Krijgt rouw een plekje in de kerk?

rouwverwerking-en-verdrietRouw, om het verlies van een dierbaar iemand, om iets belangrijk wat je bent verloren, om het verlies van een gelukkige jeugd, omdat je zo gekwetst bent dat je vreest nooit weer jezelf te kunnen zijn…  Echt rouwen. Wie doet het nog? Een potje janken doet iedereen wel eens, meestal gevolgd door snel opstaan en weer doorgaan. Maar jezelf wentelen in je verdriet, toegeven aan je emoties, de tijd de tijd gunnen om alles een plekje te geven, kennen we dat nog? Wanneer leren we bewust hoe we iets moeten doorstaan?

 

Ruim een derde van alle psalmen bezingt verlies, verdriet, angst en teleurstelling. Prediker proclameert dat er overal een tijd voor is, voor zowel vreugde als voor verdriet. Klaagliederen; één en al uiting van verdriet en rouw.  … Wanneer er in de bijbel zoveel ruimte is voor rouw, voor het toestaan van verdriet, voor omgaan met depressie, angst en teleurstelling, waarom mis ik het dan in de zondagse diensten?  Ok, een enkele keer wordt er wel wat aangestipt. Maar wanneer krijgt eea de volle onverdeelde aandacht – ook (juist) in samenzang?

 

Wat zou er gebeuren wanneer we tijdens het zingen net zoveel ruimte geven aan het uiten van verdriet, twijfel, verlies en zelfs haat als dat de Schrift dat doet?  Hoe zou het zijn om met vergelijkbare regelmaat vanaf het podium te horen hoe Elia, Jesaja, Jeremia of talloze anderen aan rouwverwerking deden, hoe ze hun depressie en angstaanvallen overwonnen, hoe ze  – zonder zichzelf uit het oog te verliezen- mensen weer leerden vertrouwen nadat ze op schandalige en bijzonder kwetsende wijze bedrogen werden? Hoe gingen zij om met geweld?

 

FEIT

40% van de vrouwen is ooit slachtoffer geweest van seksueel geweld. Van alle meiden onder de 16 ruim 20%. In 2013 zijn er bij Steunpunt huiselijk geweld 1703 meldingen gedaan over mishandeling van ouderen. Niemand wil het steeds stijgende percentage weten van kinderen die het slachtoffer zijn van fysieke of psychische mishandeling.  Wanneer geweld zó vaak voorkomt … waarom wordt er dan zo zelden over gepreekt: over hoe je jezelf kan beschermen en wat de bijbel je heel praktisch leert in hoe je zou kunnen handelen?  Wanneer wordt er (preventief) bijbelonderwijs gegeven hoe je nare ervaringen kan verwerken, of hoe je anderen daarbij kan helpen?

 

Als het koning David is toegestaan zelfs zijn haat te uiten – waarom wij dan niet? Waarom zingen we alleen maar ‘opwekking’? Waarom geen treurzangen, klaagzangen, of uitingen van twijfel of verwijt?

Waarom is het ‘hip’ om maar alles onder de zogenaamde mantel der liefde te bedekken? Waarom ontkennen we tot in de kerk de ernst en omvang van deze emoties? Wanneer zingen we moderne psalmen als deze:

 

Wat derde klassers christenen kunnen leren

 

Transobstipatie (ipv transsubstantiatie), antropofeminisme (ipv antropomorfisme), Jezus storf (ipv stierf), een snoepje wat op de tong gelegd werd (hostie)… De laatste toets van het jaar zit erop voor mijn vak. Het corrigeren van 165 repetities kostte me deze keer behoorlijk wat tijd maar hoewel bovenstaande het tegendeel doet lijken, mijn vwo-klantjes zijn absoluut niet dom. Ze hebben ons als christenen wijze lessen te leren!

 

poster-veel-christenen-zijn-net-een-hobbVoor wie het systeem van de kernkwadranten niet kent: tijdens een aantal lessen heb ik aandacht besteed aan hoe bepaalde (kern)kwaliteiten bij een ‘teveel van het goede’ je valkuil kunnen worden. Je kwaliteit wordt zo je zwakte. Wanneer je functioneert binnen je valkuil kunnen anderen zich aan je ergeren en heb je dus de uitdaging om je hierin aan te passen. Je uitdaging is het positief tegenovergestelde van je valkuil. Pas je je echter teveel aan dat probeer je te functioneren in iets wat je niet bent, in iets waar je je normaal aan stoort: je allergie. Je kernkwaliteit laat zo ook zien waar je mogelijk in conflict kunt komen met jezelf en anderen.
Een voorbeeld wat ik eerder ook al eens deelde: stel dat humor en grappen maken een kernkwaliteit van je is … Maak je teveel en te vaak gebruik van grappen en grollen kom je hoogstwaarschijnlijk over als iemand die nooit iets serieus neemt. Je hebt dan de uitdaging om op sommige momenten iets serieuzer te worden of om in ieder geval soms je grappige gedachten voor jezelf te houden. Echter, wanneer je daarin doordraaft kan het zijn dat je helemaal geen grappen meer maakt (durft te maken?) of dat je zelfs als saai overkomt. En als rasechte humorist is ‘saai’ voor jou vaak een ergernis. Je bent dan als het ware verworden tot dat wat je nooit gewild hebt. Je weet dus bij voorbaat al dat je met ‘saaie’ en serieuze lui moeite kunt hebben en visa versa. Iets waar je dus rekening mee kan houden.

Tijdens de repetitie combineerde ik de lessen rondom dit onderwerp met de lessen over het christendom. Leerlingen ontvingen de opdracht om 2 kernkwaliteiten van het christendom te bedenken en om deze in de vorm van dit kwadrant uit te werken.

