Is ‘in de kont boren’ nou normaal?

Mijn vorige blog doet het misschien vermoeden… dat onderwijs alleen maar geweldig mooi is. Dat je als docent onwijs veel kan bijdragen en dat er zoveel mooie krenten in de pap zitten.

Maar het is tijd voor de andere kant van het verhaal. Het is soms ook afzien. Al zitten er vaak heerlijke krenten in de pap, soms is de pap vreselijk zuur en smerig.

Deze week spendeerde ik op mijn vrije dag maar liefst 4 uur om een nieuw lesprogramma in elkaar te draaien. Iets vernieuwend, iets activerend, iets leuk en tegelijk ook leerzaam. Iets anno 2022.

Het werd een Kahoot-achtige LessonUp-les met heel veel actieve vraag-elementen waarbij leerlingen via hun mobieltje mee konden doen. Er waren sleepvragen; dan moeten ze vakjes naar het juiste kernwoord slepen. Er waren invulvragen, vragen waarbij ze konden gokken, ik had er zelfs mogelijke toetsvragen in verwerkt. En dat laatste wisten ze – ze mochten zelfs screenshots nemen als extra hulp voor bij het leren.

Je zou denken dat ze het leuk vinden. En dat ze dan meedoen… er de aandacht bij hebben. Tenminste, dat had ik wel verwacht. De afgelopen 5 jaar kreeg ik met dit soort lessen alleen maar heel positieve feedback van ‘mijn pubers’ . Maar deze keer liep dat anders. Ik worstelde me door de lessen heen. Ik bleef waarschuwingen uitdelen en ik werd steeds meer een politie-agent in plaats van een docent. Mijn humeur daalde tot een dieptepunt.

Gelukkig konden de laatste twee klassen van de dag de werkvorm wel waarderen en deden zij actief, enthousiast en gezellig mee. Dat maakte in ieder geval dat ik de dag niet negatief eindigde. Dacht ik. Maar ik had te vroeg gejuicht.

Uitgeteld na zo een lange lesdag gevolgd door 1,5 uur file plofte ik thuis op de bank… ik dacht even lui te scrollen door mijn socials. Fout.

‘U bent mijn docent – zal ik u in de kont boren?’

Deze reactie op 1 van mijn domme TikTok-filmpjes had ik niet verwacht. In een reflex verwijderde ik hem. Had iemand dit gezien? Wat moeten mensen wel niet van me denken? Hoe lang stond dit er al op? Geef ik zo slecht les? Heb ik zo weinig feeling met mijn leerlingen dat ze dit als reactie posten?

Wat bezielt een puber om dit naar zijn lerares te schrijven? Hoe fout loopt de opvoeding dan? Of hoe fout heeft de maatschappij dit kind behandeld dat hij denkt dit openbaar te kunnen schrijven? Of hoe ziek is dit kind zelf? Of … hoe fout doe ik het voor de klas?

Uiteraard was het een anoniem account. Uiteraard heb ik dat account gerapporteerd. En uiteraard doet TikTok daar niets mee.

Ik heb direct ook mijn TikTok naar privé omgezet. Ik verwijderde ook gelijk de laatste tich posts. En ik twijfel nog steeds om mijn TikTok account helemaal te sluiten. Ondank de lol die ik eraan beleef. Ondanks de leuke contacten die je op dit platform hebt.

En ik ben met heel bewust dat dit precies dezelfde reactie is als iemand die fysiek wordt aangerand; je zoekt de schuld in eerste instantie bij jezelf. Je gaat zoeken naar waar jijzelf steken hebt laten vallen. Terwijl niets of niemand een dergelijke (verbale) aanranding kan vergoelijken.

Het is zelfs strafbaar. En wat doe ik? Ik zoek de schuld bij mezelf. Waanzin.

En in mijn achterhoofd vraagt een gemeen stemmetje zich af ‘Als dit onderwijs is, kan ik dan niet beter stoppen?’

Als je ‘maar’ vmbo doet…

Omdat ik maar vmbo doe wil dat niet zeggen dat ik minder mijn best doe!”

Zo, dat kwam er even fel uit. De frustratie druipt ervan af. Uitdagend gaat haar kin omhoog, schouders gaan naar achter en de armen over elkaar.

