Refokritiek op de Koning

Willem-alexander_en_maxima_anp_hqTe gek voor woorden – bekrompen, zielig, schandalig … woorden schieten me tekort wanneer ik nadenk over het commentaar wat te lezen valt in het Reformatorisch Dagblad. (Thank God dat ik daar niet op geabonneerd ben – ik las het via FB.)

Het koningsechtpaar zou zich onwaardig gedragen hebben, foutief kleden, een verkeerde indruk wekken, niet doen waarvoor ze naar Sotsji zijn gegaan, ze zouden de zondagsrust niet eren, ongegeneerd bier zuipen en blablabla bla.   En dan als klap op de vuurpijl wordt hem nog ff met een uit-de context-gerukte- bijbeltekst om de oren gesmeten.

Kunnen ze wel? Je zou je voor minder schamen om jezelf christen te noemen.  Het christendom wordt zo weer lekker gepromoot. NOT! Wat een antigetuigenis.  Sta mij even toe een ander geluid te laten horen:

Als er één was die kon feesten, dan was het Jezus.  Hij kwam eens op een feest waar de drank al dermate had gevloeid dat halverwege de avond de wijn op was. En WIE werd er geraadpleegd over het alcoholprobleem? Juist ja; Jezus.  En hij zei niet dat ze dan maar een colaatje moesten drinken. Nee, Hij zorgt voor nieuwe wijn. Niet een beetje wijn, nee, Hij produceert maar liefst enkele honderden liters!

En God verhoede het maar die geweldige Zoon hield zich ook al niet aan de zondagsrust toen hij een zieke man genas. Niet stiekem waar niemand het zag, nee openlijk en duidelijk voor iedereen!

Ergst van alles: middenin de politieke crisis van destijds– waar mensenrechten ook met de voeten werden getreden – ging Hij uit eten met hoeren en belastingambtenaren. Alsof hij losbandigheid goedkeurde en achter de enorme geldverspilling stond. Schandalig!

Nog een koning die zich niets aantrok van protocollen en dresscodes was koning David, voorvader van Jezus. (Het zat dus in de genen.) Die presteerde het zelfs om NAAKT te dansen – nee, niet stiekem achter gesloten deuren maar midden op straat!  Over een verkeerde indruk wekken gesproken …

Jezus werd veracht in velerlei opzicht. Toch wordt hij door de christenen van nu gezien als dé Koning. In zijn tijd was hij echter rebels, opstandig, tegendraads, zelfs blasfemisch.  En dan zijn het juist Zijn volgers die commentaar hebben op de Nederlandse koning. Wie het snapt mag het mij uitleggen. Hebben ze Zijn leer wel goed begrepen?

Als ik als klap op de vuurpijl ervoor zou kiezen om deze lui ook met een bijbeltekst om de oren te slaan zou ik kiezen voor “Drink tot je hart er vrolijk van wordt.” – maar dat doe / zeg ik natuurlijk niet.

Anyway, het mag duidelijk zijn: deze Belg reageert als een in-haar-gat-gebeten-Nederlander als je oordeelt over het Koningspaar …

.

Noot: foto komt van nieuws.nl 

kernkwadranten in de klas en in de kerk

Kernkwadrant_NLDiverse collega’s vonden het te hoog gegrepen. Ook de teamleider keek me enigszins verbaasd aan dat ik dit aspect in havo en vwo 3 wilde uitproberen. Ooit had hij het een keer geopperd maar niemand geloofde dat derde klassers dit al konden beredeneren.  Toch heb ik het gedaan. Je zou me eigenwijs kunnen noemen maar ik geloof gewoon in hun kunnen. Jonge mensen moeten niet onderschat worden. …

De 4 kwadranten. Wat zijn je kwaliteiten, je valkuilen, je uitdagingen en je irritaties? Leerlingen weten dondersgoed waar ze zich aan irriteren. Ze weten feilloos waar ze de mist in gaan en wat anderen vinden dat ze zouden moeten leren. Nadenken over dát waar ze goed in zijn is over het algemeen nog het moeilijkst van de 4.

De gedachtengang achter deze kwadranten hadden ze eigenlijk direct door. Natuurlijk had ik een stel treffende voorbeelden.  In elke klas zit wel een druktemakende humorist…

Kernkwaliteit: humor – drijf je dat te ver door / weet je van geen ophouden dan is je valkuil dat je niet serieus genoeg kan zijn. Je uitdaging wordt dan ‘serieus leren zijn’ en als je dat te ver door drijft krijg je ‘saai’ – en daar heb je dan ws een hekel aan. Héél herkenbaar voor leerlingen in lessituaties. Want er is altijd wel een docent die ongelooflijk saai is en zich dood ergert aan de oeverloze humor van deze of gene. Met als gevolg dat hij nog saaier en serieuzer gaat doen en de leerling zo eigenlijk forceert om dat nog meer te compenseren met humor.  Echt wel dat ze door hadden hoe dit in zijn werk ging.

