Zwarte Piet wordt racistisch door hoe men voor of tegen hem pleit…

Zwarte-Piet-2Las ik gister nog een blog van Vrouwke vandaag lees ik met groeiende verbazing de vele reacties op de facebookpagina van Pietitie. Altijd leuk om ergens samen over na te denken wanneer de meningen heel uiteenlopend zijn. Tenminste, zolang iedereen de eer aan zichzelf houdt en respect blijft opbrengen voor de ander.

Ik moet bekennen, ik maak me er ook wel eens schuldig aan. Dat ik emotie laat spreken boven mijn gezond verstand, bedoel ik.  Maar toch … zucht … Begrijp me goed: ik ben helemaal pró Piet.  Zwarte Piet wel te verstaan. Maar de wijze waarom sommige voorstanders denken te kunnen communiceren … ik begrijp meer en meer waarom er een groeiende groep mensen is die zich het slachtoffer voelen van racisme.

 

Natuurlijk kan ik ook wel lachen om de grapjes als ‘Heb de Afrikaantjes alvast maar uit de tuin gehaald.’ En ‘Voorlopig eten we alleen nog wit brood.’  Een beetje spotten moet kunnen. We moeten niet te soft worden met elkaar. Maar wanneer denken we eens na over de vraag hoe het komt dat de groep tegenstanders groeit? Hoe het komt dat zovelen het idee hebben dat ze gediscrimineerd worden en dat ze ervan overtuigd zijn dat dit feest daartoe bijdraagt?

Iemand leerde me ooit: “Met een discussie win je hooguit het gesprek, niet het hart.”

Hoopt Pietitie  de discussie te winnen dat Zwarte Piet moet blijven? Met het soort reacties wat er merendeel verschijnt, vrees ik dat áls het gesprek al gewonnen wordt… menig harten kouder dan koud blijven en er never nooit gesproken kan worden over een echte ‘win’-situatie.

 

Het was ijdele hoop…

Ik was hartstikke fout in het idee dat mensen op fora en sites als deze, mogelijk, misschien, heel soms, in staat zijn om hun eigen denkbeelden en emoties even door de loep van het verstand te benaderen…  Misschien was ik die loep of mijn verstand zelf ook even kwijt dat ik dacht te moeten reageren …

In ieder geval, in een vlaag van verstandsverbijstering schreef ik er het volgende:

De samenleving verarmt steeds meer met overdreven wetgeving als gevolg.

Sommigen geven hun kids geen gedegen waarden en normen of een liefdevol thuis mee en als die kids zich in een coma zuipen denken we t op te lossen met een alcoholverbod…
Wanneer kinderen zich op school kleden als waren ze op t strand dan voeren we een kledingregel in.
Wanneer we niet langer de tijd nemen om onze kinderen op te voeden met respect voor zichzelf en elkaar vallen we van onze stoel dat racisme voet aan de grond krijgt en verbieden we Zwarte Piet… 

Het probleem in onze samenleving is niet Zwarte Piet, niet het roken, niet het drinken … Het probleem zit in de verloedering van waarden en normen en het ruimschoots de tijd nemen om onze kinderen gedegen op te voeden tot respectabele volwassenen. En we geven de schuld aan de regering (vooral Rutte) dat zij er niets aan doen. Ondertussen wordt vergeten dat we zelf beslissen dat beide ouders fulltime moeten werken omdat we én een groot huis willen én een flat screen verdienen én 2 auto’s willen rijden én minstens 4 paar schoenen willen én en en… Mensen worden met steeds minder tevreden… Vinden dat ze veel meer rechten hebben… Dat spiegelen we elkaar en onze kinderen al decennia lang voor. Het maakt dat we steeds meer onszelf en onze eigen dingen voorop stellen.
Wanneer we geen alcoholverbod willen moeten we beginnen met een dermate goede relatie met onze kinderen op te bouwen (kost tijd!!!) dat ze niks liever willen dan ons goede voorbeeld te volgen…
Als we geen rookverbod willen moeten we beginnen met meer rekening te houden waar we roken, of wanneer anderen er last van hebben, dat we geen werktijd inruilen voor rookpauzes, enz enz…
Als we willen dat Zwarte Piet blijft: moeten we zelf beginnen met het stoppen en bestrijden van discriminatie… En dat begint bij hele kleine dingen – misschien wel met het beginnen écht te luisteren naar hen die tégen zijn. … Wat doet ze pijn, waarom en op welke andere wijzen kunnen we ze laten weten dat we ze wél accepteren, waarderen, naar waarde schatten en serieus nemen…

Maarja – dit zal wel n heel impopulaire mening zijn – mensen werken liever aan de fouten van een ander dan aan die van zichzelf 😅

 

Niet slecht hé voor deze domme Belgische buitenlander XD  Heel even leefde ik in de illusie dat er echt verstandige respectabele mensen op deze site rondwaarden (behalve ik dan :P) omdat Enid Ubbergen gelijk reageerde met “Hehe, eindelijk iemand die in 2014 normaal kan redeneren.” En José Stevens de Swart reageerde met ” Ik ben blij dat eindelijk iemand iets intelligent zegt hierover.” Thanks dames… geen idee wie jullie zijn maar jullie redden mijn eer … een beetje…

Mijn eer was van korte duur door de reactie van ene Rina Roos: “wat hebben huizen en auto`s met zwarte piet maken? zwarte PIET MOET GEWOON BLIJVEN, HET HEEFT NIETS MET RACISME TE MAKEN, HIER WORDEN MENSEN JUIST RACISTISCH VAN.”

Ik moet echt stoppen met denken dat mensen reageren op dat wat je schrijft … Weinig mensen lezen echt wat er staat, de meeste vullen gewoon hun emotie in als in copy-paste. En denken dan dat ik zeg dat …  Zucht.  Ik poogde nog 1 reactie (ik weet het – hier moet je echt een heel domme Belg voor zijn.)