Voor ik verder ga; je weet bij dit soort blogs van mij nooit of het daadwerkelijk over een jongen of meisje gaat. Of over een persoon die zich anders identificeert. Want ik verdraai de feiten zo zodat de boodschap van het verhaal wel duidelijk wordt, maar dat het onmogelijk is te achterhalen over wie het feitelijk gaat. Privacy noemen ze dat.

Maar ze (of hij) zat daar dus in mijn klas even heel defensief te wezen. Het is mijn tweede lesdag op deze school maar de eerste keer dat ik voor deze dames en heren sta. Onmiddellijk krijgt ze bijval; “Vmbo is misschien een lager niveau maar we doen ook maar gewoon ons best.”

Ik weet al niet meer wat de aanleiding was tot deze uitval. Maar ik heb overduidelijk een snaar geraakt. “Wie denkt dat je minder je best doet omdat je maar vmbo doet?”

“Mijn vader! Want mijn broer doet havo en als hij een 6 haalt is dat zo erg niet, maar wanneer ik een 6 haal is dat omdat ik altijd op mijn telefoon zit.” Terwijl ze dit met rollende ogen zegt maken haar vingers de beweging voor haakjes – om extra duidelijk te maken dat ze zich niet serieus genomen voelt en dat ze helemaal niet altijd op haar telefoon zit.

Ik haal even adem. “Tjonge.” Zeg ik. En ik laat een stilte vallen. “Willen jullie weten wat ik denk over vmbo?” Er wordt voorzichtig doch onhoorbaar geknikt. En ik zie dat een aantal wat rechter gaat zitten, alsof ze zich klaarmaken voor een vernietigende klap.

“Vmbo is niet lager geschoold. Het is praktisch geschoold. Vmbo betekent niet dat je dom bent. Helemaal niet. Ik denk dat een heleboel ‘hoog’ geschoolden – nu maak ik die haakjes beweging met mijn vingers- geen idee hebben hoe je een cv reinigt en controleert, of wat er aan mijn auto mankeert wanneer er lampjes gaan branden. ‘Hoog’ geschoold is vooral met je neus in de boeken. In theorie weet je het dan wel allemaal, maar dat hoeft niets te zeggen over de praktijk.

En to be honest; dat hele idee dat hoger opgeleid (weer maak ik die haakjes) beter zou zijn en betere banen levert is dikke flauwe kul. Want deze samenleving heeft een groot tekort aan mensen die praktisch opgeleid zijn en weten wat ze moeten doen. We hebben mensen tekort aan de bedden in de ouderenzorg, we hebben op alle fronten mensen tekort in de bouw en als mijn vaatwasser stuk is moet ik drie maanden wachten voor er een monteur is die tijd heeft om dat ding te repareren.

Vmbo is praktisch geschoold en onze maatschappij heeft het inderdaad nodig dat jullie je best doen. Simpelweg omdat we jullie nodig hebben. Heel hard nodig.”

Even is het stil. De eerste scheuren in de muren van hun verdediging worden zichtbaar. Tenminste dat hoop ik. En dan piept er een stemmetje…

“Wilt u dit ook een keer tegen mijn vader zeggen?”

Een nieuwe baan – met volle angst vooruit!

Solliciteren … ik had de keuze … ik moest niet weg waar ik zat. Ik zat er al 15 jaar… Maar heel erg naar mijn zin had ik het er al even niet meer. Begrijp me niet verkeerd, ik heb erg leuke collega’s en de leerlingen zijn oprecht lieve schatjes. Maar 15 jaar op dezelfde plek heeft wel het risico dat je vastroest. Roest in je eigen manier vandoen, maar ook roest in het maar accepteren dat alles loopt zoals het loopt. En vooral dat laatste werd een dingetje. Ik merkte dat ik steeds vaker met tegenzin opstond. Het oneens was met bepaalde beslissingen. Al moe werd bij de gedachte aan bepaalde vergaderingen … en dat er een soort onvrede in me borrelde. En dat terwijl ik lesgeven oprecht 1 van de leukste dingen vind!

