtuigingen, hoe anderen dat doen, en hoe je, ondanks verschillen – in harmonie kan samenleven …

Nu maar hopen dat ik over een jaar nog een baan heb…

‘Gewoon’ ís ‘bijzonder’ als je er voor je puber bent…

puberWat zijn (bijna) pubers toch kwetsbare mensen… Het dringt steeds meer tot me door dat deze volwassenen-in-wording onwijs veel aandacht nodig hebben. Misschien wel meer dan bij kleine kinderen, is het van belang dat hun ouders er voor ze ‘zijn’. Natuurlijk, ze kleden zichzelf, fietsen zelfstandig naar school, smeren hun eigen brood en hebben misschien al wel een baantje. De fysieke hulp waar kleintjes niet buiten kunnen, hebben zij niet meer nodig. Voor kleintjes kan je een oppas regelen als je moet werken. Maar van de ‘groten’ verwacht menigeen dat ze het wel alleen af kunnen. Hoezeer dat praktisch ook het geval kan zijn, jonge mensen hebben de áánwezigheid van hun ouders bijzonder hard nodig!

Een poosje geleden dacht ik hier thuis (hardop) na over een fulltime baan. Na een paar dagen maakten mijn (bijna)pubers me schoorvoetend duidelijk dat ze dat niet zagen zitten. Ze willen dat ik thuis ben wanneer zij dat zijn. “Waarom?” “Gewoon, daarom”. Geen echte reden en tegelijk het allerbelangrijkste argument : Ze willen dat het ‘gewoon’ is, dat ik er voor ze ben. ‘Gewoon’ – geen uitzondering. Ik hoef niet klaar te staan met cola en een koekje – liever niet zelfs want in praten hebben ze meestal geen zin. Maar het feit dat ik er ben – dat ze iemand hebben om bij thuis te komen- dat biedt ze veiligheid. Alles om en in hun veranderd. De ouder als stabiele factor is hun enige houvast. Als er wel wat aan de hand is hoeven ze niet te wachten tot ik doodmoe thuis kom en op de bank plof voor ze me kunnen ‘lastig’ vallen met hun dingen. Ik ben er ‘gewoon’. Ze vinden het niet ‘bijzonder’ dat ik er ben. ‘Bijzonder’ in de zin van ‘uitzonderlijk’ dan.

Ok, je kan zeggen ‘Dat zijn jouw kids’ – de meeste pubers hebben niet zoveel aandacht nodig…  Nou, als ik in mijn klassen kijk zie ik dat het toch voor de meesten geldt. In mijn pauzes komen vaak dezelfde leerlingen om aandacht vragen. Meestal de kids die je ook wel ‘sleutelkind’ kan noemen. Zonder verwijt naar de ouders overigens hoor. Je – ik –  weet niet waarom het nodig is of wordt geacht… daar blijf ik van af.

… Er is 1 leerlinge waar ik  hartzeer van heb. Haast iedere pauze vraagte ze wel om aandacht. Niet negatief hoor, en ook niet altijd even lang… Of ik dat en dat programma heb gezien, deze of die film heb gekeken … Ik vond het al bijna apart dat ze met zo simpele ‘praatjes’ bij me kwam.  Vorige week vertelde ze me dat haar ouders gescheiden zijn en ze haar vader nooit ziet. Moeder werkt van vroeg tot laat, is (logisch) moe wanneer ze thuis komt en duikt vaak nog voor achten haar bed in. Zijzelf zit de hele avond alleen voor tv. Ze heeft niemand om mee te kletsen, niemand die haar een keer verwent met samen onder een dekentje een zak chips leeg te vreten. Niemand om samen te lachen om die domme filmpjes. Niemand om haar favoriete programma mee te kijken. Ze heeft wel vriendinnen. Ze heeft wel een ‘hok’ waar ze in het weekend naar toe gaat. Maar ze mist een ouder die er ‘gewoon’ ís. Iemand die voor haar zorgt.  Zegt ze zelf.  En in de pauze maak ik altijd tijd als ze komt …