Je moet wat ik schrijf wel goed lezen @Rina. Ik bedoel niet dat zwarte piet met racisme te maken heeft. Wel dat het toch voor veel mensen zo voelt (hoe onbegrijpelijk jij en vele anderen dat ook vinden). Dat sommigen dit zo voelen heeft een (in mijn ogen) duidelijke oorzaak. Die oorzaak vind je in hoe de maatschappij zich de laatste jaren ontwikkelt. Diezelfde houding van ‘dan maar iets verbieden’ vind je terug in het rookverbod en in het alcoholverbod. Maar iets ‘verbieden’ doe je pas als een ander niet uit zichzelf op een juiste wijze met iets omgaat. Jezelf, elkaar en je kinderen leren hoe je met dingen omgaat (dingen als racisme, alcohol etc) kost vooral veel tijd én energie. Maar hoe willen we die tijd kunnen spenderen als we het vergaren van spullen en eigen rechten meer tijd geven dan gedegen opvoeden?
Huizen ed hebben dus ip niks met Piet te maken maar wel met tijdsbesteding. Tijd kan je maar 1 x besteden. Als we het nou meer zouden besteden aan liefdevolle aandacht geven, aan betrokkenheid in woord en daad, aan een goede consequente opvoeding enz enz dan krijgen we een samenleving die het niet nodig heeft dat allerlei dingen verboden moeten worden. En als we járen geleden begonnen waren aan zo een samenleving te werken had nu niemand gezeurd over zwarte Piet, noch over alcohol of andere zaken…

En of je ergens racistisch van wordt: dat ligt niet aan de ander maar 100% aan jezelf. Wij bepalen allemaal zelf of en hoe we mee willen doen aan deze hype en of we ons willen laten leiden door een gevoel van onrecht of door een streven naar vriendelijkheid, ruimte voor gesprek en samen-leven. 

JosvanVeldhuizen vroeg mij in reactie waarom ‘wij’ ‘onze’ samenleving weer moesten aanpassen aan de gekleurde medemens. Hij zal het vast niet racistisch bedoeld hebben – daar ben ik van overtuigd –  maar ik vroeg me toch een beetje af of hij de allochtone medemens bedoelde of ook de autochtone – of hij dat die kleurtjes per definitie niet bij het ‘ons’ vond horen?

Nou, of mijn reacties enig effect hebben valt vast te betwijfelen. In ieder geval: ik onttrek me voorlopig van deze site. Begrijp me goed: ik kan me helemaal vinden in hun leuze “Ik ben 100% tegen racisme en 100% voor Zwarte Piet.” Maar ik twijfel er sterk aan of deze oneliner ook maar 1 hart van de tegenpartij wint wanneer er zo onnadenkend, tactloos, emotioneel of zelfs racistisch gereageerd wordt zoals sommigen doen…

 

Laat mij het dus even zo stellen:   Zwarte Piet is pas racistisch door hoe de mensen vóór of tégen zijn bestaan pleiten.

 

Over bedreiging, onze leuke buren en het gebrek aan een goddelijke ingeving.

emmer-hoofd_12-11-09“Mam, ik werd net door een jongen bedreigd, hij zou me neersteken!” Zoon 1 komt stuiterend binnen. Hij is nog heel, ik zie geen bloed, haal rustig adem … “We waren aan het fietsen, komt er zo een jochie van 13 voorbij die helemaal begint te schelden enzo … komt ie op me af met ‘Wil je vechten of zo? Ik steek je neer! Vecht dan, durf je niet?’ Maar ik bleef gewoon rustig en heb gezegd dat er een verschil is tussen niet durven vechten en gewoon geen strafblad willen…”

Zoon 2, gevolgd door de betrokken buurjongens, roept vanuit de gang “Ik heb hem van ‘m afgeduwd toen hij begon te slaan! Hij moet van mijn broer afblijven, dus heb hem echt wel een flinke douw verkocht!”  

Uiterlijk blijf ik kalm – uiteraard – maar intussen heeft mijn hartslag gevaarlijke hoogten bereikt, ratelen m’n hersenen op volle toeren en wedijvert mijn emotie met mijn verstand.

 

Het blijkt een knul uit de straat te zijn… Volwassen omstaanders hebben hem weggestuurd zodat zoonlief naar huis kon. Ik denk niet na – dit pik ik niet – “Waar woont die?” Hoogst verontwaardigd en vol strijdlust marcheer ik naar de moeder van dat spul.

Ergens, in die paar meters die onze voordeuren van elkaar scheiden, moet ik ietwat bij zinnen zijn gekomen want het lukt me om zonder verwijt even kort de situatie te schetsen en haar te bevragen naar haar kind. Even deinst ze achteruit. “Ik val je niet aan” zeg ik vriendelijk “Ik beschuldig je zoon nergens van: mijn kids hebben hun ervaring als waarheid en die van jou de zijne … de echte waarheid zal wel ergens in het midden liggen, maar ik dacht dat we als moeders maar beter 1 front kunnen vormen en het lijntje naar elkaar kort moeten houden.” (Waar ik die wijsheid vandaan haalde: ik heb geen idee, noem het maar een goddelijke ingeving.)