En ergens viel er op een bepaald moment een druppel. Of een muntje … tis maar hoe je het bekijkt. Ineens was ik er klaar mee om altijd maar voor de veilige en gemakkelijke weg te kiezen. Ineens besloot ik dat ik niet wilde hangen in iets wat me aanzette tot chagrijnen. Ik was ook klaar met mezelf. Een proces van wikken en wegen begon; vaste baan opzeggen of niet?  Helemaal stoppen in het onderwijs en ga ik vol voor mijn bedrijf, of doe ik iets minder zus en meer zo …? En ik hakte de knoop door…

Impulsief als ik ben gooide ik er gelijk een heel stel sollicitatiebrieven uit. Boy wat heb ik onderschat hoeveel energie dat solliciteren kost! Vooraf dacht ik ‘Er zal vast niets leuk te vinden zijn’ en ‘Wie wil mij nou?’ … Vlak voor en in de meivakantie werd het even heel benauwend. Ik werd op meerdere plekken uitgenodigd voor een gesprek. En op meerdere plekken ervaarde ik een klik en bleek dat wederzijds … Op 1 van de scholen liep ik ook twee lessen mee, en uiteraard maakte ik op ‘Sara’s wijze’ aantekeningen (zie foto).

De allereerste school waar ik op gesprek ging, was tegelijkertijd ook de school die het verste weg was. Maar liefst 45 minuten rijden – als het verkeer enorm meezit. Na het tweede gesprek heb ik er op de terugweg zelfs 1,5 uur over gedaan. En intussen had ik ook al een aanbod van een andere school dichterbij. Maar toch is het die school verderop geworden.

Aan het einde van dit schooljaar zeg ik het ISW in ’s Gravenzande vaarwel en start ik in augustus op het Teylingen college in Oegstgeest. Heb er zoveel zin in!  Ja dat rijden zal een dingetje worden, qua tijd, energie en qua brandstof … Maar dat obstakel zie ik dan wel weer… En als iemand nog een potje heeft voor een elektrische auto; ik hou me aanbevolen, haha.

Dit betekent overigens NIET dat ik stop met tekenen en workshops geven. Sterker nog, ik hoop dat deze switch, na een gedegen opstart- en wenfase, me juist meer tijd en energie op zal leveren om jou nog meer te voorzien in leuke ideetjes, workshops en inspiratie. 

Ja, het is een risico – ik ruil een vaste baan in voor iets tijdelijk … en wat als ik het niet leuk vind? Of ik beval hen niet? Of wat als het rijden me danig gaat tegenzitten? Of wat als …

Tja, no guts no glory.  Ik ben er klaar mee om te leven in de ‘wat als’-sfeer.  Ik heb er zin in en ik ga ervoor.

Met volle angst vooruit!

Yes you can

(English: scroll down)

Mevrouw, ik ga dit nooit kunnen.’ ‘Dit red ik niet in een half uur!’

Mijn leerlingen zijn in een lichte shock.  In Magister schreef ik dat we een toets zouden maken maar dat ze er niet voor moesten leren; ze zouden de toets zelf moeten ‘maken’ – als in ‘ontwerpen’.  Desondanks was er een enkeling die zo onzeker werd dat hij ’s avonds toch nog een uur spendeerde om het hoofdstuk een keer extra door te spitten. Een ander kwam zenuwachtig de klas binnen ‘Mevrouw, ik snap het niet, hoe kunnen we een toets maken zonder te leren?’

Elke week zet ik keurig in Magister wat we elke les gaan doen, wat ze daarvoor nodig hebben, wat het huiswerk is enz.  Maar blijkbaar was het deze keer niet helemaal duidelijk.  Welke docent laat zijn leerlingen nu ook zelf de toets ontwerpen? Compleet onlogisch toch?

Nou, helemaal onlogisch vind ik het niet.  Bij aanvang van de les stel ik ze gerust. “Vertrouw op mij, ik leg uit wat je moet doen, en ik help je het te kunnen.” De rust keert enigszins weer; dat zie ik aan de lijven die even wat meer ontspannen op hun stoel onderuit zakken. Ik leg uit wat het verschil is tussen kennisvragen en inzichtsvragen en wat een toepassingsvraag is …  uiteraard met een grapje tussendoor. De klas moet gelukkig lachen (en nee, dat doen ze niet bij al mijn grapjes). Beetje bij beetje gaat de spanning eruit.

Met “Het is niet makkelijk, maar ik geloof echt dat je het kan.” eindig ik mijn pleidooi.  