Ik zie het ook bij andere leerlingen…

Dus bij deze een oproepje aan alle (bijna)puber-ouders: je zoon / dochter mag dan heel zelfstandig lijken… Ze hebben het nodig dat jij er ‘gewoon’ bent. Het lijkt misschien dat ze je voor lief nemen. Maar wees juist blij als ze dat doen. Dat betekent dat ze beseffen dat je er voor ze bent! Verwacht niet dat ze al je vragen beantwoorden. Ga niet zitten wachten tot ze thuis komen. Maar zorg wel dat je er bent. Dat je samen lacht om domme video’s. Dat je samen praat over dat wat op het nieuws gezegd werd. Dat je samen die ene domme film – die jij al 50x gezien hebt- dat je die voor de 51ste keer sámen kijkt. … Waarom? ‘Gewoon’ –  Omdat het ‘gewoon’ moet zijn dat jij er voor ze bent.  Omdat ‘gewoon’ eigenlijk heel ‘bijzonder’ is…

Pestgedrag bestrijden helpt niet en toch weer wel…

pestenWebPesters zijn verschrikkelijk. Systematisch gepest worden is een drama.

Ikzelf ben jarenlang gepest geweest omdat ik als ‘protestant’ op een katholieke school zat. Zelfs moeder non die me in groep 8 les gaf had er een handje van om me ten overstaan van de hele klas voor schut te zetten. Pleinwachten – zogenaamde lieve en godvrezende zusters- negeerden het wanneer ik slachtoffer was van duw of trekwerk en daar maakten klasgenootjes dankbaar misbruik van.

Om me af te reageren gedroeg ik me verschrikkelijk tijdens de godsdienstles. God hielp me niet, dus zat ik Hem zo dwars als maar kon in dat ene uurtje. Wanneer de hele klas leuke dingen ging doen met één van de nonnen werd ik apart gezet in een achterafkamertje om protestantse les te krijgen door één of ander heerschap – Meneer Mantels- heette hij. Ik maakte het hem echt niet gemakkelijk. Twee keer per week kwam hij met zijn koffertje tegenover me aan een tafeltje zitten. Hij vertelde een bijbelverhaal en ik moest daar dan wat domme vragen over beantwoorden… Ik vond het verschrikkelijk – vooral omdat ik er door de populaire grietjes om uitgelachen werd. Dus gedroeg ik me als een adhd-er, PDD-NOSser, zware autist of crimineel, en – uiteraard- het liefst als alle vier tegelijk. Ik ging achterwaarts op mn stoel zitten, gooide m’n etui door het kamertje (natuurlijk terwijl ik hem strak bleef aankijken) of vertikte ik het een hele les om te praten… Eigenlijk pestte ik hem, besef ik nu. Maar hij bleef altijd even vriendelijk.

Ik misdroeg me mateloos – alleen in zijn les- daarbuiten kreeg ik de kans niet… tot dat … Voor de zoveelste keer was ik op het schoolplein voor schut gezet en voor de zoveelste keer zei de pleinwacht dat ik het zelf maar moest oplossen, mn knie was geschaafd omdat één van de jongens me had laten struikelen en ik had spuug op mn bril zitten. Ik trok het niet meer. Met tranen in de ogen en verslagen kwam ik het kamertje binnen en zakte neer op mn stoel. Hij luisterde 2 tellen, nam me bij de hand en samen liepen we het schoolplein af. 300 meter verderop, ergens in een soort van pastorie huisde meneer de directeur; een oude norsige brillenmans waarbij je het niet in je hoofd haalde hem tegen te spreken. Zonder kloppen stormde mijn leraar het kantoor in, zette me vriendelijk in één van de fauteuils en nam het voor me op. Hij schold niet, bleef netjes, maar zijn toon dulde geen tegenspraak. Er moest en zou wat aan gebeuren en meneer directeur – zijn werkgever-  zou daarvoor zorgen, nu… Nog nooit had iemand het zo voor mij opgenomen. Nog nooit had iemand zo openlijk NIET getwijfeld aan hoe ik de dingen ervoer. Nog nooit had iemand erkend dat ik hier het slachtoffer was …

Ik weet nog dat ik het hele gesprek zat te wachten op het moment dat hij ook even uit de doeken zou doen hoe verschrikkelijk ik me gedroeg maar in plaats daarvan maakt hij de ander even heel duidelijk dat ik te waardevol was om zo nog langer behandeld te worden. Ik stond perplex. En ik was beschaamd.