 

Buuf 1 blijkt in deze wijk te zijn opgegroeid. Heeft jaren in Den Haag gewoond maar kon nu eindelijk terug. Ze kennen haast iedereen uit de buurt. Haar zoon blijkt echter veel moeite te hebben met het verhuizen van de stad naar dit durp… al zijn vrienden heeft hij moeten achterlaten…  Daarnaast heeft hij een hele geschiedenis van persoonlijke moeiten en hindernissen.  Op school gaat het totaal niet goed, zeg maar gerust heel fout. En als er dan ook nog 5 pubers voor je gek op straat lopen te doen… Je zou van minder agressief worden. Maar moeder belooft hem aan te pakken.. Vervolgens belanden we in een geanimeerd gesprek en ik ontdek dat het echt een stel lieve, leuke, hardwerkende mensen zijn.  Zij hindoestaans, hij katholiek.  Ik vertel dat ik in het onderwijs zit, hier vlakbij werk en dat manlief als dominee maar 1 dag in de week wat te doen heeft 😛 – Dat gegeven is weer direct de aanleiding om het over het parkeerprobleem in de wijk te hebben… over hoe vervelend ze het vind dat buuf 2 hun straal negeert, dat vroeger haar zoon al verboden werd met haar te spelen omdat ze buitenlanders waren … en het idee volgt om een keer een straatfeest te organiseren…  dat doet de sfeer in de buurt misschien goed…

Ondertussen tikt de klok vrolijk 1,5 uur verder en zijn mijn pubers uitbundig en gezellig met 3 andere buurjongens een balletje aan het trappen alsof ze de topspelers van het WK zelve zijn. Het zonnetje schijnt – de lucht was geklaard – een mooi einde van de dag zou je denken…  Ja, tot die buuf 2 naar buiten stuift.  “Rotjongens! Rot op hier! Stelletje aso’s, maak dat je oprot!” 

 

“Oh! Moet je er niet heen?”

“Nee hoor, mijn kids zijn 16 en 14: ik wil eerst even zien hoe ze dit oplossen.”  

Ze schuifelt even zenuwachtig heen en weer. We horen 1 van de jongens (niet de mijne) een brutale sneer geven en zien zoon 1 rustig naar hem toelopen en hem terugduwen tot naast onze schuur, uit het zicht van de kokende dame.  Ik krijg geen kans om trots te zijn dat hij zo rustig en volwassen reageert. “Dat achterlijke gevoetbal van jullie ook! Jullie maken alles kapot met dat gestamp. Rot op hier! Weg met die voetbal. Ga weg!”  

Zoon 1 is weer de volwassene in het geheel – kalm antwoordt hij iets –  al hoor ik niet wat. Maar de club opstandige schooiers wordt door hem ons huis in gedirigeerd. Even is het rustig, lijkt de boel gesust, maar dan komen ze weer ten tonele. Met de basketbal. Alsof er geen vuiltje aan de lucht is gaan ze wederom helemaal op in hun spel en dribbelen naar hartenlust van de ene naar de andere kant van het steegje.  Typisch autist trouwens… zeg dat hij niet mag springen op de bank en hij gaat vrolijk verder op de stoelen …

Ondertussen loopt buuf 2 giga-rood aan en ontsnappen er wolkjes stoom uit  haar oren. Over de bosjes heen geeft ze me een blik die … werkelijk waar … als het kon was ik op langdurige visite bij Lucifer geweest…  “Ze wacht op je.” Hoor ik buuf 1 fluisteren.  “Wat zou het een stunt zijn als ik nu via de andere kant naar huis loop hé”  “Nou, het is een behoorlijk aparte dame, ik weet niet wat er is met haar … “

Daar ga ik dan – ik waag onderweg nog een afleidingsmanoeuvre “He, jongens, wat zeggen jullie van wat lekkers en wat fris bij ons?” De pubers trappen erin. Buuf 2 niet.  Als een tsunami walst haar tirade over me heen.  Mijn psychologische tactiek van  ‘Oh wat vervelend voor je.’ en ‘Wat lastig dat je dat zo ervaart.’  gaat aan haar voorbij.  De vloedgolf van verwijten blijven in stormachtige golven op mijn schouders breken.  De buurjongen van de hoek trekt het niet en geeft haar een grote mond.  In een reflex zet ik mijn strenge juffenstem op, priem mijn vinger zijn kant op, zet hem op zijn nummer dat hij volwassenen zo niet aanspreekt en vertel hem met een knipoog de weg naar mijn koelkast.  De jongens verdwijnen, helaas geldt dat niet voor de stroom van verwijten aan mijn andere zijde.

“Het is toch werkelijk van den zotte dat ze hier in dit steegje moeten spelen?”  en “Bla bla bla” (Sorry er kwam ineens pieptoon waardoor ik niet alles hoorde wat ze zei.)

Anyway, ik schat in dat het geen nut heeft te argumenteren met het feit dat er nergens anders plek is, overal auto’s staan en dat de heertjes eigenlijk heel leuk en sociaal bezig waren, dat ook pubers hun ruimte nodig hebben, al is de bebouwing nog zo krap…  Dus hou ik het bij: “Ik vind het heel vervelend voor je, maar ik deel je mening helaas niet.” Oeps, fout geantwoord “Bla bla bla!” Weer reageer ik heel rustig met  “Tja,lastig, maar ik kijk er toch anders tegenaan.”  Haar ogen knijpen zich dicht, haar stem verlaagt zich dreigend en ze buigt zich met een verwijtende vinger naar me toe “De hele buurt is het met mij eens, wedden? En je kan wel met die asolui daar heulen en lopen smoezelen met die op de hoek maar weet jij wel hoe vreselijk irritant het is om iedere keer dat geluid van die stampende bal te moeten horen?”  

 

Heu? Die lieve hardwerkende buren asolui? Waarom? Omdat ze een kleur hebben? Smoezelen met de buren op de hoek? Bedoelt ze misschien die gezellige afgeslankte beer van een vent die altijd een vriendelijk woord heeft voor iedereen?

Ik moet weg voor ik … wat een … De goddelijke ingeving blijft achterwege terwijl het laatste beetje waardigheid verdampt en het vermogen om christelijk te reageren als sneeuw voor de zon verdwijnt. Ik wil me omdraaien en weglopen maar dan flapt het er toch nog net uit:  “Misschien moet je oordoppen proberen.”