Vooraan zit er een dame die gelijk de schouders laat hangen. Ik zie vertwijfeling. Langzaam gaat de vinger omhoog.

“Mevrouw, ik ga dit nooit kunnen.”

“Ik denk van wel. Als je niet in jezelf gelooft, geloof dan in mij, en dat ik geloof dat jij het kan.” De vertwijfeling maakt een seconde lang ruimte voor een glimlach maar keert dan weer terug.

“Dit is een oefening.” Ga ik verder, “Het proces van dit te oefenen en te leren is belangrijker dan het resultaat. Durf het proces aan te gaan. Fouten maken mag. Ik geloof echt dat je het wel kan. Begin maar gewoon. Je mag me halverwege om hulp vragen en dan help ik je verder.”  Vertwijfeling sluimert. Zachtjes vervolg ik “Nog voordat je het hebt geprobeerd zeggen dat je het niet kan is een soort van jezelf in de weg zitten. Zelf-sabotage. Gewoon durven en doen. Je kan het wel!” Een dapper knikje volgt.

Achterin verschijnt een nieuwe vinger “Mevrouw, dit red ik niet in een half uur”

“Ik denk van wel, maar neem je tijd en kijk maar hoe ver je komt.”

En dan komt de allerbelangrijkste vraag. Vanuit hun perspectief tenminste: “Mevrouw, is het voor een cijfer?”

“Moet dat? Ik denk dat jullie ook goed je best doen en er veel van leren wanneer het niet voor een cijfer is.”

“Dat denk ik ook, mevrouw”  En in stilte begint de klas te werken.

(En ja ze konden het wel, ook binnen de gestelde tijd!)

Ma’am, I’m never going to be able to do this.” “I can’t make this in half an hour!”

My students are in mild shock. In the electronic learning environment I wrote that we would make a test but that they should not learn for it; they should “make” the test themselves – as in “design”. Nevertheless, there was a few who became so insecure and one still spent an hour in the evening to go through the chapter once more. Another one nervously entered the class “Madam, I don’t get it, how can we make a test without learning?”

Every week I neatly write what we are going to do each lesson, what they need for that, what the homework is, etc in the electronic learning environment. But apparently it wasn’t completely clear this time. What kinda teacher let students design a test themselves? Completely illogical right?

Well, I don’t think it’s completely illogical. I reassured them at the start of the lesson. “Trust me, I’ll explain what to do, and I’ll help you do it.” Peace returns somewhat; I can see that in the bodies that slump a bit more relaxed in their chairs. I explain the difference between knowledge questions and insight questions and what an application question is… of course with a joke in between. The class has to laugh happily (and no, they don’t do that with all my jokes). Little by little the tension disappears.

With “It’s not easy, but I really believe you can.” I end my plea.

In the front there is a lady who immediately lets her shoulders hang. I see despair. Slowly her hand goes up.

“Ma’am, I’m never going to be able to do this.”

“I think you are. If you don’t believe in yourself, then believe in me and that I believe you can do it. ” The despair makes room for a smile for a second, but then returns.

“This is an exercise.” I continue, “The process of practicing and learning this is more important than the outcome. Dare to take the trial. You can make mistakes. I really believe you can. Just start. You can ask me for help halfway through and I will help you. ” Despair lurks. Softly I continue, “Saying you can’t even before you’ve tried it is kind of getting in the way of yourself. Self-sabotage. Just dare and do. You can do it!” A brave nod follows.

In the back a new finger appears “Madam, I can’t make this in half an hour”

“I think so, but take your time and see how far you can get.”

And then comes the most important question. At least from their perspective: “Ma’am, are you giving it a grade? I don’t want to get a C or less.”

“Is it necessary that everything counts? I think you can also do the best you can and learn a lot from it when it is not for a grade.”

“I think so too, ma’am.” And the class begins to work in silence.

(And yes they could, even within the allotted time!)

Chaos enthousiasmeert.

(English : scroll down)

Het is chaos in mijn lokaal. Herstel, nee, er heerst een complexe orde. Het geluid van gegiegel en gegrinnik ontsnapt de mondmaskers. Een frisse wind doet de rolgordijntjes klapperen maar geen van mijn leerlingen heeft daar erg in. Ze zijn te druk met door het lokaal lopen. Voor zover mogelijk uiteraard op afstand. Op hun onderarm plakken gele post-it briefjes. Wil de ander ze lezen moeten ze hun arm strekken… Af en toe dwarrelt zo een post-it op de grond maar ze zijn te waardevol om te laten liggen.