Het moeilijke aspect was hun eigen kwaliteiten leren herkennen. En het dan kunnen omzetten naar één van de andere kwadranten. Daar heb je eigenlijk best wel wat woordkennis voor nodig. Maar moeilijk is niet onmogelijk.  En met wat hulp kwamen ze er echt wel.  Soms klopten hun interpretatie van bepaalde woorden niet helemaal, maar dat geeft niet. Hun gedachtegang was ok.  Ze leerden nadenken over zichzelf en over anderen. Over waarom het soms zo lastig is om samen te werken en dat je dan ook bewust kan kiezen om van elkaars kwaliteiten gebruik te maken in plaats van in elkaars allergiezone te blijven hangen.

Het was ook best confronterend voor mij. Want natuurlijk koppelde ik het aan ‘Godsdienst’ en geloofsgemeenschappen. Dat veel mensen zich er juist zo goed bij kunnen voelen wanneer er gekeken wordt naar elkaars kwaliteiten en je geholpen wordt met je uitdagingen.  Maar dat dit ook iets is waar mensen juist op afknappen in geloofsgroepen  en waarom ze zo negatief kunnen zijn over godsdiensten – omdat ze teveel gewezen werden op hun valkuilen, ze verwijten naar het hoofd geslingerd kregen en zich daardoor mateloos ergeren … En zoals altijd ben ik open over mezelf en met een inkijkje aan mijn ervaringen leer ik ze wanneer grenzen worden overschreden en hoe belangrijk het is jezelf in acht te nemen – te geloven in jezelf (yep – coming from me – the worst example ever).

Na mijn laatste les vanmorgen kwam 1 van ‘mijn pubers’ terug naar het lokaal: “Ik vond het een erg leuke en interessante les mevrouw, bedankt!”  – Soms kan ik me emotioneel leeggeven, maar complimentjes als dit geven je toch weer energie.

Ik herinner me een oneliner van Jurgen 2 weken geleden… Dat je de kerk beter ‘uit’ hoort te gaan dan dat je er in ging. Sommige zaken gaan niet voor iedereen op.

Geloofsinstellingen kunnen teleurstellen, mensen kunnen (diep) teleurstellen maar dat dit niet wil zeggen dat je je geloof aan de kant moet zetten of dat God teleurstelt. … Of dat je zelf een teleurstelling bent …  Al voelt het soms wel zo.

Help! Is er ook een meldpunt voor ‘normale’ kids?

jongereIk geef godsdienst. Dat wil zeggen dat ik ervoor betaald word om voor de klas te staan, de christelijke identiteit van de instelling moet representeren (zonder te evangeliseren) en geacht word de leerlingen wat kennis over godsdiensten bij te spijkeren.  Maar het vak is zoveel meer. Ik noem het ook liever ‘Levensbeschouwing’ omdat ik mijn ‘pubers’ inzicht wil geven in zichzelf, anderen en in (geloofs)groepen. Ik sta stil bij verschillende levensvragen die zich onverwacht, ongevraagd en vaak ongewild zomaar aan je kunnen opdringen. Er is niet 1 lesmethode die ik werkelijk recht vind doen aan het vak en dus ‘verzin’ ik met regelmaat mijn eigen lessen, wanneer mogelijk afgestemd op de actuele noden van m’n leerlingen.

Zo merk ik nu dat het kiezen van een profiel / vakkenpakket menigeen onzeker maakt en ze daardoor gaan twijfelen aan zichzelf. Ongenoegens komen bovendrijven en bij vlagen uit zich dit in onrust en onvrede.

Deze week heb ik al een aantal keer -zomaar ’tussendoor’ – een stel gesprekjes met  leerlingen gehad. Buiten de lessen om uiteraard. In mijn pauzes of soms blijf ik zelfs een uur of langer ‘wachten’ omdat ze vroegen of ik tijd voor ze kon maken.  De één moet thuis erg veel helpen (ook in de zaak), heeft een zieke oma waarvoor gezorgd moest worden en aangezien ouders de Nederlandse taal niet helemaal machtig zijn maar toch een bedrijf hebben moet zij merendeel van de zakelijke brieven schrijven.  Financieel staan ze er nu niet heel goed voor. Ze sliep slecht. (Goh – hoe zou dat komen). Haar cijfers laten toe dat ze kan kiezen wat ze wil. Voor het bedrijf zou iets wiskundig wel handig zijn – maar daar heeft ze niet zo veel mee. “Wat moet ik doen?” “Hoe weet ik wat ik moet worden?”