 

 

zucht … dat straatfeest moet maar effe wachten …

 

Krijgt rouw een plekje in de kerk?

rouwverwerking-en-verdrietRouw, om het verlies van een dierbaar iemand, om iets belangrijk wat je bent verloren, om het verlies van een gelukkige jeugd, omdat je zo gekwetst bent dat je vreest nooit weer jezelf te kunnen zijn…  Echt rouwen. Wie doet het nog? Een potje janken doet iedereen wel eens, meestal gevolgd door snel opstaan en weer doorgaan. Maar jezelf wentelen in je verdriet, toegeven aan je emoties, de tijd de tijd gunnen om alles een plekje te geven, kennen we dat nog? Wanneer leren we bewust hoe we iets moeten doorstaan?

 

Ruim een derde van alle psalmen bezingt verlies, verdriet, angst en teleurstelling. Prediker proclameert dat er overal een tijd voor is, voor zowel vreugde als voor verdriet. Klaagliederen; één en al uiting van verdriet en rouw.  … Wanneer er in de bijbel zoveel ruimte is voor rouw, voor het toestaan van verdriet, voor omgaan met depressie, angst en teleurstelling, waarom mis ik het dan in de zondagse diensten?  Ok, een enkele keer wordt er wel wat aangestipt. Maar wanneer krijgt eea de volle onverdeelde aandacht – ook (juist) in samenzang?

 

Wat zou er gebeuren wanneer we tijdens het zingen net zoveel ruimte geven aan het uiten van verdriet, twijfel, verlies en zelfs haat als dat de Schrift dat doet?  Hoe zou het zijn om met vergelijkbare regelmaat vanaf het podium te horen hoe Elia, Jesaja, Jeremia of talloze anderen aan rouwverwerking deden, hoe ze hun depressie en angstaanvallen overwonnen, hoe ze  – zonder zichzelf uit het oog te verliezen- mensen weer leerden vertrouwen nadat ze op schandalige en bijzonder kwetsende wijze bedrogen werden? Hoe gingen zij om met geweld?

 

FEIT

40% van de vrouwen is ooit slachtoffer geweest van seksueel geweld. Van alle meiden onder de 16 ruim 20%. In 2013 zijn er bij Steunpunt huiselijk geweld 1703 meldingen gedaan over mishandeling van ouderen. Niemand wil het steeds stijgende percentage weten van kinderen die het slachtoffer zijn van fysieke of psychische mishandeling.  Wanneer geweld zó vaak voorkomt … waarom wordt er dan zo zelden over gepreekt: over hoe je jezelf kan beschermen en wat de bijbel je heel praktisch leert in hoe je zou kunnen handelen?  Wanneer wordt er (preventief) bijbelonderwijs gegeven hoe je nare ervaringen kan verwerken, of hoe je anderen daarbij kan helpen?

 

Als het koning David is toegestaan zelfs zijn haat te uiten – waarom wij dan niet? Waarom zingen we alleen maar ‘opwekking’? Waarom geen treurzangen, klaagzangen, of uitingen van twijfel of verwijt?

Waarom is het ‘hip’ om maar alles onder de zogenaamde mantel der liefde te bedekken? Waarom ontkennen we tot in de kerk de ernst en omvang van deze emoties? Wanneer zingen we moderne psalmen als deze:

 

Soms vraag je je af waarom je in het onderwijs zit …

onderwijsDe cao is erdoor… vanmiddag was er een ingelaste vergadering om alle ins en out toe te lichten om ons als docenten op zo kort mogelijke tijd te dwingen een keuze te maken hoe we ons ’trekkingsrecht’ (wat zo niet meer mag heten) willen inzetten. Als parttimer kan ik niet vragen om lesvermindering – zo maakte de directie me duidelijk. Daar heb ik te weinig ‘recht’ op. Ik mag het, zoals de cao voorschrijft, ook niet opsparen want er heerst nog teveel onduidelijkheid waarvoor en hoeveel en tot wanneer ik eea mag opsparen dus ook deze optie vervalt. Ik mag het inzetten om mijn niet-lesgebonden taken te verminderen, máár ik mag niet zelf kiezen wélke taken me dan het meest belasten en er dus vanaf moeten. En ook de laatste keuze had niet de voorkeur van de directie: het laten uitbetalen. Nee, ze betalen het niet uit, je krijgt een tijdelijke ‘verzwaring’ van je lesomvang; een papieren uitbreiding welliswaar. Ik krijg er dan geen uren bij maar wel op papier en dus krijg ik meer loon. Daarbij wordt even vergeten dat als ik op papier ‘meer’ werk dat dan ook de omvang van mijn niet-lesgebonden taken omhoog gaat… en daar krijg ik dan geen vrijstelling van dus moet ik er eigenlijk toch weer voor werken wat dus in praktijk geen verlichting geeft wat juist de bedoeling van dit ‘recht’ is … Of we voor maandag even kenbaar willen maken wat we kiezen …

Zucht.

Ik had bij thuiskomst ZÓ spijt dat ik op mijn vrije dag naar deze vergadering was gesjeesd. Zo verspilde moeite.

 

Morgen vallen haast al mijn lessen uit. Alleen mijn eerste klassertjes zullen op me zitten wachten. Om 8:00u moet ik een geschorste leerling opvangen en aan het werk zetten. Geschorst wegens schelden / pestgedrag via zijn mobiel. Herr directeur vroeg of ik nog ‘ff’ een gepaste opdracht kon bedenken (ja, op mijn vrije dag!)… want het paste wel bij mijn vak. (OMG – dacht ik nog) maar het zal wel – “straffen” past bij “Godsdienst” (ogen-rollend-mond-vol-tanden) …  Aangezien hij mij aansprak dacht ik nog wel een vraag te kunnen stellen over mijn uren volgend jaar, iets wat ik maanden geleden ook al vroeg (mondeling én schriftelijk) – hij was het helemaal vergeten – zou de directie wel mailen… (OMG2- dacht ik nog “Hij IS toch directie??”)