“Ja, hij is van mij! Nu heb ik er al 8!” hoor ik enthousiast. “Nee, want je antwoord was fout loser, teruggeven, lees maar in het boek!” twee koppies duiken in het boek en controleren wie gelijk had. “Ow ja, ok.” En het papiertje wisselt weer van eigenaar.

Aan de andere kant van de klas loopt één van de dames stoutmoedig naar één van de jongens. Want uiteraard, geheel volgens de onbewust geldende normen mengen de genders zich bij aanvang niet. Pas wanneer het niet anders kan zie je dat ze zich met lood in de schoenen naar de andere sekse wagen. Ok, ik overdrijf een beetje. Beetje maar.

“Mevrouw, kijk ik ben de bom! Ik weet gewoon alle antwoorden.” 1 van mijn stuudjes vindt dat ze zichzelf overtroffen heeft. Dat ze de kaartjes allemaal aan de binnenkant van haar jasje heeft geplakt en vervolgens als een lokale potloodventer door de klas loopt negeer ik even. Ze is met de opdracht bezig. Fanatiek. Ik besluit wat olie op het vuur te gooien en verkondig “Nog 3 minuten, dan kijken we wie de meeste kaartjes heeft verzameld. De jongens of de meisjes.” Onmiddellijk bruist er iets. Nee het fanatisme spuit alsof er een pepermuntje in een colafles werd gedropt. Losse flodders verzamelen zich tot twee teams waarbij elk lid de heersende aap op de rots helpt aan nog meer briefjes.

“Wat was jouw vraag?” “Wie is Soren Kierkegaard?” “Oh,” zegt een ander, dat weet ik in het boek staan.” En twee ogen lezen in sneltreinvaart wat er ook alweer te leren viel over deze filosoof. Alles voor een post-it.

De vragen hadden ze elk zelf bedacht en op 3 post-its geschreven. Afpakken mocht alleen als ze het antwoord van andermans vraag wisten. Het boek gebruiken mocht. Het werd zelfs aangemoedigd. Maar toch gloort er triomf in menig ogen wanneer het juiste antwoord zonder boek gevonden wordt.  

De meiden wonnen. Maar de jongens waren niet minder fanatiek. Dus eigenlijk heb ik gewonnen, maar dat zeg ik lekker niet.

(Volg me op instagram, LinkedIn of Facebook: @saralindenhols #crazyteacher) Vanwege privacy verdraai ik soms wat feiten.

My classroom is in chaos. Redress, there’s a complex order. The sound of giggles and chuckles escapes several face masks. The wind makes the blinds flap but none of my students is aware of that. They’re too busy walking around. As far as possible they keep the requiered distance. Yellow post-it notes are stuck on their forearms. Every now and then a post-it drifts to the ground, but they are too valuable to pass up. 

“Yes, it is mine! Now I already have 8! ” Enthousiasm. “Not, your answer wasn’t entirely correct, give it back, read the book!” two heads dive into the handbook to check who was right. “Oh yes, ok.” And the little yellow piece of paper changes hands again. 

On the other side of the class, one of the ladies boldly walks over to one of the boys. Entirely in accordance with the unconsciously applicable regulations, the genders do not mix at the outset. Only when there is no other way they venture to the opposite sex with lead in their shoes. Okay, I’m exaggerating. A bit. Just a bit. 

“Ma’am, look I’m the bomb! I know all the answers. ” 1 of my students thinks she has outdone herself. I ignore for a moment that she has stuck the cards all to the inside of her jacket and walks through class as the local flasher. She’s working on the assignment. Fanaticly. I decide to add some fuel to the fire and announce “Just 3 more minutes and we’ll see who has collected the most tickets. The boys or the girls. ” Immediately, something buzzes. No, the fanaticism sprays as if a peppermint was dropped into a coke bottle. Two seperate teams are formed with each member helping the reigning monkey on the rock to gather more and more notes. 

“What was your question?” “Who is Soren Kierkegaard?” “Oh,” says another, that’s on page 65. ” And two pairs of eyes read at speed what could be learned about this philosopher. 