Een ander worstelt met trauma’s – waar ik nu maar even niet over zal uitweiden.  Vandaag spendeerde ik mijn pauzes aan een leerling die zich door het thuisfront niet geliefd voelt. En voor wie denkt ‘Daar heeft haast elke tiener wel eens last van.’ – hier betreft het geen puberkwestie, dit speelde vorig jaar (en de jaren daarvoor?) ook al – het gevoel is reëel.  Het is voor niemand leuk om nooit te horen ‘Hé hoe was je dag vandaag.” Of om avond aan avond alleen voor de tv te moeten ‘hangen’. Maar voor een puber is het extra erg: middenin je ‘losmakingsproces’ wanneer je volwassen probeert te worden heb je juist een liefdevolle en betrokken omgeving nodig. De basis van waaruit ze hun vleugels horen uit te slaan moet stabiel zijn willen ze niet struikelen of vallen om al klapwiekend en stuntelend te hoeven starten in het leven wat ‘volwassen’ heet.

Het enige wat ik kan bieden is een luisterend oor – wat mij betreft elke pauze weer. Ik kan verwijzen naar de schoolmaatschappelijk werkster, maar vaak sta ik toch dichterbij. Niet in het minst vanwege mijn vak…

Via via hoor ik dat een eersteklasser het thuis ook niet makkelijk heeft. Weer een ander zit in het zoveelste pleeggezin. Nog een ander is extreem vaak ‘ziek’. Add, Adhd, Pdd, Asperger… wanneer een leerling een sticker heeft (en ook die zijn er voldoende) komt daar altijd moeite en worsteling bij kijken.  Menig leerling voelt zich vaak eenzaam en verdrietig (Ok, iets wat bij de leeftijd hoort maar a) dat weten zij vaak niet en  b) dat maakt het niet minder erg), sommigen zijn ronduit down of depressief.

Op facebook zei iemand dat het leek alsof ik steeds minder toekwam aan lesgeven. (Complimenteus bedoeld) En ja, in verhouding ben ik steeds meer tijd kwijt aan ogenschijnlijk onbelangrijke tussendoor gesprekjes. En dat maakt ook dat ik steeds meer tijd kwijt ben om me in te dekken. Als een leerling mij smst of whapt (ja ze hebben mijn 06 – nee dat was niet de bedoeling maar ging ‘per ongeluk’ – en nee, ze hebben er nog nooit misbruik van gemaakt- maar ja: ik anticipeer op hun wijze van communiceren.) anyway – als ik terug sms of whap ben ik continue aan het bedenken hoe ik iets schrijf, welke emoticons ik erbij kan gebruiken of welke beter niet, hoe het over kan komen, hoe ik dit ga uitleggen als ik ervoor ter verantwoording wordt geroepen. enz enz. Heel vermoeiend.

Na elk ‘gesprekje’ ben ik tijd kwijt aan het overwegen of ik dit moet melden of niet, wat ik dan wél doorvertel en wat niet, of ik het vertrouwen van de leerling niet beschaam, of dat het te onbenullig is om door te geven of juist niet …  En bovenop dit alles heb ik soms echt verdriet. Dan huil ik om de tranen die zij moeten huilen, voel ik de pijn die zij voelen. Ben ik boos op deze onrechtvaardige wereld. Zit ik even zelf heel erg slecht in mijn vel. Vanmiddag had ik zo een moment.

Ooit zong ik het lied “Heer raak mijn hart aan” (Opwekking 471)  “Heer raak mijn hart aan, maak mij bereid uw pijn te voelen, uw tranen te huilen, bewogen te zijn … maak mij bereid.” 

En hoezeer ik ook besef dat mijn pubers een luisterend oor kunnen gebruiken… soms wordt het me teveel en heb ik haast spijt dat ik dit ooit oprecht zong. Ik heb toen nooit geweten wat ik met dit lied vroeg … wat ik werkelijk zong … Wat Zijn pijn voelen, Zijn pijn om de gebrokenheid in deze wereld, om het verdriet van deze jongens en meiden, om al het onrecht wat hen overkomt… Zijn pijn voelen, is absoluut niet leuk.

zucht – waar is het vak Godsdienst nou goed voor? HIERVOOR!

godsdienstDe open avond is geweest … elk jaar is dit dé avond waar ik tegenop kijk. Het is nl. gewoon gênant… :

Ouders die verveeld tot aan de deuropening komen, ‘Godsdienst’ op de deur zien staan, snel even naar binnen piepen en zich ongeneerd weer omdraaien. Totaal ongeïnteresseerd in mijn vak. Af en toe kan ik nog net flarden van zinnen opvangen “…toch niet gelovig…” of “…onbelangrijk…”. Zucht.

Ik sta voor mijn vak. En ook voor de noodzaak ervan.  Godsdienst (of levensbeschouwing – maakt mij niet uit hoe je het beestje noemt) is een vak wat vele andere vakken met elkaar verbindt. Het leert kinderen inzicht te hebben in zichzelf, in anderen, in (geloofs)groepen…. Ze leren nadenken bij dat waar ze zelf voor willen staan, hoe ze de wereld ervaren, hoe anderen dat doen en hoe ze wel of niet matchen met andersdenkenden.