 

 

Soms vraag ik me af waarom ik nog in het onderwijs zit.  Maar morgenochtend om 8:15 kijk ik naar dertig paar ogen, en dertig monden mogen met me in discussie over het belang / nut van (de 10) leefregels (geboden) … waarschijnlijk dat ik het dan wel weer weet.

 

 

Foute boter bij de vis

Het christelijk visje wat menigeen op zijn bumper denkt te horen plakken hoort te zwemmen van links naar rechts – vind ik. Niet andersom. Andersom  gaat ie tegen de (christelijke) stroom in. Lijkt misschien een detail maar het Griekse woord voor vis is ichtus. Elke letter staat weer voor een ander woord wat zich laat vertalen in Jezus Christus, Gods zoon, redder. De ch van christus schrijf je als een x. De staart van de vis begint dus met de i (Griekse J) en de kruising naar het lijf is de x. Dus vandaar dat de vis van links naar rechts zwemt. Tenminste – zo leert mijn auti-brein mij.

ichtus_zilverNu kan ik me ook wel indenken dat niet iedereen met de stroom mee wil zwemmen (Hé, sounds like me). Only dead fish go with the flow – toch?  Maar als je als christenen tegen de stroom vd wereld wil inzwemmen, zul je toch samen moeten optrekken (ok, deze blog neemt een iets andere wending dan dat ik wil).   Maar het gaat er niet om of je het met elkaar eens bent of niet. Het gaat er  (thank G) niet om of je met de stroom mee of er juist tegenin zwemt – of het visje naar links of rechts kwispelt. Het gaat erom of je een visser van mensen bent.

In Mijn moment met God (wk 42) legt Tineke Tuinder uit dat er bij het vissen een aantal aandachtspunten zijn. (En ik maar denken dat ie kerels bij de waterkant gewoon even de hectiek van thuis wilden ontlopen.)

Anyway, wanneer je gaat vissen moet je weten op wat voor vis je vist. Bepaal dus je doelgroep.  Als je weet op welke vis je jaagt moet je weten welk aas hij lekker vindt. Of andersom: als je weet van welk aas (talent) jij genoeg hebt, pas dan je doelgroep aan.  Weet jij wat je doelgroep is? Bij wie jouw aas in de smaak valt? Vissoort (doelgroep), aas (talent)), en locatie. Waar ga jij vissen? Waar jij bent of waar de vis is?

Soms (eigenlijk meestal) ben ik bang dat we het in het evangelische wereldje helemaal fout doen. Dat we elke zondag braaf onze visuitrusting showen aan de andere potentiële vissers. Dat we de ene studie na de andere volgen, zingen en omslachtig bidden alsof we onze visuitrusting continue aan het uitbreiden en verfijnen zijn; steeds meer beter mooier en gesofisticeerder spul – en oh wat zijn we trots op wat we vergaren… Ondertussen zitten we als haringen in een ton, als sardientjes in een blik, maar als het op vissen aankomt vissen we achter het net en vangen we bot.

Wat gebeurt er als we toch weer tegen de stroom in gaan? Met de massale stroom mee dan? Niet om gelijkvormig met ze te worden… maar om ze te leren kennen. Om hen óns te laten kennen. Of wat als we eens beter nadenken over ons aas en of we die aan de juiste vis proberen te voeren? Bedenk wel, de vis wil áás, geen hengel – dus ga niet met een gouden hengel vissen.

Of misschien moet je ervoor uitkomen … dat je puur gaat vissen om onder de hectiek van whatever uit te komen, omdat het je ontspant, rust geeft, het je doelgericht maakt … het iets is wat je graag doet – gewoon omdat het – nouja – bij je past.

Geef aub een ons geduld bij dat pakje boter…

huilend kind2Ik ben in tijden niet zo opgefokt thuis gekomen. Voor wie denkt dat het komt doordat ik lekker door de wijk kan scheuren in mn 1.07-bakkie met giga knallende hard rock muziek die door de speakers dendert: nope, daar ligt het niet aan. Man wat een takkewijf vreselijk mens daarnet bij de Lidl.

Veel moest ik niet hebben dus haast ik me zonder karretje door de rijen naar het vriesvak, onderwijl snel wat blikjes energy in m’n tasje kwakkend. (Wees gerust, bij de kassa haal ik alles keurig uit m’n tas om af te rekenen.) Met de lievelingstaart van zoon 2 in m’n handen graai ik nog ff wat feta en kruidenkaas uit het schap en loop met grote passen naar de kassa. Ondertussen word de achtergrondmuziek de hele tijd overstemd door een huilend kind van ik schat een jaar of 6. Ik had het amper door, tot de vrouw voor me er een zogenaamd terloopse opmerking over maakt. De moeder negeert het kind én de opmerking terwijl ze stug alle boodschappen in haar kar laadt. Het mens tussen ons in wipt van het ene been op het andere, rikketikt met haar vingers op de band, zucht een paar keer opvallend en kijkt in het rond wie allemaal ziet hoezeer ze zich ergert aan die jankende kleine.