Ik wou dat ik kon zeggen dat het pesten aangepakt werd, dat juf ‘zuster’ me niet meer vooraan de klas voor schut zette… Nee, het ging gewoon door. En toch was het allemaal anders… iemand had het voor me opgenomen.  Iemand had me naar waarde geschat. Dat ben ik nooit vergeten.

Godsdienst (on)belangrijk voor het onderwijs?!

Pff, als ik iets niet leuk vind in het onderwijs, dan is dat het geven van een 1. Maar helaas, soms kan je niet anders. Het ergst is het geven van een 1 wanneer het arme kind zich een eind in de rondte heeft geleerd maar alsnog alles fout heeft geantwoord. Gelukkig heb ik dat in bijna 12 jaar onderwijs maar 2 of 3 keer meegemaakt. Ook, erg, maar dan op een heel andere manier is wanneer je een leerling ziet spieken tijdens een overhoring. Vandaag was dat het geval, en met een stevige knoop in de maag verzocht ik de dame in kwestie kordaat of ze haar blaadje kwam inleveren. In een fractie zie je dan tegelijk verbazing, teleurstelling en onzekerheid. Ze is niet dom, die jonge meid, maar een slimme actie kan je dit ook niet noemen. Na afloop van de les probeerde ik haar te ‘vermanen’… en dan hoop ik vooral recht te doen aan de bijbelse zin van dit woord; dat het tegelijk als bemoedigend en opbouwend ervaren word.

Maar weinig leerlingen spieken gewoon ‘omdat het kan’ of omdat het een stuk ‘makkelijker’ is. Meestal gaat er een heel verhaal aan onzekerheid of gevoel van onvermogen aan vooraf. En het is precies dat wat ik zo jammer vind. Helemaal voor ‘mijn’ vak vind ik het zo onnodig. Wie bij mij duidelijk zijn best doet: die eindigt nooit met een onvoldoende! Wees gerust, ik doe niet af aan het belang of de inhoud van het vak Godsdienst! Wanneer ruim 80% van de wereldbevolking ‘gelovig’ is (in wat voor zin dan ook) dan is het maar wat nodig om de leerlingen hierin te onderwijzen (ook al zit het gros van de 20% hier in het Westen). Zo had ik vandaag een eerste klas die bomvol vragen bleek over het ‘mogelijk bestaan’ van een enge geestenwereld en waar er tal van verhalen bekend waren van schimmige ervaringen die ooit door deze of gene was doorverteld. Dan kom je op een moeilijke scheidslijn… je kan niet alles afdoen als onzin of toeval (al zou je dat graag willen: dan doe je ze tekort in hun geloof en vertrouwen in bepaalde personen) – maar je kan onmogelijk alles erkennen als ‘waarheid’. Boeiende gesprekken komen dan op gang, en menig antwoord leidde vandaag tot meer vragen. Het is belangrijk die vragen toe te staan, openlijk te bespreken, ze kennis te laten maken met mogelijke antwoorden en ze vooral te leren hoe je (enigszins) zin van onzin kan onderscheiden.

Soms is het best pittig – om dan temidden van al die ‘afleidende’ vragen en ervaringen – een duidelijke lijn uit te zetten hoe je ze gestructureerd leert nadenken. En vooral het mezelf houden aan die lijn lijkt dan de grootste uitdaging.  Nee, helaas blijft de grootste uitdaging heel wat anders: dat álle leerlingen leren geloven en vertrouwen in zichzelf, in hun eigen mogelijkheden, in hun eigen waarde – ongeacht hun levensbeschouwing of dat van anderen … En misschien vind ik daarom mijn vak wel het belangrijkst…

Omhoog ↑