Levensvragen komen aan bod en ze leren nadenken over wat ze hoop, troost, rust of energie geeft.

Kennis over verschillende geloven maakt niet alleen dat ze op een hoger niveau leren nadenken en verbanden leren leggen, het bereidt ze voor op een toekomst waarin kennis staat voor macht en invloed. Het leert ze dat macht misbruikt kan worden en dus ook zij gevaar kunnen lopen. Geleerde informatie maakt dat ze deze – op hun beurt- weer kunnen gebruiken om invloed uit te oefenen. Het maakt hun positie in de maatschappij sterker.

gdbelangRaakvlakken met geschiedenis, maatschappijleer, aardrijkskunde, management, zorg, en ontwikkeling maakt dat ze vakoverstijgend leren denken. Vakken blijven niet op zichzelf staan maar worden door mijn vak met elkaar verbonden.

En wat dacht je van respect? Kennis leidt tot begrip en begrip leidt tot respect. Godsdienst is bij uitstek het vak om bij de leerlingen een diepe motivatie tot respect te kweken.  Maar het leert ze ook het verschil tussen  Intrinsiek en opgelegde motivatie. Hoe dit komt en wat je ermee kan of ‘moet’.

En dan heb je zo een avond waarbij ouders ongeïnteresseerd je lokaal passeren. Maakt niet uit dat ik al vanaf 8:00 aanwezig was (en dus al 11u aan het werk was) :S …  Kom ik de volgende morgen weer is het eerste wat ik hoor “En waar is dat nou voor nodig, dat ze dit allemaal voor jouw vak moeten leren??”  Zucht “Wil je daar echt antwoord op?” “Ja, ik vraag het me echt af.”  … en dus vuur ik mijn felste pleidooi op hem af en noem al ratelend al het bovenstaande op.  “Ow, ok.”  Is de enige repliek.

En dus ga ik met m’n kop thee naar m’n lokaal … maar goed dat ik nog een kwartier  heb voor de leerlingen komen, kan ik m’n humeur ff sussen.

wie ben ik wanneer niemand kijkt?

blindWie ben ik wanneer niemand kijkt? Wie ben ik wanneer niemand let op wat ik doe?

Bij haast alles wat ik doe hou ik er rekening mee dat er over mijn schouder wordt meegekeken. Dat er mensen zijn die een oordeel over me vormen aan de hand van dat wat ze van me zien.  Helaas heb ik de negatieve kant daarvan dermate intens ervaren dat ik bijna niets meer durf.  Tenminste, dat waarin in mezelf juist kan of ‘moet’ laten zien, dat waarin ik mezelf kan uiten, hetgeen waar ik me met hart en ziel ik kan ‘verliezen’…  daar schrik ik van terug.

Ik zing niet meer (niet dat ik het kon maar op zondag in de kerk genoot ik er eerder wel altijd van… nu mag dat hele blok wat mij betreft overgeslagen worden.).

Ik was graag druk bezig en dacht met plezier overal in mee – geen haar op m’n hoofd die er nog aan denkt me ergens voor in te zetten.

Ik was een mensenmens, sociaal, enthousiast vol passie. Nu is m’n wereldje klein en zit ik het liefste thuis. Vriendschappen (de diepgaande soort) zijn, vrees ik,  niet meer aan mij besteed…

Ik kon mezelf helemaal kwijt in het schilderen – ik hou bijna geen penseel meer vast.

Ik hou van schrijven, mijn gedachten toevertrouwen aan papier (PC / Blog), maar heb continue een writers block omdat ik veel niet meer durf of wil zeggen.

Ik heb me er een poos schuldig onder gevoeld. Maar die fase is gelukkig voorbij. Ik vind het allemaal wel ‘best’. … Alsof ik ipv een Martha nu meer een Maria ben geworden …

En toch blijft ergens die drive… de wens om gehoord te worden. Maar dan gehoord zonder veroordeling die erop volgt en omdat ik niet beter weet dan dat deze altijd wel ergens volgt hou ik liever m’n mond, voer ik liever geen klap meer uit.

Wie ben ik wanneer ik niets meer doe? Wie ben ik wanneer niemand kijkt? Wat blijft er van me over?

Ik denk gelijk aan 1 Petr 2:9 en 10 waarin staat dat we een heilige natie zijn, een koninklijk priesterschap een volk van God … Een tekst die ik altijd heel mooi heb gevonden (blogde er eerder al over) en die iets zegt over de status waarmee je als christen bekleed bent. Een tekst die je eigenlijk leert dat je trots mag zijn op jezelf …. maar het is ook een tekst die me in een groep plaatst…  Wie ben ik zonder die groep?