They each came up with the questions themselves and wrote them on 3 post-its. Taking away was only allowed if they knew the answer to someone else’s question. The book was allowed to use. In fact, it was encouraged. Yet there is triumph in many eyes when the correct answer is found without a check up.  

The girls won. But the boys were no less fanatic. So actually I won, but I’m not gonna tell them. . 

(Follow me on instagram or facebook)

Hoe dan?

(Scroll down for English translation)

Verdwaasd kijken ze elkaar aan. “Hoe dan?!” Ongeloof en twijfel flitsen heen en weer. De hele klas is gaan staan terwijl zij twee, als enigen, bleven zitten.

Quasi teleurgesteld kijk ik ze aan. “Goh, dat had ik niet van jullie verwacht. Wel typisch dat jullie wéér de enigen zijn die blijven zitten. Heb je echt wel goed nagedacht over de stellingen?”

Ik zie ze vertwijfeld achterom kijken, controlerend of echt iedereen is gaan staan. Voor de zekerheid lezen ze nogmaals de stelling op hun blaadje ‘Schelden met kanker moet kunnen.’ Een leerling achterin doet er een schepje bovenop “We hebben tegenwoordig een goede gezondheidszorg, dus lang niet iedereen sterft nog aan kanker en we schelden ook met tering enzo. Ik vind het wel kunnen.”

Ongeloof in slechts 2 paar ogen.

De volgende stelling op het blad is aan de orde en ik laat mijn stem extra ernstig klinken. “De leerplicht moet verhoogd worden naar 21 jaar. Wie eens is gaat staan, wie oneens is blijft zitten.”

Weer gaat de hele klas staan behalve de hetzelfde stel voorin. En weer kijken ze ontsteld in het rond. Eentje twijfelt nog, gaat half staan, weer zitten, mompelt iets van meer kans op een baan maar … kijkt weer achterom.

“Nou, je bent de hele tijd al blijven zitten, misschien heeft de groep wel voldoende redenen bedacht waarom ze het eens zijn met deze stelling.”

Ik heb hem over de streep gehaald. Met zichtbare tegenzin en hangende schouders schuift hij zijn stoel definitief achteruit en gaat staan.

“Hoe dan?! Echt, jullie zijn niet wijs.. hoe dan?” De laatst overgebleven leerling kan wat er nu gebeurt duidelijk niet bevatten. Zijn nonverbale communicatie schreeuwt verbijstering en ongeloof.

De klas barst in lachen uit.

“Jullie hadden een ander blaadje dan wij. Bij ons stond na elke stelling hoe we moesten reageren, dit was een test.”

Als een ongelovige Thomas grist hij het blaadje van zijn achterbuurman van tafel… een grijns verschijnt en de handen zwiepen in overgave in de lucht “Ik ben genaaid! Sjemig, ik ging echt twijfelen aan mezelf!”

“Kijk,” zeg ik “en dat is precies wat groepsdruk met je kan doen – hoezeer je je er ook tegen verzet.”

(Ik geef levensbeschouwing – nu gaat het over groepsdruk en verzet- wat is jouw superpower? 😉)

Follow me on instagram.

They look at each other in a daze. “How?!” Unbelief and doubt flash back and forth. The whole class stood up while the two of them, alone, remained seated.

I look at them, almost disappointed. “Gosh, I didn’t expect that from you. Isn’t it typical that you again are the only ones who stay put. Have you really thought carefully about the statements I handed to you? ”

I see them looking around, desperately, checking if really everyone stood up. To be on the safe side, they read the statement on their paper again: “Swearing with cancer should be considered normal.” A student in the back adds a little extra to it: “We have good health care nowadays, so not everyone dies from cancer anymore and we also scold with other diseases. So, I think it is normal. ”

Incredulity in just 2 pairs of eyes.

The next statement on the sheet comes up and I let my voice sound extra serious. “Compulsery education must be increased to 21 years. Those who agree will stand up, those who disagree will stay put. ”

Again the whole class stands up except for the same couple in the front. And again they look around alarmed. One is still in doubt, stands up halfway, sits down again, mumbles something about more chance of a job, but … looks back again.

“Well, you’ve been sitting there the whole time, maybe the group has come up with enough reasons why they agree with this statement.”