Beste gristenen, neem deze wijsheid van mijn derde klassers in je op, neem hun lessen ter harte:

Ik vind de samenhorigheid die christenen tonen wel mooi. Maar de valkuil is dat ze gaan samenklitten. Ze moeten leren meer aandacht te hebben voor mensen die geen christen zijn. Maar het gevaar is dat ze dan teveel aandacht hebben voor anderen en elkaar uit het oog verliezen.”

“Liefde tonen, behulpzaam zijn. Dat wordt bemoeien. Ze moeten leren loslaten / vrij laten. Er zijn christenen die anderen uit goedheid zo graag vrij willen laten dat het onverschillig en liefdeloos lijkt.”

“Sommige christenen houden zo hard vast aan wat zij vinden dat moet of wat hoort en dat willen ze anderen duidelijk laten weten en dat komt star en tactloos over. Ze moeten leren loslaten en tactvoller te zijn. Ze hebben dus waarschijnlijk een hekel aan onduidelijkheid en onverschillig gedrag.“

“Samenhorigheid / groepsgevoel → sektarisch / jezelf verliezen → onafhankelijker worden / meer rekening houden met jezelf → buiten de groep vallen / egoïstisch”

“Christenen willen hun geloof delen, maar dat komt vaak opdringerig over. Ze moeten leren wanneer ze wel en niet kunnen delen maar zijn bang dat ze dan helemaal niet meer delen.”

“Geloven. Teveel geloven is goedgelovig en zweverig. Die mensen moeten realistischer worden. Ze hebben vaak een allergie voor ongeloof of wetenschap. Ik heb een hekel aan zweverig gedoe, dat laat zien dat ik realistisch ben en op wetenschap vertrouw.”

bron foto
Lees ook: Twee valkuilen

De doodzonde van cupjes

Cupjes zijn een doodzonde. Echt waar. Het zijn de wolven in schapenvacht, de varkens in de tempel. Cupjes zijn een doodzonde.

Bedenk dat oma vroeger een gewone simpele cake bakte en die in overheerlijke dampend verse plakken onder de diverse gezinsleden verdeelde. Iedereen deelde van dezelfde cake. Zat er een rot ei in, had iedereen die geproeft! Welke máter familias bedacht ooit het verderfelijke plan om dit goddelijke cakebeslag te verdelen over kleine bekertjes die men in het Engels zo liefkozend ‘cup’ noemt? Het oer-degelijke traditionele familierecept wat sinds jaar en dag met de nodige zorg werd overgedragen van moeder op dochter dementeerde zo tot een hoogst individualtistisch laag aan de grond soort deeg. Geen traditionele ruzie’s meer over wiens plak nu dikker was dan de ander; geen onenigheid over wie het kapje moest eten of wat dacht je van het verlies van de gezamenlijke momenten van het samen eten van dézelfde cake. Erger nog, deze moeder, duivel in hoogst eigen persoon, zadelde dochterlief op met een grotere afwas. Cupjes veroorzaakten noeste kinderarbeid! Cupjes wonnen het hart van menig moeder…

Of herinner uzelf een ander heilloos cup-idee: In 1887 verscheen Satan in de gedaante van Herminie Cadolle. Waar mannen tijdenlang beschermd werden van de ergerlijke verleidingen van vrouwe boezem bedacht deze liederlijke dame dat het stevig insnoerende korset vervangen moest worden door een corselet: een combinatie van korset mét cup! De borsten herwonnen terrein en sindsdien is menig man gezwicht voor deze zondige verzoeking van een cup. Cups stonden aan de voet van de seksuele revulotie…

En dan hebben we het over cups tijdens de maaltijd des Heren… waar is de grote beker gebleven? Menig zondaar heeft enorme baat bij de wijn die tot verlossing leid! En wat voor verlossing! Sommige zonden zijn zo groot, daar kan een complete schaal met cups niet tegenop! Hoe bereiken we die schuldenaren, nu we per maaltijd maar liefst 2 flessen bezuinigen! Mijn hemel, de crisis heeft de kerk bereikt?!

Helaas: het kan nog erger! Met de cup sloop niet alleen het vervaarlijke Engels in ons doorwrochte taaltje, maar ook de zonde in de kerk! Nimmer hadden we de huidige schade kunnen overzien. De cup moest verbannen worden! Engelse Bijbels: verbrand! En als  de zondige gedachte aan de Engelse versie van Psalm 23:5 (mijn beker vloeit over /  My cup runs over) ons nog steeds verleidt moeten we die bladzijde misschien ook uit onze Bijbel scheuren… En als we dan toch bezig zijn: alle zondaars eruit! Weg ermee! De kerk is alleen een plek voor ware heiligen!

Nee, Ik kan me terdege voorstellen dat er ‘heiligen’ zijn die ons tegen deze verderfelijkheid willen beschermen. De volgende keer dat we in de kerk het avondmaal vieren met ‘cupjes’ in plaats van één enkele beker stel ik voor dat alle vrouwen zich ontdoen van bh en het koffieteam dikke plakken cake mét kapjes serveert… we verbranden alle Engelse bijbels en nimmer zingen we nog een Engels lied!

Cupjes tijdens het avondmaal. Doodzonde is het.

… Maar goed dat Christus voor die zonden is gestorven. En ons, compleet met verderfelijke aard, omhult in Zijn liefde. Nee, dames, hou bij de volgende maaltijd des Heren je bh maar aan, en breng cupcakejes mee, want het gaat om vergeving. Om de overwinning over de Boze; de victorie over alles wat ons ooit in verzoeking leidde. Met het brood en de cúpjes wijn gedenken wij het offer wat ons verlost van de macht van Satan. Het enige wat de Boze dan nog rest is een jammerlijke kreet die hopelijk tot verdeeldheid en vertwijfeling leidt…

Omhoog ↑