Ik ben ‘gewoon’ Gods maaksel (Efeze 2:10). Iets wat Hij ooit bedacht heeft, een idee wat in Zijn hoofd ontstond en waarvan Hij vond dat het goed genoeg was om uitgevoerd te worden. Goed genoeg dus, anders had hij het niet gemaakt. Ik hoef niks te doen. Ik ben niet wat ik doe. Ik ben niet waar ik leef, ik ben niet hoe ik denk. Ik ben niet wat anderen van me denken. Ik ben Zijn maaksel. En wanneer anderen me veroordelen, is dat indirect een veroordeling aan Zijn adres…

Ik ben deel van Hem – in Hem geborgen. (Kol 3:3)  Dus ben ik wie ik ben, net als Hem.

Hoe komt het dan dat het zo niet voelt?

(Nav Hartschrift blz 26 van Coby Kremer)

maskers af

maskersafWat zijn je eigen-aardigheden? Wat vind je aardig, leuk of plezierig aan jezelf?  (Hartschrift blz 23)

Zucht. Het is zóveel makkelijker om te bedenken wat ik niet goed vind aan mezelf – en ik moet 10! Positieve eigenschappen bedenken :S … In gedachten dwaal ik terug naar een momentje eerder deze week:

Het is lunchpauze en ik ben bezig m’n spulletjes op te ruimen. Mijn werkdag zit er al op. Een voorzichtig klopje op de deur en 1 van m’n leerlingen komt naar binnen geglipt. Glimlach van oor tot oor en met een opgewekte stem hoor ik “Hey, hoe gaat ie met u?”. Uiterlijk lijkt er niets aan de hand maar een zevende zintuig schiet in werking alsof er allerlei toeters en bellen rinkelen. Onmiddellijk stop ik met opruimen, zet m’n tas op de grond en gelijktijdig gaan we zitten. “Met mij gaat het prima, met jou?”. Een beetje stuntelig neemt hij z’n maaltje uit z’n tas en begint te praten, ondertussen pulkend aan z’n brood.  …   Het leven van een puber gaat niet over rozen en voor me zit er eentje die zich aan het specialiseren is in het ophouden van een masker… en hij weet dat ik het weet, dat ik hem doorheb. Maar hij beseft ook dat zolang hij ervoor kiest dat masker te dragen, ik dat respecteer. Het begin van het gesprek lijkt wel op een dans met ingewikkelde stappen. En dan gaat even, voor de duur van een pauze, dat masker voorzichtig af. We praten wat heen en weer, ik luister, denk met hem mee.  Hij heeft het over zijn ergernissen en moeiten, ik luister weer en vertel over de 4 kwadranten en hoe die ergernissen verband houden met dat waar hij juist goed in is … Wanneer de bel gaat en hij weer richting de deur loopt bedankt hij me “U bent echt goed” zegt hij. En al glijdt het masker weer voorzichtig terug op z’n plek: klaar om de meute weer aan te kunnen, z’n ogen staan anders en ik, ik pak m’n tas, wrijf de kruimels van tafel en loop naar huis.

In ieder geval 1 ding waar ik goed in ben. … Pubers hebben m’n hart. Ik vind het een heerlijke leeftijd om mee om te gaan. Nou, de kop is eraf. Ik heb 1 ding waar ik goed in denk te zijn. Nu nog 9…  pff – het hartschrift zei dat ik ook aan anderen mocht vragen om te zeggen waar ik goed in ben of wat ze leuk aan me vinden, dus bij deze :B Wie helpt me bij deze opdracht XD

Teveel tabs in mn hersenpan

brain tabsIn mijn klas staat een prachtig digitaal bord. Het heeft wat maandjes geduurd voor ie echt goed werkte maar nu doet hij het (dat de muis het ondertussen zowat begeeft noem ik ff niet). Je hebt er ook zo een speciaal ‘freeze’ knopje op; daarmee kan ik leerlingen een tabblad wat openstaat op mijn pc laten zien en ondertussen – zonder dat zij het zien- doorgaan met vanalles en nog wat.

Op dit moment lijkt het een beetje alsof ik op ‘freeze’ sta. Uiterlijk relaxed en duidelijk alles op een rij maar in mijn hoofd staan er heel wat tabs teveel open.  Ik denk overal tegelijk aan en tjonge, wat is dat vermoeiend zeg! (Ondertussen schrijf ik ff op mijn hand dat ik NIET moet vergeten dat ik morgen om 15:00 ff op het werk moet verschijnen voor een klasvergadering.)