Wanneer de moeder klaar is geeft ze vriendelijk doch kordaat een hand aan het kind en loopt stilzwijgend naar buiten. Ondertussen bliept de kassa en richt de kassière zich vriendelijk naar de volgende klant; dat heu vreselijk ongeduldig mens (ja ik hou me in). Haar glimlach vervaagt snel wanneer de behoorlijk volslanke dame met warrige pluizenbol haar betoog afsteekt: “Als dat mijn kind was geweest …”

OMG ik denk dat ik ontplof!!… Hoe schandalig het was, belachelijk, dat ze het kind buiten had moeten laten staan of op z’n minst even flink had moeten aanpakken bla bla. ‘Hou je in.’ Spreek ik me inwendig streng toe. ‘Hou je in.’ Ze rekent af en omdat de kassière haar onzeker negeert begint ze uit te halen naar de mensen in de rij naast ons. Hetzelfde commentaar herhaalt zich van voor af aan. ‘Oh boy. Hou je in Saar!’  En dan begint er een onbekende ouwe tang mee te lullen over hoe schandalig het is, de kids van tegenwoordig. De ene vrouw bekt en klaagzangt tegen de andere. Ik kan ondertussen niet afrekenen omdat de kenau vrouw voor me nog in de weg staat met al haar bombarie. En dan gebeurt het; ik hou het niet meer.

“Jij weet helemaal niets. Jij weet niet of haar oma net is overleden. Jij weet niet of het kind een handicap heeft of ze pijn heeft. Jij weet niet of vader het thuis net is afgebold of erger …. Jij weet helemaal niets, dus hou je oordeel voor je en koop liever wat geduld.”

Ik sta te trillen op m’n benen. Het is muisstil. De kassa verderop bliept een paar keer terwijl ik afreken.  Wanneer ik naar buiten ga glimlacht de kassière weer.

 

 

foto van deze blog gepikt.

Homofoob of homofiel?

homofoob“Ik geloof de bijbel van kaft tot kaft.” Mailde Herman Boon me een keer toen ik hem waagde te bevragen naar bepaalde uitingen van de Geest. …  Zo een lompe, ondoordachte opmerking. Van kaft tot kaft… alsof je dat hele boek letterlijk moet nemen en zo op de dag van nu kan plakken.   Toch schrik ik hoe vaak christenen gewoon maar geloven wat ze denken te lezen, of erger nog, klakkeloos de mening van welke spreker dan ook overnemen alsof het de enige mogelijke waarheid is.

Iemand zei me eens ‘Mensen spreken altijd naar de mond van hun eerste leraar.’  En ik vrees dat de persoon in kwestie gelijk had. Het maakt niet uit of je het nu over evolutie, seksualiteit, homeopathie of homofilie hebt; de meeste christenen hebben zelden zelf onderzocht wat Gods woord er werkelijk over te zeggen heeft.  Teksten uit de bijbel worden ondoordacht geknipt, geplakt en verkracht, alles onder het mom van goed christelijk gedrag en uiteraard met de beste bedoelingen.

Afgelopen week, na een dag van stralend strandweer, lagen we met ons viertjes uitgeteld op de bedbank te kijken naar de enige Nederlandse zender die het hotel rijk was. BVN.  Foto’s van één of ander prachtig model passeerde de revue. Wat een knappe kerel was dat zeg! Al snel werd ons in deze docu duidelijk gemaakt dat deze goddelijke adonis ooit een vrouw was geweest. Als meisje wilde ze altijd al kort haar, vond ze het raar om naar een damestoilet  te moeten en zag ze zichzelf als jongen. In de pubertijd sportte ze zoveel mogelijk om er vooral niet vrouwelijker uit te gaan zien.  En uiteindelijk koos ze voor het enige juiste in haar ogen: ze liet zich ombouwen tot man.  En of het gelukt was! Uiterlijk dan, innerlijk was ze altijd al man geweest…

Direct daarna ging het over de homofobe toestanden in Uganda, de homoterreur in Rusland en hoeveel christenen het wagen om anti te zijn.  Zoon 2 zat dit allemaal aan te horen en zuchtte ‘Waar gaat dit over?’ Hij kon niet begrijpen waarom er zoveel (zogenaamde) christenen zijn die zich zo anti uitlaten.   Niet alleen christenen by the way, maar deze stonden in de docu ff in the picture.

Wat moest ik antwoorden? Dat velen ooit gehoord of gelezen hebben dat God het zo niet bedoeld had? Dat ze bepaalde woorden en zinnen uit de bijbel uit de context trekken en andere zinnetjes (zoals ‘heb elkaar lief’) gewoon vergeten? Dat ze de bijbel van ‘kaft tot kaft’ geloven en dus …

Gister zag ik op facebook twee blogs  voorbij waaien die precies verwoordde wat ik dacht – over hoe gemakkelijk mensen iets in de bijbel (denken te) lezen maar de context pas meewegen wanneer het hun uitkomt… Bijvoorbeeld: de bijbel laat zich haast net zo negatief uit over vraatzucht als over homofilie; maar toch heeft menig christen (schaamteloos) een veel te hoog BMI…  (dan heb ik het ff niet over zwaarlijvigheid door ziekte!) . Wat klopt er niet aan dit plaatje? Waarom moeten we de bijbel op het ene vlak niet letterlijk nemen en op het andere vlak wel?  Of wat dacht je van roddel en achterklap? Of over lui zijn? Eerzucht?  … hoe dacht je dat de bijbel zich uitlaat over materialisme (en het zijn juist de ontkenners die er het meest last van hebben!)??

positief

Wanneer je de bijbel leest kan je dat op 2 manieren doen: of je leest een boek vol verboden of je leest een boek over liefde en mogelijkheden. En hoe je het leest zegt meer iets over jezelf dan over het boek zelf.