I convinced him. With visible reluctance and drooping shoulders, he pushes his chair back and stands up.

“How?! Really, you aren’t .. how? ” The last remaining student clearly cannot comprehend what is happening now. His non-verbal communication screams bewilderment and disbelief.

The class burst out laughing.

“You had a different assignment. After each statement, our paper stated how we should respond, this was an experiment. ”

Like a disbelieving Thomas, he snatches his back neighbor’s paper from the table … a grin appears and his hands whip in surrender in the air “I’m screwed! Shame, I really started to doubt myself! ”

“Look,” I say, “and that’s exactly what peer pressure can do to you – no matter how much you try to resist.”

I teach life religion. What’s your superpower?

Hou je bek / shut the * up.

Mensen horen zelden het hele verhaal. Meestal horen ze alleen maar dat wat ze willen horen. Tenminste – dat denk ik zo af en toe. En maar al te vaak reageren we vooral of alleen op dat wat we niet goed vinden.

De afgelopen weken spendeerde ik in mijn lessen veel aandacht aan het sociaal-emotionele welzijn van m’n leerlingen. Ze kregen de kans om zich in woord en daad te uiten. En onder het mom van ‘eerst moet eruit wat erin zit’ vond ik het dus niet erg wanneer ze een keertje boos, gefrustreerd of grofgebekt waren. Zodra de boel uitgesproken op tafel lag startten we in het in oplossingen leren nadenken. Er werd wat afgelachen en plezier gemaakt…

En toen kwam de ouderavond.

1 enkele vader wilde me spreken. En ik werd zenuwachtig. Ik heb meer dan 350 leerlingen. Als er dan 1 is die me wil spreken… mijn stagiaire zei nog ‘Het kan toch ook om iets goed gaan?’. Maar mijn ervaring zei me anders. Ouders plannen zelden een gesprek met de docent waar ze het goed vinden gaan.

Een kwartier te vroeg logde ik in. Nu geef ik al 18 jaar les… maar ouderavonden blijf ik vreselijk vinden. Het voelt altijd alsof je op het matje wordt geroepen. Ligt vast aan mij.

Vader en dochter kwamen in beeld. En al heel snel hoorde ik de woorden ‘… ja daar wou ik het over hebben, want daar waren we niet over te spreken…’

Laat ik vooropstellen dat de jongedame een geweldige leerlinge is. Van haar wil je er wel 10 in je klas; altijd enthousiast meedoen, beleefd, sociaal, eerlijk, betrokken. Echt. Het type leerling wat altijd vrolijk je lokaal binnenkomt en jou als docent niet straal voorbij loopt maar vriendelijk groet voor ze gaat zitten.

Dát hardwerkende meisje – had tijdens 1 van de ‘wat-erin-zit-moet-eruit’-opdrachten de woorden ‘hou je bek’ uitgesproken. Ter verdediging: ze speelde een rol. Pruiken en hoeden legde de nadruk op verborgen emoties… En omdat ze aan het vloggen waren was dit op camera vastgelegd. Ze had het in al haar enthousiasme zelf aan haar vader laten zien…

Mea culpa. Dat ik als docent toesta dat een leerling iets dergelijks zegt.

Ik had haar een 10 gegeven voor het zzap-cijfer. (zelfreflectie, zelfredzaamheid – attitude en inzet – probleem oplossend denken) maar waar ging de focus naar?

Hou je bek.

(Oh. Misschien onnodig om te zeggen: Ook deze blog is maar 1 kant vh verhaal – ik verwijs je graag naar mijn Disclaimer 🤪 + vanwege de privacy verdraai ik soms wat feiten.)

People rarely hear the whole story. Usually they only hear what they want to hear. And too often we only react to what we don’t like.

In the past few weeks, I’ve spent a lot of time taking care of the social-emotional well-being of my students. During lessons they were given the opportunity to express themselves in word and deed. And under the guise of “get out what’s in it first,” I didn’t mind when they were a little angry, frustrated or even a little rude. As soon as they expressed their true feelings, we started learning to think in terms of solutions. There was a lot of laughing and having fun involved …

And then came the parents’ evening.
1 single father wanted to speak to me. And I got nervous. I have over 350 students. If there is one person who wants to talk to me … my intern said “It could also be a good thing, right?”. But my experience told me otherwise. Parents rarely schedule a meeting with the teacher when things are done well.