 

Kids die met schoolwerk geholpen dienen te worden, stimulatie en bemoediging nodig hebben; en dus zit ik aan het roosters maken, verslagen nakijken, huiswerk begeleiden… Heeft hij alles voor vandaag al gedaan? Wat mist hij? Hoe gaan we dat strafwerk aanpakken? (Moet ik er Uberhaubt boos om worden? Nee, niet dus…) Tja… je moet er ‘gewoon‘ voor je kids zijn dus ontkom ik hier niet aan. Intussen wordt de boodschappenlijst maar langer en de inhoud van de kasten steeds leger, moet ik nog nadenken over wat we gaan eten. Wordt het pannenkoeken? Nee, geen melk meer. Uiteindelijk zitten de jongens aan een broodje ei en als ouders eten we zilvervliesrijst met een Oosters prutje van gehakt-bonen-munt. Mmm, ik heb nog net genoeg cola voor vanavond – en anders drink ik wel thee want het tabblad ‘boodschappen doen’ zit vandaag in onderhoud en weigert zich goed te openen.

Stiekem op de achtergrond draait er nog een programma in m’n hersenpan: ik zit te balen dat Goedgelovig.nl ermee stopt; wat gelijkertijd (alsof het spam is) het tabblad der zogenaamde gristenen opent en mijn ergernis is compleet. Hoe vaak kom je het niet tegen, dat mensen zich onder het mom van christendom zich ongelooflijk achterlijk gedragen en daarmee alle vreselijke vooroordelen over christenen bevestigen… Plat, partij Jezus, wat er zich maar aan dubieus gristendom presenteert durfde goedgelovig de afgelopen jaren kritisch te bekijken. Soms ietwat (te) scherp – maar dat satirische, daar hou ik wel van. Anyway – begrijpelijk maar jammer dat ze ermee stoppen. Het tabblad wil niet echt dicht, mijmert nog ff voort…

 

Toch nog ff op een briefje geschreven dat ik morgen de vergadering (van een kwartier) moet voorzitten en dus NIET mag vergeten. M’n vrije dag maar hé dit is onderwijs, je bent nooit vrij. Vanmorgen trouwens een dikke pluim gekregen van de zorgcoördinator. “Ik vind je zo ver-‘zorgt’ met leerlingen” zei ze. Ze bedoelde dat ik vaak door de maskers heen weet te prikken en eea goed kan verwoorden. Ik probeer er voor m’n leerlingen te zijn en ze weten me intussen te vinden – merkt ook de coördinator … De zorgkant in het onderwijs vond ze wel wat voor me. WEER een nieuw tabblad open – zorgcoördinator … lijkt me al een eeuwigheid een leuke kant in het onderwijs maar om opnieuw te gaan studeren; pff.  Maar vandaag had ik tussen de bedrijven door weer een x aantal leerlingen op m’n pad… de een over hoe moeilijk ze kan samenwerken, de ander die zit met …, nog een ander weet niet welk profiel die moet kiezen (of ik even mee kan denken), weer een ander … het zijn niet eens mentorleerlingen. Maar ik ervaar het als een voorrecht wanneer ze me open en eerlijk een stukje van hun hart laten zien.  Zal ik dan toch… of niet … het zoveelste tabblad wat mn aandacht vraagt en zich weigert te sluiten.

Tussendoor schoonzusje-lief nog ff gebeld over haar sollicitatie. Ik had geholpen met de brief en een creatief ideetje  (met luierdoekjes) aangeleverd voor haar ‘elevator pitch’ – werd gelukkig steengoed ontvangen dus een boost voor haar ego en dus geldt dat ook voor mij. ZO happy en ik zit met krampende duimen van het succes toewensen. Aangezien met haar het familietabje is geopend dwalen m’n gedachten naar m’n schoonouders die zich alvast in Portugese stemming begeven – check ik ff hun facebookpagina, geniet ik van de leuke foto’s en bedenk ik me dat ik manlief er even op moet aanspreken dat we weer een bezoekje aan mijn ouders in het verre Vlaanderen moeten plannen. Maar wanneer?? Tabblad agenda opent zich en uit schrikreactie tegelijk het tabje ‘moe’ … ik krijg het koud en wil m’n warme waterbed ff een bezoekje brengen…

 

Ik loop langs de keukentafel en zie de zalf liggen – open gaat mijn favo-tabblad van dit moment… m’n nieuwbakken tattoo. 5x per dag insmeren met Bepathen maar ik kan m’n ogen er niet vanaf houden. Vind ‘m helemaal geweldig…

O – snel ff de tempéh in de marinade leggen – alvast voor morgen. Oh – weight watchers – ook morgen- niet vergeten! Vorige week een halve kilo eraf (mocht wel na de feestdagen) nu nog ff laten checken of die lijn zich voortzet :B …

 

Anyway, het freeze knopje is er om in ieder geval voor de schone schijn het ff rustig te houden daar in mijn hersenpan, maar ondertussen… en ik me maar afvragen waar ik moe van word.