(ps: lees vooral de blogs van Rachelheldevans.com! -linkjes hierboven ingevoegd)

foto1: bron: ND.nl

foto2: van Facebook

Autisme? Is dat een ziekte die overgaat?

autisme-01Sommige mensen zitten echt onder een steen. Ik had werkelijk niet gedacht dat het anno 2014 nog mogelijk was maar mijn collega was echt serieus.  … Of autisme een ziekte was die ook over ging…

Wat vooraf ging: we hadden bijscholing. We konden kiezen uit een cursus ‘Moeilijke gesprekken voeren’ – mentoraat – omgaan met adhd of  ‘autisme: asperger en PDD-nos’.  Nou, training over moeilijke gesprekken heb ik zat gehad, Mentoraat was niet aan de orde toen we ons moesten opgeven en dus bleef adhd of autisme over.  Ik koos autisme. Mijn verwachtingen waren al laag omdat we hier in huis ondertussen behoorlijke ervaringsdeskundigen zijn.  Ik hoopte wel wat meer handvatten te krijgen over hoe je eea in groepsverband kan toepassen…

Het werd een dikke teleurstelling.  De dame in kwestie was basisschooldocente geweest en ik denk niet dat ze ooit ervaren heeft wat het is om in het VO te werken. Ze had absoluut kennis over het bereiken van autistische kinderen (autisme in welke gradatie dan ook). Maar haar eigen werkgebied betrof het therapeutische en van docenten kan je toch echt niet verwachten dat het therapeuten zijn, dus steigerde diverse collegae menigmaal.  Ze verduidelijkte op welke vlakken je allemaal obstakels kan ervaren en al snel werd mij duidelijk (voor zover het dat nog niet was) dat het allemaal blijft draaien om het spanningsveld tussen het persoonlijke mandaat van de docent (wat wil de docent doen – waar worden persoonlijke grenzen bereikt.) en het organisatorische mandaat (wat faciliteert de organisatie, wat kan en mag, welke ruimte wordt geboden.)

Leuk om te weten dat Einstein, Elvis, Newton ea elk waarschijnlijk ook een autistoforme  stoornis hadden maar daar zijn we niks mee.  Op niet 1 concrete probleemstelling gaf de dame in kwestie een heldere oplossing.  Wat doe je bijvoorbeeld als een autistische leerling – voor de zoveelste keer – een zeer ongehoorde opmerking door de klas gooit? Hoe doe je de leerling in kwestie recht, zonder de 30 anderen onrecht te doen?  Want behalve adhd’ers, aspergers en pdd-ers hebben we ook nog kinderen uit gebroken gezinnen, beschadigde jongelui en (Deo Volente) gezonde pubers die ook recht hebben op aandacht en zorg.  enz enz . Ze kwam niet met concrete handvatten …

Ze probeerde wel met leuke filmpjes een beetje uit te leggen wat de problematiek eigenlijk was. En ik dacht dat ze dat wel goed deed maar vergat dat ik al een stap verder was als de rest en dat ik al eea wist en in oudertherapie geleerd had). In eerste instantie begreep ik dan ook niet dat mijn collega’s zo steigerden. Het leek wel of ze niet snapten wat het verschil was tussen het onvermogen van bepaalde leerlingen en de onwil om op een bepaalde wijze te functioneren.  Dat een kind iets niet doet wil niet zeggen dat hij te lui is. Collegae vroegen zich af hoe vaak dat niet misbruikt werd en waarom alles zo op die ene leerling gericht moet zijn – er zijn nog zoveel anderen… Een 50 plusser noemde dat hij steeds meer op zijn bordje kreeg en in gesprek met ouders en zorgcoördinator wel iedere keer ja knikte en zei eea op te zullen pakken maar dat het er in de praktijk gewoon niet van kwam omdat hij al zoveel moest doen.  … En ik snapte gelijk de ouders die op hoge poten, teleurgesteld en gefrustreerd nog meer aan de bel ging trekken en nog meer mogelijkheden  zou aandragen en nog meer aandacht opeisen zou … en hij die dan nog meer ging steigeren en weigeren … Het kind de dupe.

Ik hou mijn hart vast, met steeds groter wordende klassen en steeds meer problematieken en steeds meer verwachtingen…  Ik weet dat ik nooit fulltime zou kunnen werken in het onderwijs, voor mij is 3 dagdelen al 50% werk…

En dan – helemaal op het eind – werd me duidelijk hoe nutteloos de bijscholing was geweest toen ik een ouder wordende collega hoorde zeggen; “Ik vond het maar vaag, is Pdd-nos nou een ziekte? Gaat het nooit over? Ze heeft dat niet eens uitgelegd!”

Zucht – sommige mensen moeten ook gewoon met pensioen.

Van Sotsji naar christelijke pornografie

123 dames schaatsenHet dames 1,2,3tje van de 1500 meter is net olympisch ingehuldigd. Het ontroerde me zowat. Ergens kwam er een soort van plaatsvervangende trots bovendrijven. En ik ben niet eens Nederlander – maar met mijn inlevingsvermogen en integratiegehalte is – wat dat betreft – niets mis.

Omdat ik de afgelopen dagen nogal negatief was over het Reformatorisch dagblad dacht ik ff te kijken wat zij online postten over de fantastische prestaties van deze dames. Mogelijk kon ik iets positief bespeuren en daarover bloggen. Maar niets. Nee, echt NIETS. Nu heb ik geen papieren versie en heb ik geen abo maar dan nog … niets? Is het omdat de dames de zondagsrust met de voeten getreden hebben? (De Schrift spreekt overigens over Sabbatsrust wat echt niet op zondag valt – maar das detail – dergelijk foutje vergeven we ze nog wel, toch?)  Anyway, ik dacht dat ze er vandaag wel wat over zouden zeggen maar niet dus. Jammer.

