De keuken is opgeruimd en een lekker kaas-uienbrood staat in het zonnetje te rijzen. Ineens realiseer ik me dat het vandaag aswoensdag is. Het begin van de vastentijd.
Waarom doen we daar niets mee? Nee, ik snap wel dat we ‘vrijgekocht’ enzo zijn … dat niets meer ‘moet’. Wij’ hoeven niets van al dat katholieke gedoe. We hebben in de 16de eeuw niet voor niets geprotesteerd tegen het machtsmisbruik der kerk …. Sola Scriptura! Alleen dat wat in de bijbel staat… maar slaan we niet een beetje door? We? … ik?
In iedere kerk zijn er vastgeroeste gewoontes die je – wanneer je ze ook maar even probeert te wijzigen – op heftig protest en verzet doet stuiten. Dat geen van die tradities ons door de Schrift zijn voorgeschreven vinden we maar detail. Dit is de reden waarom ik zo een hekel heb aan ‘gewoonten’. Goede gewoonten worden altijd een soort van verworven recht. En het kan erger – hoe dan ook komt ooit het stickertje ‘sleur’ aanzetten. Vanuit sleur worden onze gedachten niet meer geprikkeld, denken we niet meer na bij wat we doen of wat voor diepe betekenis er achter bepaalde handelingen zit. En alsof dat niet erg genoeg is, sommige gewoonten – hoe ‘gesleurd’ ook- worden een verplichting. En als iemand dan even ‘anders’ doet … nou, dan staat de wereld op z’n kop.
Ik vraag me af – ik, die een hekel heeft aan heilige huisjes- hebben we het kind niet met het badwater weggegooid? Doen bepaalde rituelen ons niet júist stilstaan bij dat wat werkelijk telt. Ik weet het wel; doe je ze te vaak dan verliezen ze hun betekenis. Maar is dat een reden om ze te verbannen?
Anyway, het is vandaag aswoensdag. Waarom as? Omdat de priester of dominee dan een kruisje van as op je voorhoofd tekent. As ter nagedachtenis aan wat God in Genesis 3 tegen de gezondigde mens zegt; “Gedenk mens, dat je stof bent, en tot stof zult wederkeren.” De as komt van verbrandde palmtakken die het jaar ervoor met palmzondag werden gebruikt om de intocht te gedenken. Zo is er weer de balans: enerzijds mogen we ons bevrijd weten. Anderzijds moeten we blijven beseffen dat we uit onszelf, slechts zondig zijn, gedoemd tot stof weder te keren.
In evangelische kringen wordt graag de nadruk gelegd op ‘vrij’ zijn. Op zich niets mis mee. Dat is het leuke gedeelte; het mooie, hoopvolle stukje van het evangelie. Maar geluk weet men pas echt te waarderen wanneer men weet hoe ongelukkig zijn voelt… Om te voorkomen dat het ‘vrij gekocht zijn’ een sleur wordt of zelfs beschouwd wordt als een verworven recht, is het niet verkeerd af en toe weer stil te staan bij je eigen zondige gedrag. Een periode van bezinning en vasten is dan niet verkeerd…
Mmm, wat doe ik nu met mijn kaas-uienbrood?
Geef een reactie