 

Zucht. Word ik ooit zo een topwijf waar Spreuken 31 het over heeft?

zo moeder zo zoons – zo grootouders??

camera 2012 271Als ik ergens allergisch voor ben dan is het mezelf moeten vergelijken met een ander. Met wie ik mezelf ook vergelijk, ik heb altijd het gevoel er bekaaid vanaf te komen. Met teleurstelling en ontmoediging tot gevolg.  Nu vraagt m’n hartschrift me mezelf te vergelijken met mijn vader en moeder en te zoeken naar een eigenschap die ons verbindt.  Pff – moeilijk zeg. Ik denk dat we geen van allen goed met afwijzing om kunnen gaan. Maar hé,  wie wel?

Ik heb de neiging om negatieve dingen in mezelf te zoeken – en in dit geval geldt het spreekwoord wie zoekt die vindt voor 100%… Maar dat vind ik niet eerlijk tegenover mijn ouders.  Ik wil iets positief zoeken:  creatief. Mijn ouders zijn beide – op geheel eigen wijze – creatief. En dat ben ik zelf ook wel. Tenminste, wanneer ik in de mood ben. Niet zozeer alleen in het maken van dingen, maar ook wel in het bedenken.

Net als m’n vader heb ik altijd de ambitie, hoop en dromen gehad om iets te ‘bereiken’.  Al is aan die gedrevenheid nu wel een einde gekomen. Net als mijn moeder geniet ik nu het meest van mijn kids. Ze zien groeien naar volwassenheid, met alle vallen, nog eens vallen en opstaan, vind ik prachtig. En hoewel ik van mezelf niks meer ‘moet’ (heb er zelfs een aversie tegen) blijf ik bezig op mijn manier. Soms weet ik niet wat ik allemaal gedaan heb maar is de dag weer voorbij zonder dat ik heb stilgezeten – maar veel nuttigs heb ik dan ws. ook niet uitgevoerd…

Lastig, mezelf vergelijken met mijn ouders;  ik vind mezelf gewoon heel anders. Als ik het omdraai, en m’n zoons met mij vergelijk herken ik veel meer. Het teruggetrokken gedrag van Zoon 1, het niet tegen (onduidelijke of onverwachte) veranderingen kunnen maar tegelijk een hekel hebben aan sleur, het hyperactieve (bij mij dan meer occasioneel manisch :B), het niet kunnen stoppen van gedachtestromen, het creatieve in dingen bedenken… Of het attente van Zoon 2, het altijd geaccepteerd willen zijn, niet tegen grenzen kunnen of laat staan tegen afwijzing, het rechtvaardigheidsgevoel, het (extreem) veel tijd nodig hebben om je ergens overheen te kunnen zetten. Maar ook hij is op zijn manier weer creatief en heel inzichtelijk (ik vraag juist hem altijd advies mbt kleding of inrichting) …  Ik kan alleen maar hopen dat ze meer positieve eigenschappen erven dan negatieve…

Grappig, nu ik zo eigenschappen van mijn kids opsom die ik ook in mezelf herken, kan ik deze ook zo toewijzen aan 1 van de vier grootouders … Mezelf zie ik niet als ‘eigendom’ van mijn ouders – maar als losstaand individu (gelukkig maar – anders zou ongezond zijn) terwijl ik mijn kids nog echt als ‘deel / eigendom van mij’ beschouw en dus de vergelijkingen beter zie. Ik moet eens vragen aan mijn moeders of dat gevoel ooit overgaat.  Ik kan het me nl. niet voorstellen. Mijn jongens zijn van mij!

.

 

(nav hartschrift blz 20)

De erfenis van Dettol

Dettol Advertisement, 1950Dettol …  Mijn keuken geurt naar Dettol. Vanmiddag, na mijn werk, na een heerlijke smoothielunch, na een paar vergeten boodschapjes en na een afspraak met Jurgen en een kop latté heb ik m’n mouwen even opgestroopt. Vaatwasser, aanrecht, fornuis, kastdeurtjes … alles heb ik gesopt met een Dettolsopje. Niet met het goedkope wibra-product wat ik standaard gebruik, nee, vandaag was een ‘Dettoldag’. De geur van Dettol heeft iets. Behalve iets schoon en opgeruimd heeft het ook iets heel vertrouwd. Dettol doet me denken aan mijn moeder.