I logged in fifteen minutes early. I’ve been teaching for 18 years now … and still this part of my job is the worst. It always feels like you have to defend yourself while fighting for their kids…

Father and daughter appeared on my screen. It didn’t take long before I heard the words “… yes I wanted to talk about that, because we were not happy about that …”

Let me say upfront : the young lady is a wonderful student. You want 10 of her in your class; always enthusiastic, polite, social, honest, involved. For real. The type of student who always happily enters your classroom and greets you friendly before she sits down.

That hard-working girl – had uttered the words “shut the * up” during one of the “what’s-in-must-out” assignments. In my defense, she played a part. Wigs and hats emphasized hidden emotions … And because they were vlogging this was captured on camera. She had shown it to her father in all her enthusiasm …

Mea culpa. That I, as a teacher, allow a student to say something like that.

I gave her a 10 for the ssap-grade. (self-reflection, self-reliance – attitude and commitment – problem-solving thinking) But where did the focus of the parents go?

Shut the * up.

Levensbeschouwing

Levensbeschouwelijke Vorming

Yes! We mogen weer!
Het nu nog lege lokaal wordt volgende week weer (deels) gevuld. Het #thuisonderwijs voor ‘mijn’ pubers duurde langer dan een zomervakantie… verhoudingen binnen de klas verwaterden, achterstanden werden opgebouwd, de zelfredzaamheid nam gelijk met de motivatie af.

Maar straks mag ik mijn stuudjes weer ontvangen! Het real-life lesgeven gaat eindelijk weer van start. Waar aan het begin van elk schooljaar de aandacht vooral gaat aan het elkaar (weer) leren kennen zal dat ook deze keer weer het geval zijn.

Helemaal met mijn vak vind ik dat ik moet inspelen op het onderliggende gevoel. Voor deze jonge volwassenen-in-wording is het zó belangrijk om gezien, gehoord en begrepen te worden. Hun perspectief en ervaringen doen ertoe. Ongewild en niet altijd even bewust hebben de maatregelen en het thuis zitten enorme invloed op hun kijk op het leven. Het #perspectief waarmee ze het schooljaar startten zal niet langer hetzelfde zijn.

Dus vóór we enthousiast de boeken in duiken moet hier aandacht voor zijn.
Dus de eerste lessen gaan we samen tekenen, praten, vloggen en reflecteren. Want ook dat – of misschien juist dat- is #LevensbeschouwelijkeVorming.

Geen vak om op te bezuinigen. Just saying.

Modern?

“Zo, met drie schermen tegelijk lesgeven? Dan bent u een van de modernere docenten die ik ken – zeker van uw leeftijd.”

Het was een jonge knul. Een gedreven en enthousiast docent in opleiding. Ik vergeef hem zijn belediging en hou me maar vast aan zijn compliment: hij vond me in ieder geval hip en modern.

Echter toen ik vertelde dat ik me door leerlingen had laten overhalen om op TikTok te gaan keek hij weer bedenkelijk.

“Ik vraag me af of we ons als docent moeten verlagen tot dat niveau. We willen toch dat de leerling groeit? Waarom zouden wij dan afdalen?”

“Ik daal niet af om daar te blijven. Ik daal af zodat wanneer ik weer een paar treden hoger sta les te geven, zij het interessant vinden om te groeien naar mijn niveau.

En behalve dat; humor is de meest geweldige starter van de les. Het verbindt en maakt enthousiast.

Maar wees gerust. Ik ga niet dansen.”

Ik vraag me af of hij gerustgesteld was…

“You teach online, using 3 screens? Wow, you are a true modern teacher – especially for your age”

He was a young teacher-to-be… I forgive him his insult. I choose to look at the compliment: I was modern.

But When I told him I allowed my students to talk me into TikTok he hesitated… “Why on earth would you do that? Lower yourself to their level?”

“I don’t lower myself to their level to stay their. I go their to meet them so that when they see me teaching it invites them a little more to grow to my level. And besides, humor is the best way to start your lessons! It connects and makes enthousiastic. But rest assured I’m not dancing.”

I don’t know if he was ok with my answer… who is old now?

Omhoog ↑