Maar nu ik toch op de site zat gleed mijn blik over een headline – in eerste instantie (vergeef me) las ik ‘Christelijke pornografie’ . Mijn interesse was onmiddellijk gewekt.  Heu – vanuit theologisch perspectief natuurlijk. Maar er stond wat anders. “Christelijke opvoeding wapen tegen strijd pornografie” kopte het stukje.  Het bleek zelfs een redelijk lezenswaardig artikel over de strijd tegen pornografie en hoe je daar al in de opvoeding mee kan beginnen (met de strijd er tégen, niet met de pornografie uiteraard :B). Het zal niemand vreemd in de oren klinken dat ik het er niet helemaal mee eens was; ik zou ik niet zijn als ik geen kritiek had. Maar mijn commentaar is van milde aard deze keer.

Ik ben het in zoverre met de schrijfster eens dat je niet moet dweilen met de kranen open, dat je soms beter de oorzaak kan onderzoeken en aanpakken dan je elke keer weer te richten op individuele gevallen.  Waar ik een beetje voor terugdeins is om het probleem bij een gebrekkige – geloofsarme – opvoeding te leggen. Pornoverslaving is een probleem van zowel  christenen als niet-christenen.  En voor wie denkt dat de christenen in deze problematiek in de minderheid zitten heeft het mis. Opvoeding of geloof is niet de enige ‘bron’ waarnaar gekeken dient te worden.  En je opvoeding kan nog zo goed zijn … een kind gaat uiteindelijk zijn eigen weg.

Het artikel neigt een beetje naar het zoeken van externe motivaties. Er worden,  buiten het kind of de persoon om, redenen gezocht om een bepaald gedachtegoed op te leggen.   Op te leggen. Dat is het gevoel wat ik er een beetje bij krijg, maar dan kan mijn allergie zijn. Als we nou eens beginnen met porno niet als ‘probleem’ te bestempelen maar beginnen met het streven om  ‘gezonde seksualiteit’ te onderwijzen en te promoten. Niet ergens ‘tegen’ maar ergens ‘voor’ zijn is een heel andere houding. (Coming from me, I know. Ik van iedereen ben zo tégen gristenen die overal tégen zijn… :B)

Anyway – van Sotsji naar pornografie lijkt ws. een overdreven grote gedachtesprong. Hoewel: er zijn verschillende sporters die al uit de kleren gingen, plus er zullen vast ook pornoverslaafde atleten tussen zitten en on top of it all  zijn er chevron-types die ik zelf graag uitkleed…  Chevron – ik ben er nog steeds niet overheen. Wat dacht die ontwerper? Nee, het Nederlandse team mag blij zijn met hun stylist! Prachtige outfits; modern, de juiste kleuren, mooie vormgeving en leuke, typerende ‘Neërlandische’ mutsen.  En dan zien we onze dames (ja, nu spreekt de nederlander in mij) op het podium met hun dikke plakken goud, zilver en brons … stralend in hun oranje outfit. Niemand die nog denkt: kleren maken de man en zo weinig mogelijk kleren de vrouw!

Noot: Foto van deze site

Sotsji – Curlingteam uit de kleren!

curlingWie mij kent weet dat ik – zacht uitgedrukt- geen sportief type ben. De laatste keer dat ik ging skiën scheurde ik mijn kniebanden, in de wildwaterbaan van Centerparks stoot ik me onhandig en breek mijn duim, voor fietsen ben ik te stuntelig, ik heb welgeteld 1 poging gewaagd om te leren hardlopen maar mijn gevulde voorgevel stuiterde zo heen en weer dat ik dacht mezelf knock-out te slaan en zelfs bukken om de vaatwasser uit te ruimen levert de locale fysiotherapeut een paar weken werk. Zwemmen is nat en wandelen vaak te koud. Nee, laat mij maar uitblinken in het 10 km platliggen of het 500 meter bankhangen. Ik zeg je – als één van deze ooit tot een olympische sport wordt verheven haal ik een gouden plak binnen. Easy!

Verder ben ik nou ook niet echt een wintertype. Zelfs tijdens deze vrij warme winter (wat een contradictio in terminis – warme winter) zit ik ’s avonds – met een dik vest ingeduffeld onder een deken – open haard op standje sambal met hete thee (of chocolademelk met rum) om mijn handen aan te warmen. Zelfs met 2 paar sokken en dikke wintersloffen – onder die deken- krijg ik mijn voeten niet warm.

En dan komen die Olympische spelen… Winterspelen. Het is sport voor en na alles. In gesprekken op m’n werk, wanneer ik thuiskom, wanneer je de tv of radio aanzet. Het is Sotsji voor en achter. Zucht. Schaatsen, skieën, bobsleetje rijden, slechte sneeuw, te milde winter. Het is zóó niet ‘mij’.  De enige lichtpuntjes zijn de 1,2,3tjes, het hossende en uiterst meelevende koningspaar, en knappe mannen in strakke pakkies.

Maar vanmiddag werd het dieptepunt bereikt. (Ja zelfs nog dieper dan het geneuzel uit reformatorische hoek.) Manlief zette de tv op curling. CURLING OMG! Het is nog erger dan het volwassen geknikker met stokjes en geruite broeken. VEEL erger. Mannen met broekjes in chevron print. Oh my! De ultieme fashionfail. Je snapt prompt waarom de dames liever uit de kleren gaan.  Het masculiene gehalte (voor zover dat er nog was) daalde met elke haal van de bezem en wat werd er heen en weer gewreven… Nee. (Ik weet iemand die zou zeggen “Daar wordt mijn schaamhaar kunstgras van.” maar dat herhaalt deze waardige (ahum) domineesvrouw maar niet.)

Curling. Nee. Dan nog liever 500 meter bankhangen in mijn onelegante ma Flodder outfit met badhairday-oversised shirt en kniehoge sokken in sloffen, dekentje over de schouders. En dan manlief die zegt “Mmm, dat flateert niet echt.”

Bankhangen – Ik ruik het goud al…

Noot; Foto van www.vg.no

Omhoog ↑