‘Vroegâh’ toen ik nog ‘jong’ was gebruikte mijn moeder bij voorkeur dit product om de keuken en badkamer mee te boenen.  Meerdere keren per week werd het hele huis onder handen genomen en allerlei producten passeerden de revue, maar Dettol is me bij gebleven. Duur als het was werd het maar af en toe gebruikt en ging er slechts een minuscuul scheutje in een volle emmer heet water.  De geur had iets heel specifiek. Het had iets luxe…

Destijds heb ik er nooit bij stilgestaan maar het is iets wat mijn moeder me als erfenis heeft meegegeven. De herinnering heeft zich in mijn hersenpan gegraveerd.  Dettol is nog steeds niet goedkoop maar ik heb haast altijd wel een fles in de kast staan. Ik gebruik het, net als mijn moeder toen, niet vaak, want de herinnering moet zoet blijven en mag onder geen beding vervallen in sleur. Maar wanneer ik me ondanks de klusjes wil baden in luxe, wanneer ik extra behoefte heb aan een opgeruimd gevoel of gewoon wanneer ik mijn moeder mis en haar ondanks de afstand  heel dicht bij me wil voelen dan komt de fles uit de kast en schenk ik er een geutje uit.  Dan vormt er zich in mijn wasbak een geurend en in vervoering brengend sopje.  Het zeldzame type sop wat je het idee geeft te baden in schoonmaakluxe.  En luxe ligt me wel. Het schoonmaken wat minder, ik ben niet zo schoonmakerig als mijn moeder destijds: geheel tegen de traditie in zet ik juist met alle liefde man en kinderen in voor dit en andersoortige klussen.  Maar hoe goed ze zich ook van hun taken kwijten … niemand vervangt mijn moeder.  Dus soms moet ik zelf aan de slag … gelukkig hoef ik nooit veel te soppen om het schone en vertrouwde gevoel op te roepen.  Het gevoel zit ‘m echt in de geur.

Mmm, volgende keer ruik ik wel gewoon aan de fles… Een erfenis die ik aan mijn kids meegeef.

 

 

.

 

(opdracht uit hartschrift blz 19)

Ere zij God en Vré-é-de op aarde

wereldvredeElke zondag krijg ik een ‘binnenkamer’ van Sestra in mijn inbox; een korte overdenking – een bijbeltekst, thema of gedachte om als christen even bij stil te staan. De ene keer spreekt het me meer aan dan de andere keer maar ik weet dat het soms een bevalling kan zijn om wéér een stukje te ‘moeten’ schrijven dus waardeer ik de schrijfsters zeer.

Vandaag was het thema ‘Vrede’. De meeste kerstdiensten eindigen steevast met het Ere zij God en haar vree-é-de op aarde. Maar wat is vrede eigenlijk? In het woordenboek lees je dat vrede een toestand van rust is of een toestand zonder oorlog of onenigheid. Ik denk echter dat het woord ten diepste herstel met God betekent.

Wanneer God ziet dat de mens nooit of te nimmer bij machte zal zijn om de relatie met Hem te herstellen stuurt Hij zijn bloedeigen Zoon. De hele reden dat we met Kerst de geboorte van Jezus vieren is omdat God daarmee onze verlossing op het oog had. Hij wilde dat onze relatie met Hem weer werd hersteld.  Dat is de gedachte achter kerst. Dat is waarom we vréde op aarde zingen.

Wanneer Jezus zijn wonden aan de discipelen laat zien terwijl Hij hen vrede belooft wordt een schril contrast zichtbaar. Enerzijds had je de Romeinse wereld vol intriges, oorlog en onzekerheid; een wereld waarin Gods zoon gemarteld en gekruisigd werd en herstel verder weg dan ooit leek. Anderzijds stond Hij daar: de Strijder voor gerechtigheid, de Brenger van heil, de Vredevorst die kwam in de gedaante van een kwetsbaar kind zodat de mensen weer vrij en zonder schroom tot Hem konden naderen. …

 

Vandaag de dag lijkt er niet veel veranderd. We leven nog steeds in dezelfde gebroken wereld met oorlog, haat en nijd. Een wereld zoals God hem voor ogen heeft lijkt nog even ver weg. Het contrast met de boodschap van Kerst lijkt haast groter dan ooit. Misschien dat daarom zoveel mensen de feestdagen liever overslaan; omdat dit contrast juist benadrukt wat ze verloren hebben, wat hun verdriet doet, welke onrust er in hun harten leeft …

Maar Jezus heeft met zijn komst, met zijn lijden en sterven, ons Zijn vrede gegeven. (Joh 14:27) Hij heeft onze relatie met God hersteld. De werkelijke vrede is nu in ons bezit, vrede is ons eigendom. Vrede is een onderdeel van de vrucht van de Geest; een eigenschap waarmee we kunnen werken aan onderlinge eenheid en verbondenheid; een werktuig die strijd tégen oorlog en onenigheid. Vrede is een verantwoordelijkheid; het is aan ons om het uit te delen. Het is aan ons, om de vrede die in ons leeft, te verspreiden zodat het Ere zij God en het vrede op aard ultieme werkelijkheid wordt.

 

Wanneer je aankomende week dit lied zingt, zing het dan niet alleen uit dankbaarheid voor wat je zelf mocht ontvangen, zing het ook – en misschien vooral-  als een belofte; dat je de verantwoordelijkheid tot uitdelen zult dragen.

Omhoog ↑